De strijd tegen eenzaamheid; technologie als wondermiddel?

15 februari 2016
Eenzaamheid_edited-scaled
Apps
Nieuws
Bijna een derde van de volwassen Nederlandse bevolking voelt zich weleens eenzaam; meer dan één miljoen Nederlanders voelt zich ‘sterk’ eenzaam (1). Van de mensen die 90 jaar of ouder zijn, geeft bijna 65 procent aan zich eenzaam te voelen; 17 procent zegt zelfs zich zeer eenzaam te voelen (1). Het is voorspeld dat tegen het jaar 2040, maar liefst 26% van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder zal zijn (2). Aangezien het risico op eenzaamheid toeneemt naarmate men ouder wordt, bijvoorbeeld door het verlies van partner, het kleiner worden van het sociale netwerk en het verlies van contacten, zal eenzaamheid de komende decennia naar verwachting een nóg groter maatschappelijk probleem worden (3).

Sociale media

Social media is een verzamelnaam voor alle internetplatformen waar gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, informatie met elkaar te delen. Social media behelst dus alle media die mensen laat socialiseren met hun omgeving. Voorbeelden hiervan zijn Facebook, Twitter en Whatsapp (4). Hoewel ouderen minder vaak dan jongeren gebruik maken van sociale media, is het percentage gebruikers onder Nederlanders tussen de 65-en 74 jaar oud, in de afgelopen twee jaar bijna verdubbeld (5,6). Ook het aantal 55-plussers dat een smartphone heeft, stijgt jaarlijks. Naast dat er speciale telefoonabonnementen zijn voor ouderen, bieden sommige telefoonaanbieders zelfs speciale smartphones aan voor senioren.

Technologie geen wondermiddel?

Sherry Turkle, hoogleraar Social Studies en technologie aan het Massachusetts Institute of Technology, en auteur van het boek ‘Alone together: why we expect more from technology and less from each other’, verzorgde in 2012 de TED-talk ‘verbonden maar alleen’. ‘Eenzaamheid is niet iets dat met technologie op te lossen is’, aldus Turkle. Volgens haar zijn de contacten die worden gelegd met behulp van sociale media oppervlakkig; ‘We praten met onze telefoons in plaats van met elkaar’. Ook Dr. Eveline Hage onderkent deze problematiek. Zij promoveerde onlangs met het proefschrift ‘How can online communication enhance older adults’ social conncectivity?’ waarin zij concludeerde dat eenzame ouderen, door veel gebruik te maken van bijvoorbeeld social media zoals Facebook mogelijk nog eenzamer worden dan ze al zijn (7). Dit wordt verder onderstreept door Emeritus hoogleraar Sociologie Jenny Gierveld die spreekt van het zogenaamde ‘Mattheuseffect’; mensen die al goede contacten hebben profiteren relatief meer van het gebruik van sociale media dan mensen die deze contacten niet hebben (8). Vooral wanneer ouderen niet meer fysiek in staat zijn elkaar te ontmoeten, wordt sociale media gezien als oplossing om ervoor te zorgen dat zij toch met elkaar in contact kunnen blijven. Zo benoemt Prof. van Bronswijk, emeritus hoogleraar aan de Technische Universiteit van Eindhoven, dat persoonlijk contact niet overbodig zal worden door de inzet van technologie; contacten via een Ipad of Iphone kunnen er, volgens haar, juist voor zorgen dat mensen gemakkelijker bij elkaar binnenlopen.

