'Flash glucose monitoring maakt leven diabetici makkelijker'

18 september 2018
diabetes
Passende Zorg
Nieuws
Volgens de Belgische minister van Volksgezondheid Maggie De Block maakt een handig monitoringsysteem zoals flash glucose monitoring het veel eenvoudiger voor diabetespatiënten om hun bloedwaarden op te volgen. “Dankzij professionele begeleiding binnen de diabetescentra leren ze de informatie bovendien ook zeer goed te interpreteren. Daardoor kunnen ze sneller ingrijpen als dat nodig is en kunnen ze hun aandoening beter onder controle houden.”

Flash glucose monitoring vergoed

Om hun bloedsuikerspiegel onder controle te houden, moeten diabetespatiënten type 1 hun bloedsuikerwaarden geregeld controleren. In 2016 besliste De Block om een nieuw systeem te bekostigen voor het opvolgen van die waarden: flash glucosemonitoring. Patiënten bevestigen een sensor met een minuscuul naaldje op hun arm of hun buik. Daarmee worden de glucosewaarden continu geregistreerd. Ze zijn af te lezen van een speciaal toestel of via een app op de smartphone. De sensor is waterbestendig en blijft 1 à 2 weken op de huid kleven. De sensor maakt deel uit van de behandeling binnen een erkend diabetescentrum. Type 1-diabetespatiënten krijgen hun sensors volledig terugbetaald. Volwassen type 2-patiënten kunnen ze tegen sterk gereduceerde kosten aanschaffen. België is volgens De Block een van de allereerste landen om dit systeem op grote schaal terug te betalen. In Nederland besloot Zorginstituut Nederland in mei 2018 dat, met terugwerkende kracht, glucosemetingen met Flash Glucose Monitoring (FGM) voor vier groepen mensen met diabetes wordt vergoed. FGM is verzekerde zorg voor diabetespatiënten die al in aanmerking komen voor vergoeding van real time continu glucose monitoring (RTCGM). Het recht op vergoeding van FGM voor deze patiëntengroepen gaat in met terugwerkende kracht vanaf 27 november 2017. De laatste cijfers van de diabetescentra voor volwassenen en voor kinderen en adolescenten geven aan dat intussen 21.522 patiënten met diabetes type 1 de nieuwe sensormeetmethode gebruiken: 19.219 volwassenen en 2.303 kinderen. In totaal hebben naar schatting 45.000 mensen in België diabetes type 1, waarvan circa 3.500 kinderen en adolescenten.

Traditionele methode: vingerprik

Voordien moesten patiënten hun bloedsuikerwaarden opvolgen via de klassieke vingerprik: een paar keer per dag moesten ze in hun vinger prikken, bloed aanbrengen op een teststrip en vervolgens hun bloedglucosewaarden aflezen en noteren. Op basis van die info stelden ze een schema op voor het toedienen van insuline. In 2015 en 2016 voerden verschillende Belgische universiteiten en ziekenhuizen met de steun van de federale overheid een studie uit naar de voor- en nadelen van sensormonitoring voor patiënten met diabetes type 1. Patiënten in de studie gebruikten daarbij continue glucosemonitoring, een variant van flash glucose monitoring. Daarbij wordt de sensor onderhuids aangebracht, in de bovenarm of de buik.

Aanzienlijke verbetering kwaliteit leven

De sensor, die een week blijft zitten, meet de glucoseconcentratie in het onderhuidse weefselvocht en stuurt die waarden via een zender naar de smartphone, het scanapparaat of de insulinepomp van de patiënt. De resultaten van de studie tonen duidelijk aan dat het gebruik van een sensorsysteem de levenskwaliteit van diabetespatiënten aanzienlijk helpt te verbeteren. In het totaal namen er 515 patiënten deel aan de studie die een jaar lang liep.
  • In 12 maanden nam het percentage patiënten dat zijn of haar glucosespiegel onder controle had toe van 23 tot 33 procent.
  • Het aantal patiënten dat door een verstoorde bloedsuikerregeling opgenomen moest worden in het ziekenhuis, nam af van 16 naar 4 procent. Bovendien konden die patiënten het ziekenhuis veel sneller verlaten.
  • Het aantal patiënten dat thuis moest blijven door de aandoening, daalde van 123 naar 36.
  • Patiënten hadden dankzij het monitoringsysteem hun aandoening beter onder controle en vreesden daardoor veel minder voor een hypoglycemie (te lage glucosewaarden).

Type 1 versus type 2

Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte waarbij het lichaam zelf geen insuline – het hormoon dat de bloedsuikerspiegel regelt – meer aanmaakt. De ziekte manifesteert zich dikwijls al in de kindertijd. Ongeveer 10 procent van het totale aantal diabetespatiënten heeft diabetes type 1. Bij diabetes type 2 maakt het lichaam wel nog insuline aan, maar in onvoldoende hoeveelheden of met een verminderde werking van het hormoon. Naast genetische aanleg spelen factoren zoals overgewicht, een gebrek aan lichaamsbeweging en ouderdom een rol bij het ontstaan van de aandoening. Diabetes type 2 komt vooral voor vanaf 40 jaar. Openingsmanifestatie van de e-healthweek 2019 Meer weten over hoe, waarmee en met wie de zorg haar toekomst implementeert? Bezoek dan op 21 januari 2019 de jaarlijkse ICT&health Openingsmanifestatie van de e-healthweek. Entreekaarten zijn gratis, dus wacht niet en meld u snel aan want op is op!