Het UMC Utrecht onderzoekt de komende twee jaar samen met 28 andere ziekenhuizen wanneer telebegeleiding bij patiënten met hartfalen effectief is. Steeds meer ziekenhuizen in Nederland begeleiden patiënten met chronische klachten op gebieden als hart- en vaatziekten, COPD (longen) en IBD (maag-darmkanaal) via telebegeleiding, ofwel thuismonitoring. Veelgenoemde voordelen zijn minder ziekenhuisbezoeken en betere monitoring. UMC Utrecht wil in kaart brengen of het bij elke patiënt werkt en in welke mate.
Ziekenhuisopnamen van patiënten met hartfalen kunnen vaak voorkómen worden door optimale medicatie, betere zelfzorg, goede voorlichting en monitoring, aldus UMC Utrecht. Zelfzorg bestaat uit juist medicijngebruik, het volgen van een dieet, genoeg beweging en het goed in de gaten houden van symptomen die kunnen duiden op een verslechtering van de gezondheid. Ook kunnen patiënten na een ziekenhuisbehandeling sneller thuis herstellen. Dit gebeurt sinds de uitbraak van de coronacrisis ook met Covid-patiënten. Naar het nut van thuismonitoring hierbij heeft onder meer het LUMC onderzoek gedaan.
Dit monitoren van de gezondheid kunnen patiënten zelf thuis doen, terwijl de behandelaar hen online begeleidt. De patiënt thuis belangrijke waarden zoals gewicht, bloeddruk en hartslag. Deze waarden geeft hij via een app of online programma door aan de arts en verpleegkundige. Zo kunnen die volgen of de waarden in orde zijn of dat zij de behandeling in overleg met de patiënt moeten bijstellen.
Thuismonitoring werkt niet altijd
Thuismonitoring is veelbelovend, maar dat geldt niet voor alle vormen en niet bij alle patiënten. Het academische ziekenhuis neemt daarom de komende twee jaar het voortouw bij onderzoek doen naar de effectiviteit van thuismonitoring bij patiënten met hartfalen. “Wij verwachten dat de effectiviteit sterk afhangt van het type telebegeleiding en van de omstandigheden”, zegt onderzoeker Jaap Trappenburg. “Denk aan de karakteristieken van de individuele patiënt, zoals de ernst van het hartfalen en zijn of haar digitale vaardigheden.” Met de opgedane kennis willen de onderzoekers thuismonitoring effectiever en efficiënter inzetten. Dat moet leiden tot betere gezondheidsuitkomsten voor patiënten en doelmatiger zorg.
Aan het onderzoek doen 29 ziekenhuizen mee, waarvan een deel aan thuismonitoring doet en een deel niet. Van alle deelnemende patiënten wordt vastgelegd welk type thuismonitoring zij krijgen en hoe lang. Daarnaast wordt gemeten wat hun zorggebruik is en wat de gezondheidsuitkomsten zijn. Uiteindelijk moet het onderzoek inzicht geven bij welke groepen patiënten met hartfalen thuismonitoring wel en niet helpt, welke manieren van deze zorg op afstand het beste werken en of deze doelmatig (kosteneffectief) zijn.
Subsidie ZonMW
Voor het onderzoek kreeg het UMC Utrecht een subsidie vanuit het ZonMw-programma DoelmatigheidsOnderzoek voor een betere en betaalbare zorg. Het UMC Utrecht is coördinator van het zogenoemde RELEASE-HF project en werkt intensief samen met drie andere academische centra: UMCG, EMC en Maastricht MC. Daarnaast is er in de diverse onderdelen van het project een rol weggelegd voor: Harteraad, Hartstichting, NVVC, NVHVV, HartVaatHAG, DCVA, NHR, Hartfalen Connect en WCN.
Vanwege de complexiteit van de huidige zorgsituatie door COVID-19 gaat het onderzoek waarschijnlijk in juni 2021 van start.