Wetenschappelijk onderzoek is tegenstrijdig

Wetenschappelijk onderzoek naar de relatie tussen de inzet van technologie en eenzaamheid staat nog relatief in de kinderschoenen. De meeste studies die deze relatie onderzoeken, zijn uitgevoerd onder jongeren of jong volwassenen. De studies uitgevoerd bij oudere doelgroepen zijn schaars. De onderzoeken die er zijn, geven tegenstrijdige onderzoeksresultaten. Een deel van deze studies toont aan dat sociale media wel effectief kan zijn in het verminderen van gevoelens van eenzaamheid (9,10). Echter, andere studies tonen aan dat er juist geen relatie is (11), of dat het gebruik van dergelijke vormen van technologie eenzaamheid juist kunnen versterken (12). De meerderheid van deze wetenschappelijke studies lijken het met elkaar eens te zijn dat het  simpele ‘inloggen’ op bijvoorbeeld websites zoals Facebook nauwelijks invloed heeft op het verminderen van gevoelens van eenzaamheid (13, 16). Actief gebruik van sociale media, bijvoorbeeld door het delen van foto’s en het reageren op andere mensen, lijkt een betere graadmeter (16, 17). Helaas is er momenteel een gebrek aan kwalitatieve studies. Uit de eerste, primaire, resultaten van een recent uitgevoerd kwalitatief onderzoek middels diepte-interview bij mensen van tussen de 60 en 84 jaar oud, bleek dat social media zoals Skype en Facebook vooral werd gebruikt om in contact te blijven met kinderen en kleinkinderen en om op de hoogte blijven van wat anderen doen. Zaken zoals nieuwsgierigheid en verveling werden ook geopperd als redenen om social media te gebruiken. Wel gaven deelnemers aan dergelijke contacten veelal als onpersoonlijk te ervaren; als zij persoonlijke informatie met elkaar willen delen, doen zij dit liever door de telefoon of gaan ze op bezoek. In de zomer van 2014 lanceerde staatssecretaris van Rijn (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) het landelijke ‘Intensiveren en verankeren actieplan eenzaamheid’ (met een looptijd tot medio 2016). Belangrijkste punten hiervan zijn onder andere een betere aanpak van eenzaamheid op lokaal niveau en samenwerking tussen zorg en welzijn op het gebied van eenzaamheid. Een spin-off hiervan is de ‘week van de eenzaamheid’ die dit jaar zal plaatsvinden van 22 september tot en met 1 oktober 2016. Deze brede, landelijke, aandacht laat zien dat eenzaamheid een urgent probleem is in onze huidige samenleving.  

Er is nog genoeg te doen…

Veel ouderen hebben geen of weinig kennis van computers, internet en/of sociale media. Uit cijfers van het CBS blijkt slechts een kleine groep van de 65-plussers internetvaardig (5). Bij de 75plusssers is deze laatste groep nog groter. Ondanks dat een groot aantal 55-plussers een smartphone bezitten, blijken ze hun smartphone vooral te gebruiken om er mee te bellen. Het simpelweg aanbieden van een Ipad of Iphone, om zodoende toegang te hebben tot sociale media, lijkt dan ook weinig nut te hebben. Niet alleen technische zaken, zoals het downloaden van apps en het posten van teksten of foto’s hebben uitleg nodig, maar ook zaken zoals privacy zouden besproken moeten worden met de ouderen. Veel ouderen hebben dan ook actieve ondersteuning nodig om sociale media überhaupt te kunnen gebruiken. En laat dat nou net zijn waar de schoen wringt. Ouderen die zichzelf als eenzaam beschouwen, blijken echter nauwelijks toegang te hebben tot deze ondersteuning. Bijvoorbeeld omdat zij simpelweg geen mensen kennen die hier verstand van hebben. Maar ook omdat ze dikwijls niet om hulp (willen) vragen, omdat ze anderen niet tot last willen zijn.. Daarnaast blijken sociaal achtergestelde groepen blijken meer moeite te hebben met het adopteren van online communicatietechnologie dan hoog opgeleide, rijke ouderen (7). Wat is eenzaamheid eigenlijk? De meest gebruikte definitie van eenzaamheid luidt: "Eenzaamheid is het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties" (geformuleerd door Prof. de Jong Gierveld (14, 15). Het is dus niet zozeer het gebrek aan contacten dat iemand eenzaam maakt, maar meer de subjectieve beleving van het gemis van deze contacten. Iemand met weinig sociale contacten hoeft dus niet per se eenzamer te zijn dan iemand met veel sociale contacten. In 2012 zijn er Kamervragen gesteld aan staatssecretaris van Rijn over eenzaamheid. Hierin benoemt de staatssecretaris aandacht te hebben voor nieuwe mogelijkheden van technologie om eenzaamheid tegen te gaan. Internet en andere communicatiemiddelen, zoals sociale media worden beschouwd als instrumenten in de strijd tegen eenzaamheid bij ouderen.  

