In Nederland zijn 2,5 miljoen volwassenen laaggeletterd en bijna 30 procent van de bevolking heeft beperkte gezondheidsvaardigheden. Deze mensen hebben minder toegang tot de zorg. Zo vinden zij het vaak lastig om informatie over zorg en gezondheid te vinden, begrijpen en gebruiken. Hierdoor vinden zij de weg in de zorg onvoldoende en blijven ze zitten met vragen.
De opkomende digitalisering in de zorg lijkt nog een extra drempel op te werpen en de gezondheidsverschillen te vergroten. Terwijl eHealth juíst voor deze mensen veel kan bieden. Mits de eHealth-ontwikkelaars de doelgroepen betrekken en de toepassingen laten testen.Daarom daagt Pharos, expertisecentrum gezondheidsverschillen, zorgverleners en eHealth-ontwikkelaars uit om websites en andere eHealth-toepassingen begrijpelijk en bruikbaar te maken voor iedereen. Goede voorbeelden zijn de Samen Starten app die zorgverleners in de Jeugdgezondheidszorg inzetten bij gesprekken met ouders. Via icoontjes wordt duidelijk wat er aan de hand is, wat de ernst van de klachten is en welke oplossingen beschikbaar zijn. Via de website Begrijp je lichaam legt de zorgverlener aan de hand van eenvoudige afbeeldingen van het menselijk lichaam duidelijk uit waar de klachten vandaan komen.
GGD GHOR Nederland gaat nog een stapje verder met de GGD appstore: samen met Pharos zorgen zij er nu voor dat de apps óók toegankelijk worden voor laagopgeleiden en migranten. Maar ook hier is nog werk aan de winkel.
Om erachter te komen waar laaggeletterden tegenaan lopen bij het digitaal zorgaanbod, sprak Pharos met 30 laaggeletterden. Zij gaven aan dat de meeste eHealth-toepassingen té veel en té ingewikkelde informatie bieden. Daarbij vinden ze het lastig om in te schatten of de aangeboden informatie betrouwbaar is. We kregen een aantal waardevolle tips terug, zoals: maak gebruik van filmpjes, spraakherkenning en een voorleesfunctie; geef meer bekendheid aan betrouwbare sites en apps en bied hulp bij het gebruik ervan.
We moeten toe naar een standaard werkmethode waarbij vertegenwoordigers uit de doelgroep zijn betrokken. Zij geven aan wat ze nodig hebben én kunnen de toepassingen testen op toegankelijkheid en bruikbaarheid. De zorgverlener zorgt vervolgens voor bekendheid van de eHealth-toepassing bij de doelgroep. Als we dit nú goed aanpakken, dan is de kans groot dat gezondheidsverschillen in Nederland daadwerkelijk afnemen.
Auteur: Robbert van Bokhoven
Projectleider eHealth4all bij Pharos Expertisecentrum Gezondheidsverschillen