‘Groot denken, kleine stappen zetten en morgen beginnen’. Dat adviseert Erik Gerritsen innovatoren die e-health toepassingen willen ontwikkelen. In zijn drie jaar als secretaris-generaal Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft hij de mindset op het ministerie en in de sector sterk zien veranderen, zo vertelt hij in ICT&health 4.
“We zijn het stadium van bewustwording voorbij: alle partijen zien de noodzaak van verdere digitalisering van de zorg in. Nu komt het aan op opschalen. Als overheid willen we hier samen met de sector de benodigde randvoorwaarden voor creëren.” Dat blijft ook nodig, meent Gerritsen. Nog altijd is e-health niet mainstream. Er zijn wel al de nodige toepassingen beschikbaar, maar uit bijvoorbeeld de e-healthmonitor blijkt dat nog maar 10 tot 15 procent van de artsen en patiënten er gebruik van maken.Stimuleren innovatie vast onderdeel beleid
“Waar we naartoe willen is dat de ‘e’ voor e-health eigenlijk niet meer nodig is, maar gewoon deel uitmaakt van goede zorg.” Hij geeft aan dat VWS hier vol op inzet. “Stimuleren van innovatie is allang geen losse paragraaf meer, maar een vast onderdeel van alle akkoorden en programma’s die zich richten op de zorg: het regeerakkoord, de hoofdlijnakkoorden en overeenkomsten die we met de sector afsluiten, zoals het rapport ‘De juiste zorg op de juiste plek’ en de health deals. Met als doel: zorgen voor vruchtbare grond en een positief klimaat voor digitale zorginnovatie.”Stijging leeftijd maakt zorg duurder
De goede gezondheidszorg in Nederland zorgt voor een stijging van de gemiddelde leeftijd. Dit maakt de zorg echter duurder. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat in 2040 40 procent van ons salaris aan zorg zou opgaan en één op de vier mensen in de zorg zou moeten werken. VWS ziet meerdere oplossingen voor dit probleem, zoals:- Minder verspilling, dus kiezen voor andere behandelingen, is één oplossing
- Administratieve lastenverlaging: hiervoor is VWS een programma aan het opstellen.