Helpen tegen eenzaamheid

Tegenwoordig zijn er al talloze initiatieven op dit vlak. Zo helpen studenten bij SUMMA ZORG Lokaal+, ouderen op het vlak van moderne technologie door middel van het geven van instructies en ondersteuning (oa. op het gebied van ‘slimmer wonen’ en zorg/welzijn op afstand) (19). Ook zijn er de laatste jaren diverse burgerinitiatieven ontstaan om eenzaamheid te verminderen. Bijvoorbeeld in Son en Breugel, waar in 2015 een online community werd ontwikkeld. Deze heeft als doel het verbeteren van de sociale contacten tussen de inwoners (zowel jongeren als ouderen) en het terugdringen van eenzaamheid (20). Dergelijke initiatieven zijn broodnodig. Want, zoals Mark Zuckerberg (oprichter Facebook) het onlangs zelf verwoordde in een brief aan zijn pasgeboren dochter ‘Technology can't solve problems by itself. Building a better world starts with building strong and healthy communities’.   Bronnen 1.    Ouderenfonds. Eenzaamheid/kwetsbaarheid. Nationaal Ouderen Fonds; 2014; Afkomstig van: http://www.ouderenfonds.nl/wie_zijn_we/organisatie/feiten_en_cijfers2.    Centraal Bureau voor de Statistiek. Social Monitor. 2010; Afkomstig van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=71445ned&D1=0&D2=0-19&D3=a&HDR=T3.    Duin C, van Stoeldraijer L. Bevolkingsprognose 2012-2060: langer leven, langer werken [Population forecast 2012-2060; living longer, working longer]. 2012. 4.    Boyd DM, Ellison NB. Social network sites: Definition, history and scholarship. Journal of Computer-Mediated Communication. 2007;12:210-30. 5.    CBS. Internetgebruik ouderen fors toegenomen. 2013. 6.    Eurostat. Internet use in households and by individuals in 2012. Eurostat; 2012. 7.    Hage ML. How can online communication enhance older adults’ social connectivity?: Implementation and adoption issues. Groningen 2015 8.    Erbij C. Week tegen de Eenzaamheid: eindverslag. 2010; Afkomstig van: http://www.samentegeneenzaamheid.nl/sites/wte/files/attachments/eindverslag_week_tegen_eenzaamheid.pdf9.    Leist AK. Social media use of older adults: a mini-review. Gerontology. 2013;59(4):378-84. Epub 2013/04/19. 10.    Morahan-Martin J, PSchumacher P. Loneliness and social use of the Internet. Computers in Human Behavior. 2012;19(659-671). 11.    Aarts S, Peek STM, Wouters EJM. The relation between social network site usage and loneliness and mental health in community-dwelling older adults. International Journal of Geriatric Psychiatry. 2014. 12.    Lee KT, Noh MJ, Koo DM. Lonely people are no longer lonely on social networking sites: the mediating role of self-disclosure and social support. Cyberpsychology, behavior and social networking. 2013;16(6):413-8. 13.    Nef T, Ganea RL, Muri RM, Mosimann UP. Social networking sites and older users - a systematic review. Int Psychogeriatr. 2013;25(7):1041-53. Epub 2013/04/05. 14.    de Jong-Gierveld J, Van Tilburg T. The De Jong Gierveld short scales for emotional and social loneliness: tested on data from 7 countries in the UN generations and gender surveys. Eur J Ageing. 2010;7(2):121-30. Epub 2010/08/24. 15.    de Jong-Gierveld J, van Tilburg T. Living arrangements of older adults in the Netherlands and Italy: coresidence values and behaviour and their consequences for loneliness. J Cross Cult Gerontol. 1999;14(1):1-24. Epub 2003/11/18. 16.    Fokkema T, Knipscheer K. Escape loneliness by going digital: a quantitative and qualitative evaluation of a Dutch experiment in using ICT to overcome loneliness among older adults. Aging Ment Health. 2007;11(5):496-504. Epub 2007/09/21. 17.    Fokkema CM, van Tilburg TG. Loneliness interventions among older adults: sense or nonsense? Tijdschr Gerontol Geriatr. 2007;38(4):185-203. Epub 2007/09/21. Zin en onzin van eenzaamheidsinterventies bij ouderen. 18.    Summa College. Lokaal+.  [01-01-2016]; Afkomstig van: http://www.summacollege.nl/over-summa-college/leuk-en-lekker/lokaal.html19.    Nieboer K, Felix E, Wouters EF. Kompas voor Gemeente & Burgerinitiatieven. 2015 [01-01-2016]; Afkomstig van: http://leefbaarheidbrabant.nl/wp-content/uploads/2015/11/Kompas-voor-Gemeente-Burgerinitiatieven-IA.pdf