Digitale oplossing blijft belangrijk tegen corona

24 juni 2021
Quarantined woman working at home wearing face mask protect from Coronavirus.
Overheid
Nieuws

CoronaMelder was de eerste digitale oplossing die VWS realiseerde in het kader van de bestrijding van de pandemie, met als doel om meer en sneller besmette personen op te kunnen sporen. Evaluatie heeft uitgewezen dat de app inderdaad een merkbare toegevoegde waarde heeft als aanvulling op het reguliere BCO. Uit een studie van de Erasmus Universiteit Rotterdam bleek verder dat het potentieel van het digitale hulpmiddel bij een heropende samenleving groter is dan tijdens de lockdown.

Ook in de huidige fase waarin de samenleving steeds verder opengaat en nog niet iedereen maximaal beschermd is, kan CoronaMelder een belangrijk instrument zijn om verspreiding van het virus tegen te gaan. Datzelfde geldt voor de CoronaCheck-app. Deze app ondersteunt dat mensen verantwoord naar een evenement kunnen gaan of een buitenlandse reis kunnen maken. Het eerste kan vanaf vandaag, 24 juni, middels het tonen van een vaccinatiebewijs. Het tweede kan officieel vanaf 1 juli in EU-verband.

Duur inzet onbekend

Op dit moment is het nog onbekend hoelang het nodig is om bovenstaande voorbeelden van digitale ondersteuning in te blijven zetten. De verwachting van De Jonge is dat CoronaCheck het komende jaar wordt gebruikt bij buitenlandse reizen omdat de verordening DCC (digitaal corona certificaat) vanaf 1 juli een jaar geldig is.

Voor GGD Contact is duidelijker dat het als digitale oplossing een toegevoegde waarde is gebleken. Op welke wijze het bron- en contactonderzoek in de toekomst ondersteund zal worden door deze digitale oplossing, wordt momenteel onderzocht. Hetzelfde geldt voor de webapplicatie BRBA voor de registratie van vaccinaties zolang er gevaccineerd wordt.

Verschuiving focus digitale oplossing

De begeleidingscommissie DOBC is ingesteld om te adviseren over de introductie van digitale middelen ter bestrijding van COVID-19. Nu stappen worden gezet richting een endemische fase van COVID-19 is de introductie van nieuwe digitale ondersteuning - zoals geschetst in de opdracht aan de begeleidingscommissie - niet meer aan de orde. De verwachting is dat de focus van de digitale ondersteuning verschuift naar borging en beheer van de instrumenten die tot nu toe gerealiseerd zijn. De bewindsman heeft de commissie daarom gevraagd om in een laatste advies in september te reflecteren op wat er geleerd kan worden van de afgelopen periode.

In brede zin vindt De Jonge het verder belangrijk om de digitalisering in de zorg te intensiveren en verbeteren. “Zowel het zorgveld als uw Kamer hebben mij en mijn collega minister voor Medische Zorg en Sport gevraagd om hier meer regie op te nemen. Een belangrijke stap hierin is de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz), die minister Van Ark (Medische Zorg) op 3 mei naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.”

In aansluiting op de elders in de Kamerbrief genoemde beperking bij de koppeling van huisartsinformatiesystemen aan CoronaCheck (zie dit artikel van eerder deze week) bepaalt dit wetsvoorstel onder meer dat in die situaties waarin een grondslag bestaat voor gegevensuitwisseling ook zo moet kunnen worden uitgewisseld dat de inrichting van de techniek niet alsnog toestemming voor die uitwisseling vereist is.

Bewustzijn risico’s security, privacy

De Jonge vindt het daarnaast belangrijk dat zorgaanbieders zich goed bewust zijn van de risico’s op het gebied van informatieveiligheid en privacy en hun systemen daar goed op inrichten. De datadiefstal bij de GGD eerder dit jaar heeft laten zien hoe belangrijk dit is. VWS ondersteunt de GGD’en bij het verbeteren van hun digitale processen en zal dat blijven doen zo lang de applicaties die het bestrijden van COVID-19 ondersteunen, worden gebruikt.

Daarnaast willen De Jonge en Van Ark de komende jaren het hele zorgveld naar een hoger informatiebeveiligingsniveau tillen. De komende jaren legt VWS daarom de focus op het verhogen van de bewustwording over digitale veiligheid, digitaal veilig gedrag en de geldende wet- en regelgeving op het gebied van informatiebeveiliging en privacy.

Meer publieke sturing

“Daarnaast stellen we een afwegingskader op waarmee kan worden bepaald of- en in welke vorm er meer publieke sturing op bepaalde generieke ICT-voorzieningen in de zorg nodig is. Denk aan een voorziening waarmee een patiënt kan vastleggen welke zorgaanbieder toestemming heeft voor het delen van zijn gegevens. Het RIVM en huisartsen zouden zo’n voorziening dan kunnen gebruiken om te bepalen of een patiënt toestemming heeft gegeven voor het delen van vaccinatiegegevens.