Gestructureerde medicatiebeoordeling tegen verkeerd medicijngebruik

24 september 2021
Vrouw-senior-ziekenhuis
Onderzoek
Nieuws

Ongeschikte medicatiegebruik bij oudere patiënten verminderen - en daarmee de negatieve gevolgen ervan - was het onderwerp van een zogeheten OPERAM-studie. Vier Europese medische centra onderzochten in deze studie de effecten van een ‘gestructureerde medicatiebeoordeling’ bij 70-plussers die in het ziekenhuis waren opgenomen. Het ging om patiënten met drie of meer chronische aandoeningen, die ten minste vijf medicijnen gebruiken. De resultaten zijn onlangs gepubliceerd in het British Medical Journal.

OPERAM is een Europees onderzoeksconsortium, dat een gelijknamige studie deed met financiering van EU-onderzoeksprogramma Horizon 2020 en de Zwitserse regering. Het UMC Utrecht was partner in dit project met een onderzoeksgroep vanuit de klinische geriatrie en ziekenhuisfarmacie onder leiding van Wilma Knol. Voor het onderzoek naar medicijngebruik werd onder meer speciaal ontwikkelde beslissingssoftware ingezet.

Optimaal medicijngebruik

Optimaal medicijngebruik bij ouderen kan ongewenste voorvallen als ziekenhuisheropnames verminderen. Dit realiseren is een grote uitdaging, stelt UMCU. Momenteel heeft 30 procent van de ziekenhuisopnames te maken met medicijngebruik. De helft daarvan is potentieel vermijdbaar. Maar vanzelfsprekend is élk ongeschikt medicijngebruik ongewenst, stelt Knol, klinisch geriater en klinisch farmacoloog van het UMC Utrecht, ook wanneer dat niet tot ziekenhuisopname leidt.

“We spreken van ongeschikt mediatiegebruik wanneer er sprake is van onderbehandeling, overbehandeling of onjuiste behandeling. Of te wel het voorschrijven van een geneesmiddel met een significant risico op bijwerkingen of interacties, het te langdurig of te frequent gebruiken van een geneesmiddel of het voorschrijven van een verkeerde dosis.”

Verbetering in zorg

In de OPERAM -studie constateerden de onderzoekers bij 86 procent van de patiënten in de interventiegroep ongeschikte medicatie. De groep 70-plussers met meerdere aandoeningen (co-morbiditeit) die veel medicijnen gebruikt (polyfarmacie) is groot en zal verder groeien. Knol: “Je kunt je dus voorstellen dat kennisontwikkeling op dit gebied tot belangrijke verbeteringen in de zorg kunnen leiden.”

Volgens Knol berust de sterkte van het onderzoek onder andere op de methodologische opzet waarbij beperkingen van eerder onderzoek zijn opgepakt. Er werden ruim 2.000 patiënten geïncludeerd, representatief voor de dagelijkse praktijk door aanwezigheid van multimorbiditeit. Bij de ruim duizend patiënten in de interventiegroep is een gestructureerde medicatiebeoordeling, uitgevoerd door een arts en een ziekenhuisapotheker, met inzet van beslissingssoftware die specifiek voor dit doel ontwikkeld is.

“Aanbevelingen om de medicatie te optimaliseren werden besproken met de zaalarts en de patiënt of - indien klinische uitvoering niet mogelijk was - doorgegeven aan de huisarts via een adviesrapport dat bij ontslag werd toegezonden.”

Medicijngerelateerde ziekenhuisopnames

De onderzoekers bekeken of implementatie van zo’n gestructureerde medicatiebeoordeling verschillen liet zien in medicijngerelateerde ziekenhuisopnames binnen een jaar. Bij 86 procent van de interventie-patiënten was sprake was van onjuist medicatiegebruik. Bij 62 procent van hen waren na twee maanden één of meer STOP- of START-aanbevelingen uitgevoerd.

“Stoppen met een geneesmiddel zonder duidelijke indicatie was het vaakst gegeven advies. 52 procent hiervan was na twee maanden uitgevoerd. We zagen echter geen significant effect op medicatie-gerelateerde heropnames, althans niet binnen dat ene onderzoeksjaar. Je moet je realiseren dat ‘geen bewijs voor effect’ echt iets anders is dan ‘bewezen niet effectief’. Mogelijk is er wél effect bij metingen langer dan een jaar om effect te zien van bijvoorbeeld nieuw voorgeschreven preventieve medicatie. Deze studie en de bemoedigende resultaten ervan effenen de weg voor toekomstig onderzoek op dit gebied.”

Ontwikkeling beslissingssoftware

Afgezien van de resultaten voor patiëntenzorg heeft het Europese project tot talrijke wetenschappelijke vorderingen geleid. Zo hielp het onderzoekswerk van het UMC Utrecht-team bij de ontwikkeling van beslissingssoftware rond geneesmiddelengebruik, en de algoritmes die zo’n instrument gebruikt.

Ook werd door onderzoek van Lianne Huibers, Bastiaan Sallevelt en Lauren Dautzenberg, de promovendi van het UMC Utrecht binnen het Nederlandse OPERAM team, inzicht verkregen in verbetermogelijkheden die de medicatiebeoordeling weer een stap verder kunnen brengen.

Voorkomen verkeerd medicijngebruik

Er wordt ook in de dagelijkse zorgpraktijk gewerkt aan het voorkomen van verkeerd medicijngebruik. Apothekers van het Amsterdamse ziekenhuis OLVG en gespecialiseerde verpleegkundigen van VVT-organisatie Cordaan besloten afgelopen mei bijvoorbeeld voortaan informatie uitwisselen via het digitale samenwerkingsplatform cBoards. Zo willen het OLVG en Cordaan medicijngebruik van mensen na ontslag uit het ziekenhuis verbeteren. Zorginstelling Omring begon in juni met vier andere thuiszorgorganisaties, een reeks apotheken en apotheekhoudende huisartsen in de regio Noord-Holland Noord met een gezamenlijk digitaal systeem voor het toezien op en registreren van medicatie in de thuiszorg.