Zó heb je een korte tweet-wisseling over elektronische uitwisseling in de acute zorg, zo sta je weer zelf aan het front. Het is de dag na Pinksteren, een al snel overstromende agenda en dan na 2,5 uur flink door buffelen de alarmerende rinkel van de spoedlijn. Een bezorgde echtgenote die niet snapt wat er met haar man aan de hand is.
Dus: spoedtas en AED (Automatische Externe Defibrillator) de auto in en gaan! Na toch wel even goed puzzelen is de conclusie dat er een probleem in de ‘D’ is waarvan de aard me nog niet duidelijk is, maar de indicatie voor een A1-rit wel. ABCDE is de systematiek in het benaderen van acute patiënten, D staat hierin voor neurologie en bloedsuikerspiegel. A1/2/B? dat is de beoordeling met welke spoed ambulance moet komen. A1 staat voor zwaailicht en sirene.
Tsjakka-moment
In de 15 hectische minuten die het voor de ambulance kost om in deze uiterste grens van de regio te komen kan ik mijn onderzoek verder afronden, patiënt en familie uitleg geven, een infuusnaald plaatsen, het dossier via mijn iPad invullen met aansluitend een adequate verwijzing richting de specialist die ik vervolgens ook nog probeer te bellen (helaas niet te pakken gekregen). Het past eigenlijk allemaal zo strak dat ik inwendig een ‘Tsjakka!’ voel opkomen die ik als uiteraard ongepast in deze situatie weer op tijd wegslik.
Maar workflowtechnisch gezien bijna volmaakt. Tenminste: tót de overdracht naar de ambulance. Die uiteraard graag mijn gemeten waardes, de voorgeschiedenis, de medicatie, de allergieën en behandelgrenzen van me wil weten. Eh… ja, die heb ik net superstrak, leesbaar, episode-georiënteerd, volgens het SOEP-systeem met een verwijsbrief volgens het HASP-model rechtstreeks Zorgdomein in en vervolgens naar de betreffende specialist gestuurd!
Het komt er eigenlijk op neer dat ik als sluitstuk van dit staaltje goed georganiseerde, slim getimede opperfunctionaliteit met hulp van mijn hightech gereedschapskist dus eigenlijk óók nog even een papieren kladje had moeten maken met mijn onleesbare hanenpoten van alles wat al goed georganiseerd in mijn dossier stond en wat ik net onder hoge druk al ingeklopt had…
Siilo voor gegevensuitwisseling
Mijn spontane idee om een foto van de verwijzing te maken net voor ik die verzond - met het idee die via Siilo naar de ambulanceverpleegkundige te sturen - strandt op het feit dat de ambulance geen Siilo heeft. Whatsapp is voor gegevensuitwisseling dan weer niet veilig genoeg (vraag me niet naar de risico’s van het kladje en waar dat terecht kan komen…). En zo staan we buiten vlak voor de ambulancedeuren dichtslaan nog even snel de tweets van gisteravond te memoreren en vraag ik: “En als we gegevensuitwisseling nou hier in de regio eens écht elektronisch goed geregeld zouden hebben?”. “Ik kan niet wachten!” is het antwoord en ik zie ineens twee ogen verwachtingsvol schitteren.
Hij stapt in. Terwijl de grote gele bus zich in beweging zet en de sirene aan gaat, spoed ik me terug naar mijn ongetwijfeld nu echt overvolle wachtkamer. Ik hoop het beste voor mijn patiënt en net zo hoop ik het beste voor de volgende grote verbeterstap in de acute zorgketen. Wij zijn er klaar voor!