Gezondheidsapps dragen bij aan zorg op maat

wo 14 mei 2025 - 08:45
Apps
Nieuws

De druk op de huisartsenzorg neemt toe en patiënten willen steeds vaker meer grip op hun gezondheid. Gezondheidsapps kunnen laagdrempelige ondersteuning bieden bij uiteenlopende klachten – zoals vermoeidheid na kanker of urineverlies – en kunnen zo bijdragen aan zorg op maat én minder belasting voor zorgprofessionals. “Huisartsen zouden gezondheidsapps net als medicijnen moeten kunnen voorschrijven,” stelt Marco Blanker, huisarts en ontwikkelaar van de app URinControl, in ICT&health 3.

Blanker benadrukt dat gezondheidsapps huisartsen niet vervangen, maar aanvullen. Het zijn apps die patiënten met een specifieke klacht kunnen helpen, waarbij het meestal gaat om zelfzorg met digitale ondersteuning. Voorbeelden zijn- naast URinControl (tegen ongewenst urineverlies) - apps zoals Vertigo Training (tegen draaiduizeligheid) en Untire Now (tegen vermoeidheid bij kanker). "Deze apps bevatten therapeutische programma’s met concrete informatie en oefeningen die patiënten thuis en op hun eigen moment kunnen uitvoeren,” legt Blanker uit.

Duidelijke richtlijnen

Om gezondheidsapps daadwerkelijk te integreren in de huisartsenpraktijk, is er behoefte aan duidelijke richtlijnen. Huisartsen moeten bijvoorbeeld weten welke apps betrouwbaar zijn en wat ze voor een patiënt kunnen betekenen. Tegelijkertijd zijn nog niet alle zorgverleners overtuigd: tijdsdruk en een gebrek aan overzicht maken het lastig om digitale ondersteuning actief in te zetten. Sommige huisartsen vrezen bovendien taakverzwaring.

Blanker erkent deze drempels, maar benadrukt dat het gebruik van gezondheidsapps in de praktijk vaak verrassend eenvoudig is: “Het vraagt slechts een kleine aanpassing in de werkwijze, maar zoals bij elke verandering kost het tijd om vertrouwd te raken met iets nieuws."

Belangrijke rol huisarts

Op dit moment worden gezondheidsapps nog niet standaard door huisartsen en zorgverleners aangeraden of voorgeschreven aan patiënten. Dit komt met name doordat apps nog geen onderdeel uitmaken van het reguliere zorgproces. Toch kunnen ze verdere medicalisering en inzet van duurdere zorg voorkomen. “Apps kunnen zelfmanagement van patiënten versterken, zodat ze minder afhankelijk worden van zorgprofessionals”, vindt Blanker. “Dat helpt ook om de druk op de zorg te verlichten.”

Daarbij is het volgens wel belangrijk om oog te hebben voor de digitale vaardigheden van patiënten. Niet iedereen kan zelfstandig met een app aan de slag. Voor sommige groepen, zoals mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden, is aanvullende begeleiding nodig. Ook kan taal een barrière zijn en moet er altijd gekeken worden naar de groep laaggeletterden en mensen die de Nederlandse taal onvoldoende machtig zijn.

Betrouwbaar en effectief

Een van de grootste zorgen bij het gebruik van digitale zorgapps is betrouwbaarheid. Blanker pleit daarom voor wetenschappelijke onderbouwing van de apps en waarschuwt voor wildgroei. "Er zijn nu al honderden apps die niet zijn onderzocht en dus niet onderbouwd," zegt hij. "We moeten ervoor zorgen dat de apps die op de markt komen, voldoen aan bepaalde criteria en daadwerkelijk waarde bieden voor de patiënt."

Net als andere zorg en medicijnen, moeten ook zorgapps dus betrouwbaar, veilig en bewezen effectief zijn, benadrukt Blanker. "Huisartsen en patiënten moeten kunnen vertrouwen op de apps die ze aanraden en gebruiken. Op dit moment is er nog geen wet- of regelgeving voor, maar het moet wat mij betreft in ieder geval klip en klaar zijn wat men kan verwachten van een app en hoe deze is onderbouwd.”

Lees het hele artikel in ICT&health 3, die op 13 juni verschijnt. Of lees dit nieuwsbericht over de financiële ondersteuning van de drie in dit nieuwsbericht genoemde apps door ZN.