Europese subsidies innovatieprojecten versnipperd, ondoorzichtig

7 augustus 2017
Nieuws

Er is veel mis met EU-subsidies op innovatiegebied die bedoeld zijn om samenwerking tussen meerdere lidstaten, bedrijven of onderzoeksinstituten te bevorderen. Dat concludeert adviesbureau Technopolis. De subsidies voor onderzoek op gebieden zoals technologie en gezondheid zijn vaak versnipperd en niet transparant, terwijl ook niet duidelijk is wat de concrete resultaten zijn.

De zogeheten partnerinstrumenten - stimuleringsregelingen voor innovatie die de Europese Commissie samen met lidstaten of de industrie beheert en financiert – zijn goed voor een totaalbedrag van 20 miljard euro. Technopolis heeft de regelingen doorgelicht op Estland, de huidige voorzitter van de Europese Unie. Directeur Patries Boekholt van het adviesbureau stelt in Het Financiele Dagblad dat de uitkomst van de studie niet verbazingwekkend is. “Het scala aan instrumenten is zo ingewikkeld. Niemand heeft het overzicht en voelt zich verantwoordelijk voor het geheel.”

Vele samenwerkingsverbanden

Onder de tien subsidieregelingen voor innovatietrajecten vallen vele honderden samenwerkingsverbanden. Alleen al onder de vlag van het Joint Technology-initiatief werken 560 organisaties en bedrijven aan de ontwikkeling van schonere vliegtuigen. Met het programma is 5,6 miljard euro aan subsidies gemoeid.

Een vergelijkbaar project is 'More years, better lives', dat de gevolgen van de vergrijzing in kaart brengt. Daar doen 17 EU-lidstaten aan mee. Verder financiert Horizon 2020, het innovatie- en onderzoeksprogramma van de Europese Commissie, meerdere initiatieven die langdurige samenwerking tussen lidstaten, bedrijven en onderzoekers stimuleren. Het gaat onder andere om onderzoek naar gezonde voeding, Alzheimer, waterstofauto's, de inzet van robots of de verdere ontwikkeling van internet.

Dit zijn de tien stimuleringsregelingen, met elk eigen spelregels en voorwaarden:

  1. European Research Area Network (ERA-NET)
  2. European Joint Programme Cofund Actions
  3. Artikel 185 initiatieven
  4. European Innovation Partnerschappen
  5. European Technology Platformen
  6. Joint Technology Initiatieven
  7. Contractuele Publiek Private Partnerschappen (cPPP)
  8. Future and Emerging Technologies (FET)-flagships
  9. Knowledge and Innovation Communities (KIC)
  10. Joint Programming Initiatieven

Gezamenlijke agenda moet dubbel werk voorkomen

De Commissie wil met gezamenlijke onderzoeksprojecten en een gezamenlijke agenda voorkomen dat er in meer lidstaten, door meerdere bedrijven of onderzoeksinstituten dubbel werk gedaan wordt. Samenwerking en verdeling van taken moet er voor zorgen dat ideeën sneller tot wasdom komen via concrete toepassingen om maatschappelijke problemen aan te pakken of voor economische groei te zorgen.

Volgens Technopolis  wordt deze ambitie nog niet of nauwelijks gerealiseerd en worden versnippering, onoverzichtelijkheid en bureaucratie juist in de hand gewerkt. Er is ook geen coördinatie om problemen aan te pakken met onderzoek, wetgeving en standaarden.  Technopolis-directeur Boekholt hierover: “Het geld wordt op de klassieke manier verdeeld door in veel verschillende landen kleine onderzoeksprojecten te financieren die aan allerlei subthema's werken. Daardoor worden de grote problemen niet systematisch aangepakt.”

Geen pleidooi voor afschaffing

Zowel EU-voorzitter Estland als demissionair staatssecretaris Sander Dekker van OCW concluderen dat er meer lijn moet komen in de subsidiering, onder meer door de regelingen te vereenvoudigen en te bundelen. Boekholt is het daar mee eens, maar stelt ook dat de studie naar de regelingen niet gezien moet worden als pleidooi om ze af te schaffen.

“Dan gaan we terug naar de oude situatie, waarin er een grote kloof is tussen privaat en publiek onderzoek en lidstaten onderling. Maar in plaats van tien verschillende initiatieven, is het beter om een of twee duidelijke regelingen te hebben die de lidstaten politiek en financieel steunen.” Verder meent ze dat een cultuurverandering bij de lidstaten nodig is, waarbij men niet meer moet proberen zoveel mogelijk geld voor eigen onderzoeksinstituten of bedrijven binnen te slepen.