Mensen die een ´klein´ herseninfarct hebben gehad, kunnen bij Isala direct vanuit de Spoedeisende Hulp al naar huis. Thuis krijgen vervolgens met een speciaal kastje hartritmemonitoring op afstand. Er wordt verwacht dat op deze nieuwe manier ongeveer tien tot twintig procent van de patiënten na een herseninfarct meteen weer naar huis kan.
Het aantal mensen met een herseninfarct dat zich meldt op de SEH stijgt nog ieder jaar. Dankzij de nieuwe, snelle manier van thuismonitoring kan de druk op de ziekenhuisbedden worden verlaagd. Het gaat hier expliciet om patiënten die níet in aanmerking komen voor zogeheten reperfusietherapie, die wordt gebruikt om de doorbloeding van het hersensweefsel te herstellen.
Relatief weinig klachten
Het belangrijk dat de patiënten die na een herseninfarct van de SEH direct weer naar huis worden gebracht relatief weinig klachten hebben. Neuroloog Heleen den Hertog vertelt op de website van Isala: ‘Denk daarbij bijvoorbeeld aan licht slepen met een been of een ander gevoel in de arm. Deze patiënten krijgen de diagnose op de SEH en krijgen medicijnen mee naar huis. Later komen zij naar de polikliniek van Cardiologie voor een kastje dat het hartritme registreert. Dat hartkastje dragen ze thuis voor drie tot zeven dagen. Bij cardiologie wordt het ritme vervolgens voortduren in de gaten gehouden.” Zodra via de thuismonitoring boezemfibrilleren wordt waargenomen wordt door de hartritmemonitoring een seintje gegeven aan de behandelaar en wordt de medicatie aangepast.
Hartritmemonitoring
Een herseninfarct kan volgens Den Hertog meerdere oorzaken hebben. Het kan gaan om slagaderverkalking, kleine vatenziekten maar ook om een stollingsprobleem of een probleem aan het hart. Boezemfibrileren (een onregelmatig en hoog hartritme) kan bijvoorbeeld de aanleiding zijn vormen voor een herseninfarct. Het onregelmatige hartritme kan namelijk een bloedstolsel veroorzaken in de boezem van het hart, dat vervolgens door het bloed meegevoerd kan worden naar de hersenen. In de hersenen kan het stolsel vervolgens een van de hersenslagaders afsluiten waardoor een infarct ontstaat. “Bij 25 procent van de patiënten weten wij niet wat de oorzaak is”, legt de neuroloog uit. “Wanneer wij iemand opnemen op de Braincare Unit monitoren wij daarom standaard het hartritme. Patiënten bij wie de oorzaak niet bekend is, verwijzen we door naar de cardioloog voor extra onderzoek.” De groep patiënten met een ‘kleine’ herseninfarct die thuis worden gemonitord hoeven echter niet meer voor een afspraak naar de cardioloog. Zodoende worden met deze vorm hartritmemonitoring thuis niet alleen bedden in het ziekenhuis vrijgehouden voor mensen met een ernstiger herseninfarct, maar krijgt cardiologie dus ook meer tijd voor andere patiënten.”
Thuismonitoring verhoogt kwaliteit zorg
Voor patiënten is het meestal prettig als ze direct naar huis mogen of in ieder geval minder lang in het ziekenhuis hoeven te blijven. Dit blijkt ook uit onderzoek en data van NVZ. In de praktijk blijkt de kwaliteit van zorg zelfs aantoonbaar te verbeteren door tal van vormen van thuismonitoring. Dat vinden verpleegkundigen, artsen en cliënten. Patiënten, bijvoorbeeld met corona, maar ook met tal van andere aandoeningen zoals hartfalen, kunnen bijvoorbeeld eerder naar huis dankzij tal van thuismonitoringstechnieken. En nu dus ook na een kleine herseninfarct! Digitalisering is een speerpunt in de strategische visie van de NVZ. De NVZ pleit voor een landelijke investeringsagenda om verdergaande ontwikkelingen op het gebied van e-health mogelijk te maken. NVZ stelt dat thuismonitoring effectief is omdat patiënten nu niet meer of minder lang naar het ziekenhuis hoeven.
Bij Isala benadrukken ze wel dat de keuze om na een kleine herseninfarct meteen naar huis te gaan wel bij een patiënt moet passen. Wanneer dat zo is, krijgt hij of zij medicatie mee naar huis en een telefoonnummer dat altijd kan worden gebeld. Tevens worden ze dezelfde week nog opgeroepen bij de polikliniek, waar ze van de verpleegkundig specialist Neurologie voorlichting krijgen. In het geval iemand het thuis toch niet helemaal vertrouwt, kan hij of zij altijd alsnog worden opgenomen.