Haalbaarheidsstudie rond verbeteren datakwaliteit

24 maart 2023
Data-Health
Data
Nieuws

Bij het haalbaarheidsonderzoek was er sprake van twee soorten analyses. Op de eerste plaats is er tijdens meerdere werksessies met verloskundigen nauwgezet gekeken naar hun feitelijke dossiervoering. Zo goed als alle aspecten die de datakwaliteit kunnen verbeteren, zijn tijdens deze  sessies naar voren gekomen.

Aandacht was er daarbij voor de plaats in het dossier, de optielijsten en de validatie in het systeem. Op de tweede plaats is er een data-technische analyse van de dataroute uitgevoerd. Samen met Perined heeft de werkgroep dit onderdeel opgepakt,  waarbij zij het grootste gedeelte van de analyses voor hun rekening hebben genomen. In Perined werken beroepsorganisaties samen die zich bezighouden met de geboortezorg

Datakwaliteit

Er is zowel bij de werksessies als bij de data-analyse gebruik gemaakt van zestien items die naar Perined gaan voor de landelijke geboortezorgregistratie. Dat is ongeveer 12,5 procent van het aantal onderwerpen in de kernset. Deze zestien items vormden samen een fictieve, minicasus over een vrouw die onlangs is bevallen van haar tweede kind. Om iets te kunnen zeggen over de hele kernset en om alle mogelijke knelpunten aan het licht te brengen, is er voor deze onderwerpen gekozen.

Eerste resultaten 

Voor veel items, vrijwel overal in de dossiervoering of dataroute, zijn er verbetermogelijkheden of kunnen er fouten ontstaan, zo kwam uit de haalbaarheidsstudie naar voren. Waarmee overigens niet gezegd is dat alles of veel fout gaat. Wel dat het een foutgevoelig proces blijkt te zijn. De grootte van de foutkans en het soort fout verschilt per item en tussen de Verloskundige Informatiesystemen (VIS: Onatal, Orfeus en Vrumun), zo blijkt.

Een fout kan zitten in het begin van de route, wanneer er een leeg veld verstuurd wordt naar Perined, omdat de verloskundige het item op een andere plaats in de VIS noteert. Dat zou kunnen gebeuren bij Rookgedrag, waarbij de waarde uit de prenatale controles naar Perined gestuurd wordt, terwijl veel verloskundigen dit niet bij elke controle invullen in dat veld. Ook kan het gebeuren dat keuzeopties in de VIS niet bestaan of niet meegestuurd worden. Een voorbeeld hiervan is ‘Conditie perineum postpartum’, waarbij niet in alle VIS’en onderscheid gemaakt kan worden tussen een 3a- en 3b-ruptuur. Maar ook verderop in de route kan verlies van de gegevens ontstaan bij de verwerking bij Perined.

Al met al is er voldoende inzichtelijk geworden waarmee men de datakwaliteit kan verbeteren. Door eenieder die bij het proces betrokken is, dus zowel de verloskundige, als de VIS en Perined.

Voortgang

Om te kijken of deze werkwijze werkt voor het beoordelen van de gehele kernset, is de haalbaarheidsstudie een goede toets gebleken. Derhalve is besloten de gehele kernset (nog efficiënter) te gaan beoordelen. Daarbij zullen de knelpunten die naar voren zijn gekomen worden geprioriteerd en waar mogelijk opgepakt. Het is zeer wenselijk dat zowel bij het vervolg van het project als bij het beoordelen en oplossen van de knelpunten alle betrokken partijen, waaronder Onatal, Orfeus, Vrumun en Perined, meedenken en een steentje bijdragen. Zij zullen daarvoor benaderd worden.

Spiegelinformatie en kwaliteitsindicatoren

De gevonden ‘fouten’ zijn, ten opzicht van de MijnPerined-rapportages en de landelijke rapportages van de kwaliteitsindicatoren geboortezorg, slechts details. De meerderheid van de data-aanleveringen wordt namelijk zo goed als foutloos opgeleverd en verwerkt. Het is daarom belangrijk dat de beroepsgroep deze gegevens aanlevert en goed rapporteert.

Over het aanleveren van data is hier informatie te vinden. Voor meer informatie over het project, kan per e-mail enanninga@knov.nl contact opgenomen worden met projectmedewerker Eline Nanninga.