De markt wordt al jaren overspoeld met apps en gadgets die zich richten op gezondheid. Tegen steeds lagere kosten kunnen we steeds meer zelf meten en bijhouden. Ik merk bij zorgcollega’s dat ze het ingewikkeld vinden hier iets mee te doen. In gesprekken en tijdens lezingen die ik geef, wordt altijd de ‘ja, maar’-vraag gesteld: is het wel gekoppeld met het EPD? Kunnen alle patiënten het gebruiken? Wordt het vergoed door de zorgverzekeraar?
Ook al is het antwoord hierop niet altijd ja, dat vind ik geen reden om er niks mee te doen. Want een verbetering voor enkele patiënten, die het misschien niet erg vinden om daar iets voor te betalen, betekent al een enorme winst.
In ons gezondheidscentrum kiezen wij er vaak voor om in de praktijk gewoon te gaan testen met gezondheidsapps om te kijken of het voor patiënten winst oplevert. Winst in de vorm van bijvoorbeeld kwaliteit van leven, gemak, een betere gezondheid of gevoel van eigen regie.
Hoe doen we dat dan? Gewoon, door apps en gadgets aan patiënten uit te delen en na een maand met ze te bespreken hoe ze die ervaren hebben. Niet ingediend bij een METC, niet in grote dubbelblind gerandomiseerde klinische studies. Maar in kleine groepjes, waarbij we ons gezond verstand gebruiken.
Temperatuur medicatie bewaken
Zo hebben we ervaring opgedaan met MedAngel. Een klein device dat de temperatuur kan meten en dat je bij temperatuurgevoelige medicatie kunt bewaren. MedAngel is gekoppeld aan je smartphone en geeft een alarm als de temperatuur buiten de vooraf ingestelde grenzen komt. Daarnaast kan het in één oogopslag weergeven of de medicatie nog keurig op koelkasttemperatuur is.
We gaven zeven mensen een maand lang een device mee. Wat opviel, was dat vijf van hen ontdekten dat ze hun medicatie op de verkeerde plek in de koelkast bewaarden - bijvoorbeeld in de deur. Zij wisten niet dat de temperatuur daar hoger was, zelfs hoger dan de maximum bewaartemperatuur. Deze patiënten zullen dat nooit meer vergeten, maar wij kunnen dit nu ook expliciet aan andere patiënten meegeven.
Aantal inhalaties checken
Een ander voorbeeld is Turbu+. Dit apparaatje klik je op de inhalator van je inhalatiemedicatie, waarna het registreert of je je inhalaties wel volgens voorschrift gebruikt. Wat we daar zagen, is dat sommige patiënten het heel fijn vinden als ze een reminder krijgen en anderen het juist irritant vinden en er onrustig van worden. Voor de één biedt het dus meerwaarde, voor de ander niet.
Reminder oefeningen fysiotherapie
Binnenkort starten we met het testen van Klikkit. Dit device, gekoppeld aan een smartphone-app, herinnert je eraan dat je jouw fysiotherapie-oefeningen moet doen. Patiënten kunnen ook achteraf in de app bekijken of zij hun oefeningen niet vergeten zijn. Wij denken dat dit hen kan helpen om de oefeningen beter te doen en zo sneller te herstellen. We zullen na een maand weten of het meerwaarde heeft voor de patiënten die het device voor ons getest hebben.
Open voor nieuwe mogelijkheden
Onze ervaring bij dit soort testen is dat de resultaten heel wisselend zijn, soms zelfs tegenstrijdig. Dus gemiddeld gezien komt er niet zo veel uit, maar dat wil niet zeggen dat gezondheidsapps geen meerwaarde hebben. Ik wil er dan ook voor pleiten om over de ‘ja, maar’-vraag heen te stappen en open te staan voor de mogelijkheden die deze nieuwe gadgets en apps bieden. Ook al is het maar voor enkele patiënten.