Het probleem? Houding & gedrag!

wo 17 februari 2016 - 07:51
lucien.1
Innovatie
Nieuws

Lucien Engelen is directeur van het REshape Center for Innovation van het Nijmeegse Radboudumc. REshape is in het leven geroepen vanwege de vele uitdagingen waar de zorg nu voor staat. In dit eerste nummer van ICT&health!-magazine laten we hem uitgebreid aan het woord; over problemen, kansen, ontwikkelingen en trends.

Missie

De missie van Radboudumc is to have a significant impact on healthcare. Engelen zet care liever tussen haakjes to have a significant impact on health(care). Omdat hij gelooft in preventie: “Er gaat slechts 7 procent van het geld in de zorg naar preventie, terwijl je daarmee wellicht de helft van alle problemen kan voorkomen. Het probleem is dat er alleen gepraat wordt. Allerlei mensen zitten bij elkaar te praten om een 10 te kunnen halen… Ondertussen gebeurt er niks praktisch. Ga gewoon wat doen! Haal liever eerst een 6. Dan gebeurt er tenminste iets en blijken veel zogenaamde barrières niet aanwezig. Of eenvoudiger oplosbaar dan gedacht. En word je niet rechts ingehaald door de ontwikkelingen.”

Trojan Horse

Het is een bekend thema: de vraag naar gezondheidszorg neemt steeds meer toe. We worden ouder en hebben meer zorg nodig. Tegelijkertijd is er straks een tekort aan personeel en ook minder geld. “Toch willen we allemaal fatsoenlijke zorg krijgen. Daar kan techniek helpen, maar ook patient-empowerment en een aanpak zoals gebruikelijk in het bedrijfsleven. Wij hebben de naam dat we vooral met techniek bezig zijn en dat houden we zo. Eigenlijk is die techniek onze Trojan Horse; een middel om binnen te komen en houding en gedrag ter discussie te stellen.”  

Radboud REshape

“Wij willen met ons werk drie dingen bereiken. Ten eerste willen we de positie van de patiënt versterken. Patients as partners. Daarvoor hebben wij bijvoorbeeld 5 jaar geleden een Chief Listening Officer aangesteld. Die is gewoon in de hal, naast het bed en bij de balies gaan luisteren naar patiënten. Daar hebben we dingen gehoord waar nog niemand aan had gedacht!  Vervolgens hebben we dit geïntegreerd in onze innovatie-aanpak; éérst in gesprek met de doelgroep. Ten tweede willen we patiënten betere uitleg geven. In het Radboud hebben wij bijvoorbeeld nog honderden patiëntenfolders. Daar moeten we vanaf, dan wel er moet iets bíj. Afhankelijk van de boodschap kunnen we video, websites, serious gaming of andere media inzetten. Zo zorgen we ervoor dat patiënten écht begrijpen wat ze moeten begrijpen. Als derde willen wij verschillende werelden bij elkaar brengen. Zodat we van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen inspireren.

Anders omgaan met gezondheidszorg

“Toen ik voor het eerst mensen benaderde, bleven de deuren dicht. Pas toen Google met Glass kwam, raakten mensen geïnteresseerd en konden we in gesprek gaan.  Inmiddels hebben we Social Media, zorg 2.0, meters, sensoren – quantified self, zoals dat heet. Toch lopen mensen nog steeds achter de feiten aan. We moeten anders omgaan met gezondheidszorg. Dat geldt voor Raden van Bestuur, artsen, verpleegkundigen, managers, en óók voor patiënten, hun familie en mantelzorgers. Traditioneel ga je als patiënt naar de dokter, die onderzoekt je en zegt dan wat je moet doen. Vervolgens doet niet iedereen dat. Patiënten veranderen en de rol van de arts dus ook. Een verzekeraar uit de VS deed onderzoek naar e-health.  Daaruit bleek dat 70% van de patiënten openstaat voor e-health. Vervolgens hebben ze dokters gevraagd: “Hoeveel procent van de patiënten staat open voor e-health?” Hun antwoord? 10%!”

Zelf je bloeddruk meten

Sinds vorige week verspreidt het bedrijf Scanadou de Scout. Daarmee meet je je bloeddruk, én je temperatuur, hartslag en zuurstofverzadiging. In plaats van een knellende band om je arm hou je het apparaatje 10 seconden tegen je voorhoofd. “Ze streven nu naar een goedkeuring van de Amerikaanse Food and Drug Administration. Ze werken daar nauw mee samen, omdat Scout het eerste device is in zijn soort. Wat er nu kan gebeuren, is dat verzekeraars liever mensen zo’n apparaat geven, dan een bezoek aan een arts te vergoeden. Pas als er zich zoiets voor doet, gaat ‘de zorg’ rennen. Te laat. Dát bedoel ik met houding en gedrag. Je weet dat er ontwikkelingen zijn, dus verander je houding en gedrag.”

Ook verzekeraars

“Het geldt ook voor verzekeraars zelf. Die zouden moeten investeren in preventie. Dat is op de lange termijn ook financieel beter. Alleen mogen we in Nederland jaarlijks overstappen met onze zorgverzekering. Dat maakt verzekeraars bang om in preventie te investeren. Straks investeren ze voor een concurrent! Misschien dat andere regelgeving daar ook bij kan helpen. Wat er niet aan komt, hoef je tenslotte niet op te lossen. Van healthcare naar health.”

