Om de precisie van veel voorkomende procedures nauwkeuriger en veiliger te maken wordt op de OK en IC vaak gebruik gemaakt van echografie. Denk aan het plaatsen van centrale lijnen en andere infusen of zenuwblokkades. Harm Scholten, anesthesioloog/intensivist, concludeert in zijn proefschrift dat het doeltreffend gebruiken van echogeleide technieken op de operatiekamers en intensive care nog sterk gebruikersafhankelijk is.
Echografie is zonder enige twijfel een hele goede en bruikbare beeldvormingstechniek. Percect is het echter niet. De dikte van de echo-bundel is met name bij oppervlakkige procedures een beperkende factor voor de nauwkeurigheid van de uitvoering. Er zijn veelbelovende laboratoriumstudies voor echogeleid prikken, maar de praktijk is helaas iets complexer.
Verbetering echogeleid prikken
Met behulp van een zogenoemde opzetlens kan de nauwkeurigheid verbeteren. Bijvoorbeeld wanneer een naald ineen vaatmodel geplaatst moet worden. Het geven van aanwijzingen over de plaatsing, zowel de lokatie als de hoek, van de echoprobe bij echogeleid prikken is een techniek die voor verbetering vatbaar is.
Daarnaast zijn er nog een aantal technologieën ontwikkeld, en op de markt gebracht, om het identificeren van de naaldpunt voor de echo-gebruiker te vergemakkelijken. Technologieën zoals GPS-systemen, naaldgeleiders en de toepassing van robots. Eind vorig jaar had het UMC Utrecht de primeur in Nederland met de ingebruikname van de eerste echogeleide bloedprikrobot.
Onderzoek naar effect verbeteringen
Bij het Catharina Ziekenhuis is onderzoek gedaan naar het mogelijk positieve effect van enkele technologieën voor echogeleid prikken op de nauwkeurigheid van het plaatsen van centrale lijnen of arterielijnen. Gekeken werd daarbij naar het gebruik van 3D echografie in plaats van conventionele 2D-echografie. Ook werd een 3D echografie, ontwikkeld met de TU/e en Philips, onderzocht. Daarbij wordt de naald door een algoritme herkent in een 3D-echovolume.
Helaas, zo concludeert Harm Scholten in zijn onderzoek, blijken veelbelovende resultaten in laboratoriumstudies nog geen verbeterde patiënt-gerelateerde uitkomsten op te leveren. Het doeltreffend gebruiken van echogeleide technieken op de operatiekamers en intensive care is nog sterk gebruikersafhankelijk.
Nog niet snel genoeg voor de praktijk
De methode met het algoritme van Philips en de TU/e heeft wel potentie. Echter, zo stelt het onderzoek, is deze methode nog niet snel genoeg om er in de praktijk ook al procedures mee te kunnen uitvoeren. De hoop is gevestigd op de doorontwikkeling en verfijning van het algoritme. Dat, samen met steeds sneller wordende computers, moet het realtime werken op termijn wel mogelijk worden. Dan is deze methode ook in de praktijk te gebruiken.
"Bewustzijn van de beperkingen van echografie bij zowel de gebruikers als de industrie is belangrijk voor verdere technologische ontwikkelingen, maar ook voor het uitvoeren van echogeleide procedures zelf", aldus Scholten in zijn proefschrift.