In de tweede Epidemiologisch Bulletin van 2017, uitgebracht door GGD Haaglanden, nemen zij e-health onder de loep. Het artikel toont aan dat vooral personen met een lage sociaaleconomische positie of een hogere leeftijd moeite hebben met het gebruik van e-health toepassingen. In het artikel dragen zij diverse mogelijkheden aan om e-health voor iedere bevolkingsgroep toegankelijk te maken.
E-health speelt een steeds grotere rol in de gezondheidszorg. Het is steeds meer de verwachting dat patiënten zichzelf kunnen onderwijzen en onderbouwde keuzes kunnen maken op het gebied van hun gezondheid. Wanneer de nodige eHealth vaardigheden echter bij iemand ontbreken, zal diegene het steeds lastiger krijgen om optimaal gebruik te maken van de gezondheidszorg. De kloof tussen mensen met voldoende vaardigheden en zonder vaardigheden zal zo steeds groter worden.E-Health vaardigheden
Het artikel haalt onderzoek van ‘health designer’ Cameron D. Norman en psycholoog Harvey A. Skinner aan om eHealth vaardigheden te definiëren. Dit onderzoek definieert eHealth vaardigheden als ‘vaardigheden die nodig zijn om gezondheid gerelateerde informatie te zoeken, vinden, begrijpen en beoordelen via internet of andere technologie, en om dergelijke informatie te gebruiken om de persoonlijke gezondheid te ondersteunen of te verbeteren’.Het onderzoek beschrijft een zestal vaardigheden: media vaardigheden, gezondheid vaardigheden, computer vaardigheden, informatie vaardigheden, onderzoek vaardigheden en geletterdheid. De auteurs stellen dat deze zes vaardigheden noodzakelijk zijn voor het optimaal inzetten van eHealth oplossingen.
Barrières bij ouderen en niet-westerse migranten
Deze vaardigheden zijn echter niet voor iedereen vanzelfsprekend. Mensen met een lage sociaal-economische status en mensen met een hogere leeftijd blijken de grootste risicogroepen te zijn. Oudere mensen zijn (meestal) minder gewend aan computers en technologie. Mensen met een lage sociaaleconomische status, met name niet-westerse migranten, krijgen echter met meer barrières te maken: niet weten waar zij informatie kunnen vinden, de Nederlandse taal minder begrijpen en het hebben van minder zicht op betrouwbare bronnen. Met name de kennis van het Nederlands bleek een doorslaggevende factor wat betreft het wel of niet gebruiken van e-health.Ondersteuning bieden
Dat is natuurlijk niet de bedoeling in een land waar gezondheidszorg voor iedereen is. De GGD geeft dan ook enkele mogelijkheden om mensen met onvoldoende vaardigheden te ondersteunen. De eerste stap is het uitvinden op welk gebied mensen ondersteuning behoeven. Zijn het informatie vaardigheden, taalbarrières of computervaardigheden die ontbreken? De betreffende doelgroepen betrekken bij co-creatie van e-health toepassingen is dan ook cruciaal om de toegankelijkheid voor hen te vergroten.Ook het bieden van training kan mensen helpen bij het verbeteren van e-health vaardigheden. De training aan groepen aanbieden, helpt bij het vergroten van de impact. Zo leren steeds meer mensen de juiste vaardigheden om zichzelf en hun gezondheidszorg optimaal te houden.
De GGD stelt dat meer onderzoek naar e-health barrières en vaardigheden noodzakelijk is.