Een open, standaard ICT-markt in zorg in vijf thema's

vr 18 december 2020 - 11:30
Computer-arts-verpleging-1
Overheid
Nieuws

Minister Tamara van Ark zet in een Kamerbrief uiteen hoe zij nog dit jaar en in 2021 meer openheid van én een gelijk speelveld in het zorg ICT-stelsel wil realiseren. Meer regie vanuit VWS, meer grip van zorgverleners en burgers, meer standaardisatie en betere toegang voor (nieuwe) ICT-aanbieders staan centraal in de vijf thema’s die Van Ark munt in de brief. Deze aanpak moet de gewenste digitale gestandaardiseerde gegevensuitwisseling in de zorg versnellen en versterken.

Voldoende openheid in het zorg ICT-stelsel moet zorgverleners in staat stellen om gemakkelijk de juiste gegevens met elkaar en met de patiënt te delen. Momenteel leidt gebrekkig gebruik van open standaarden tot een ongelijk speelveld voor ICT-leveranciers. Gebrek aan openheid is er ook bij adres- en capaciteitsgegevens in infrastructuren. Onder regie van VWS (lees hiervoor ook dit artikel) wordt nu gewerkt aan zorgbrede afspraken over standaardisatie van de zorginformatievoorziening.

De minister verdeelt haar aanpak onder in vijf thema's:

  • Uniforme afspraken voor interoperabiliteit;
  • Regie op open standaardisatie;
  • Bevorderen van gelijk speelveld, innovatie en vraaggerichtheid;
  • Zeggenschap en deblokkeren zorggegevens;
  • Mitigeren van zwakke schakels in de infrastructuur.

Uniforme afspraken ICT-interoperabiliteit

Bestaande en nieuwe ICT-systemen en infrastructurele oplossingen moeten aan uniforme afspraken over taal en techniek voldoen. Normering is het aangewezen middel. Het wetsvoorstel elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) verplicht per gegevensuitwisseling normen die aangeven aan welke standaarden de gegevensuitwisseling moet voldoen. De normen moeten op grond van mondiale normeringsafspraken aansluiten bij open internationale standaarden. ICT-producten zullen hierop gecertificeerd worden. De Wegiz moet zo bijdragen aan een open ICT-markt in de zorg.

Van Ark wil ook normen laten ontwikkelen voor generieke functies voor alle gegevensuitwisselingen, zoals identificatie, authenticatie en autorisatie. Deze normen (in combinatie met certificering) zullen ook gelden voor bestaande landelijke infrastructurele voorzieningen zoals het LSP, zodat ze aantoonbaar passen in het open stelsel en zodat alternatieve decentrale systemen kunnen aansluiten. Dit maakt ook deel uit van het programma elektronische gegevensuitwisseling in de zorg.
https://www.icthealth.nl/nieuws/gebruik-lsp-ingeburgerd-bij-huisartsen-oost-brabant/

Privaatrechtelijke normen kunnen ook effectief zijn zonder wettelijke verplichting, stelt Van Ark. Zo heeft het project Veilige e-mail al geresulteerd in een nieuwe NEN-norm en technische afspraken tussen de relevante ICT-leveranciers. Alle zorgverleners die klant zijn bij deze leveranciers kunnen hierdoor nu veilig onderling communiceren.

Regie op open standaardisatie

Deze regie is nog onvoldoende. Zo is er soms discussie over de mate waarin open (internationale) standaarden aangepast worden aan de Nederlandse praktijk. Reden om onder de Wegiz ook voor normontwikkeling binnen de NEN-spelregels te kiezen: deze borgen dat standaarden die in het stelsel gebruikt worden, daadwerkelijk open zijn, vrij van licenties en niet onnodig veel van de internationale standaarden afwijken. Een aanvullende maatregel kan een toezichthoudende publieke houder van het standaardenstelsel zijn. In het voorjaar wordt hier meer over bekend.

Bevorderen gelijk speelveld

Alle genoemde maatregelen moeten bijdragen aan een open en gelijker speelveld voor leveranciers. Omdat dit niet garandeert dat de zorg ICT-markt in beweging komt, volgen drie initiatieven:

  1. Stimuleren van mogelijkheden voor nieuwe toetreders;
  2. Versterken en vergroten van invloed van klanten op leveranciers;
  3. Uitgaven aan ICT in de zorg in balans brengen met de maatschappelijke functie ervan.

Stimuleren mogelijkheden toetreders

Sectoronderzoek van de ACM (zie ook dit artikel over de Kamerbrief) moet de huidige situatie op de zorg ICT-markt inzichtelijk maken. Op basis van de uitkomsten zal Van Ark samen met het ministerie van EZK stappen zetten om toetreding tot de zorg ICT-markt te vereenvoudigen.

Via de Taskforce Samen Vooruit, een initiatief door VNO-NCW, MKB-Nederland en VWS, stimuleert Van Ark samenwerking tussen ICT-leveranciers. Deelnemende partijen willen concurreren op basis van open standaarden en niet op de toegankelijkheid van data. Deelnemers werken onder andere samen aan technische afspraken voor bijvoorbeeld zorgadressen en beelduitwisseling. Deze technische afspraken vormen input voor NEN normen, zodat ook (nog) niet betrokken leveranciers kunnen aansluiten en profiteren.

Nog in december moet de eerste set technische afspraken (voor beelduitwisseling) gepubliceerd worden voor publieke consultatie. Eind 2021 moeten betrokken ICT-leveranciers deze afspraken uitvoeren. Zorgverleners die hun ICT-producten gebruiken, kunnen dan landelijk medische beelden kunnen uitwisselen. Hierbij wordt aangesloten bij het programma Twiin van Vzvz.

Versterken en vergroten invloed klanten, gebruikers

De zorg is complex en vergt een zeer diverse ICT-ondersteuning (en dus een gevarieerd ICT-aanbod van voldoende leveranciers). De benodigde sturing op het ICT-aanbod door gebruikers, zorgverleners en cliënten is nog niet overal aanwezig. Daarom zet Van Ark in op versterkte gebruikerssturing op ICT-innovatie en implementatie. Het doel is een ICT-aanbod dat aantoonbaar voldoet aan de gebruikerseisen, door testen en beproeving in de zorgpraktijk en waar nodig door certificering.

Gebruikersgroepen en -organisaties uit de zorg (zoals CMIO's en CNIO's) moeten een betere positie krijgen in het ICT-zorgstelsel. Een voorbeeld is stichting LEGIO, die het overleg organiseert tussen gebruikersorganisaties uit de huisartsenzorg en hun ICT-leveranciers. Het Informatieberaad Zorg is als hoogste bestuurlijke vertegenwoordiging de tafel waar van Ark sectorbrede en generieke thema’s rondom gegevensuitwisseling in de zorg bespreekt. In voorkomende gevallen kan van Ark als minister knopen doorhakken.

De minister heeft meer regie genomen om te komen tot uitbreiding van de eerste set basiseisen voor leveranciers en een duurzaam stelsel en werkende oplossingen in de praktijk. Zo stimuleert zij beroepsverenigingen, koepels en andere samenwerkingsverbanden om gezamenlijke (vaak generieke) eisen aan ICT en systemen op te stellen, zowel bij gegevensuitwisseling als bij het dagelijkse gebruik van bijvoorbeeld registratiesystemen. Bovenop die minimale (generieke) eisen moeten individuele afnemers ook eigen afspraken kunnen blijven maken. Voor wettelijk verplichte NEN-normen neemt VWS de ontwikkelkosten op zich.

Daarnaast voert Van Ark elk kwartaal overleg met een vertegenwoordiging van ICT-leveranciers om voortgang op gemaakte afspraken en de implementatie van open standaarden te bespreken. In de praktijk lopen leveranciers tegen allerlei tekortkomingen en praktische uitvoeringsproblemen aan. Voorheen zochten leveranciers hiervoor in overleg met eigen klanten maatwerkoplossingen. Om gegevensuitwisseling te versnellen, moet dit in elk geval gezamenlijk, maar ook onder regie gebeuren en in goed overleg met verenigde leveranciers en zorgverleners.

Aanvullend gaat Van Ark in gesprek met zorgverzekeraars en het veld om waar mogelijk sterkere samenwerking bij de inkoop van ICT te organiseren. Het RIVM en het Amsterdam UMC hebben in eerder onderzoek gewezen op vermijdbare medicatiefouten door betere informatie-uitwisseling en gebruik van ICT-systemen. Op basis van bijvoorbeeld het in dit onderzoek benoemde meetinstrument zouden verdere eisen ontwikkeld kunnen worden.

Uitgaven aan ICT in zorg, maatschappelijke functie

Het is wenselijk dat ICT-leveranciers in de zorg aan dezelfde transparantieverplichtingen voldoen als de sector waarvoor ze werken. Het aanspreken van ICT-leveranciers op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid bij het delen van data, het verdienmodel en het meewerken aan de maatschappelijke doelstelling van de zorg heeft nog niet het gewenste resultaat opgeleverd. reden voor aanvullende acties.

Zo wil Van Ark leveranciers binden aan maatschappelijke normen en waarden van de Nederlandse gezondheidszorg met een manifest of een convenant. Verder verkent zij meer dwingende maatregelen tegen de ‘commerciële en technische strategieën’ die ICT-leveranciers kunnen hanteren om concurrentie te beperken.

'Zoals we in Nederland ‘dure geneesmiddelen’ beoordelen op toegevoegde waarde en kosteneffectiviteit, kan ICT in de zorg ook een dergelijke beoordeling ondergaan. Daarbij wil ik laten onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om kosteneffectiviteit zeker te stellen zonder innovatieprikkels bovenmatig te schaden.'

Zeggenschap, deblokkeren zorggegevens

Zorgverleners moeten zeggenschap hebben over de toegang tot zorggegevens voor hergebruik in ICT-systemen naar hun keuze. Het maken van afspraken over taal en techniek, en stimuleren van het gebruik ervan, moet die zeggenschap faciliteren. Zo helpen de VIPP-regelingen onder andere bij de implementatie van zorginformatiebouwstenen (ZIB’s) en aansluiting op het MedMij afsprakenstelsel. De implementatie van ZIB’s voor uitwisseling tussen zorgverleners is echter kostbaar, omdat de zeggenschap van zorgverleners hierop beperkt is en zorggegevens vastzitten in dossiersystemen.

Betere herbruikbaarheid is van grote betekenis voor modernisering van zorgprocessen en informatievoorziening. In juni 2020 besprak het Informatieberaad een advies over twee vormen van informatie-uitwisseling: een aanbod- en een vraaggedreven uitwisseling. In andere sectoren (banken, verzekeraars en dienstverlening) is de transitie naar een meer vraaggerichte informatievoorziening al grotendeels gemaakt. Denk aan de dienstverlening van app’s en mobiele toepassingen. Dit geeft burgers meer regie en beperkt administratieve lasten.

Deze innovatie kan alleen effectief plaatsvinden wanneer zorggegevens volgens afspraken ontsloten worden. Het Informatieberaad heeft gevraagd de impact en de transitie naar deze modernere technologie in beeld te brengen. Dit onderzoek start nog in 2020 en wordt in de loop van 2021 afgerond. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek en juridisch advies wil Van Ark regie nemen op het deblokkeren van data. Zo moet de zorgverlener (en niet de ICT-leverancier) kunnen bepalen welke app of ICT-systeem toegang moet krijgen tot zorggegevens.

Daarbij moet deze zeggenschap voor het hele dossier gelden en niet tot onvoorspelbare kostendrempels leiden. Een ‘gedragscode dataportabiliteit’ zoals bedoeld in de AVG kan helpen, of anders het ontwikkelen van een norm en wettelijke verplichting voor dataontsluiting zoals de VS en Duitsland deze kennen.

Geen zwakke schakels infrastructuur

In een open decentrale architectuur worden kwetsbare zwakke schakels en de afhankelijkheid van één of weinig systemen zo veel mogelijk vermeden. Dit betekent bijvoorbeeld dat niet alle zorginformatie via één knooppunt wordt uitgewisseld, of dat alle gegevens op één plek bewaard worden. Dit kan leiden tot grote afhankelijkheid van één dienstverlener en risico’s voor zorgcontinuïteit en de informatiebeveiliging.

Soms zijn er echter goede redenen om van een decentraal stelsel af te wijken en centrale, gemeenschappelijke voorzieningen in te richten. Ook in deze gevallen wil Van Ark (een belangrijk deel van) de openheid borgen, door deze voorzieningen onder publieke sturing te brengen.

Het Informatieberaad heeft daarom opdracht gegeven voor een analyse naar nut en noodzaak om voor generieke aspecten - zoals identificatie, authenticatie en toestemming - gemeenschappelijke voorzieningen te ontwikkelen of te kiezen voor marktwerking. Nog voor de zomer van 2021 moeten de uitkomsten van de analyse bekend worden. Verder gaat Van Ark kijken naar hoe zij meer regie en sturing kan nemen op de landelijke infrastructuur.