Het oude loslaten

“Wat helaas vaak gebeurt in Nederland, is dat innovaties altijd alleen worden toegevoegd. Het oude wordt zelden losgelaten. Vervolgens vindt men innovatie duur. Dat leidt tot bizarre situaties. Als morgen alle faxen stoppen, ligt de gezondheidszorg plat. Zonder internet lukt het nog, maar zonder fax niet. Daar moet op bestuurlijk niveau houding en gedrag veranderen. Iemand moet opstaan en zeggen: en nu is het klaar. Dan pas gaan we de ‘winst’ van innovatie realiseren.”

De vijfde democratisering

“We zitten nu in wat ik de vijfde democratisering noem. Die begon met het internet bij de reisbranche (booking.com), en gaat via muziek & media (Apple) naar de detailhandel, telebankieren en is nu bij gezondheidszorg. Patiënten krijgen veel meer macht. Ze kunnen zelf informatie opzoeken, delen met anderen en hun dokter beoordelen. Bovendien kunnen ze steeds meer zelf meten. Dat betekent dat alles verandert en daar moet je op reageren. Wat doe je als arts als een patiënt zegt: “Mijn buurvrouw had hetzelfde en die kreeg wél een MRI.” Dat roept ethische vraagstukken op. Gaan we alles doen wat mogelijk is, maar niet strikt noodzakelijk, en wie maakt die keuze dan ?

Achter de feiten aan

“Traditionele bedrijven en producten falen als ze ontwikkelingen negeren. Het bekende voorbeeld is Kodak. Dit bedrijf verzuimde hun businessmodel aan te passen aan digitale fotografie omdat ze fotorolletjes en prints verkochten. Ik beschreef dat moment, waarop je de ontwikkelingen al ziet, eerder als de pre-gap. Je ziet wat er gebeurt, maar je probeert de veranderingen tegen te houden of het belang ervan te ontkennen. Vervolgens halen de ontwikkelingen je in. Daarna begin je aan een inhaalslag – de post-gap. Een inhaalslag die je meestal verliest. Omdat je te lang achter de feiten aan hebt gelopen. Helaas gaat het vaak ook zo in de zorg. We zitten in de pre-gap, en de zorgsector is bezig met waarom iets niet kan of mag. Ondertussen gaan de ontwikkelingen door.”  

Kantelpunt

“2015, tipping point of Healthcare, is de titel van het boek waar ik nu mee bezig ben. Er is een Uberisation van de zorg bezig. Wat we eerder zagen met muziek en reizen, gebeurt nu met Uber in de taxiwereld en ook in de zorg. Het businessmodel verandert, traditionele modellen werken niet meer. Er rijden wereldwijd meer Uber taxis rond dan traditionele! Een paar voorbeelden: wij werken met een ‘pleister’ die 9 vitale parameters meet. In de VS ga je voor bloedafname naar je drogist. Twee uur later heb je je bloedwaarden op 250 punten 2 uur in je mailbox! Nu nog op 90 locaties, straks in 8200 Wallgreens Amerika-breed. Zonder dat een laboratorium nodig is. Allemaal nieuwe ideeën die traditionele oplossingen overbodig maken.”

100% markt

Iedereen krijgt in zijn leven te maken met gezondheidszorg. Dat maakt dat je een markt hebt, die 100% van de mensen beslaat. Gezondheidszorg en wellness blijven de komende jaren groeien. “Daarom zijn Apple, Google, Facebook en Microsoft nu met gezondheid bezig - concurrentie uit een hele andere hoek. Dat brengt veranderingen in een stroomversnelling. Stiekem ben ik daar blij mee! Versnelling is noodzakelijk, omdat het huidige systeem onhoudbaar is.”

Trends

“Het is lastig om nu aan te geven waar ik veel van verwacht. Er wordt overal ontwikkeld. In Californië, China, in Eindhoven en Twente en op allerlei zolderkamertjes zijn slimme mensen bezig. Wat ik verwacht, is dat monitoren gaat exploderen. Je hartslag wordt straks net als een selfie gedeeld op Facebook – of wat dan ook het Social Medium du jour is.  Iedereen is bezig met eigen Apps, de data is in de Cloud en wordt gedeeld met je eigen community. Lastiger is het om al die data van verschillende systemen met elkaar te laten praten en te interpreteren. Ik zie een nieuwe verzuiling op komen, waar data in silo’s zit van leverancier x of y. Je zou maar in een ‘Apple ziekenhuis’ komen met je ‘Android device’. Dat is ook de reden dat wij samen met Philips en Salesforce gaan zorgen dat we data uit alle systemen kunnen verwerken. Dan maakt het niet uit of het uit Google-, Apple- of Microsoftsystemen komt. In het verlengde daarvan zie ik groei in de sensorenbranche en miniaturisering.”

Korter op de Intensive Care

“Met monitoring kunnen we wellicht ook besparen. Een voorbeeld: Als je mensen een IC- monitor geeft om hun pols, kunnen ze misschien wel anderhalve dag eerder naar een normale afdeling. De Intensive Care houdt die patiënt dan nog in de gaten, alleen hoeft hij niet meer op de afdeling te zijn. En misschien kan hij met zo’n pleister die 9 vitale parameters meet, ook anderhalve dag eerder naar huis. Dat zijn we aan het onderzoeken.”

100% nauwkeurig hoeft niet

“Onlangs kwam in het nieuws dat stappentellers niet de juiste afstand aangeven. Mensen hebben misschien wel 10 stappen meer of minder gelopen. Ik vind dat niet spannend, het maakt niet uit bij veel metingen. Het gaat erom dat je een trend ziet. Dat kun je grafisch weergeven: hoe doe je het ten opzichte van vorige week. Rood is veel te weinig, oranje is ook niet genoeg en als het groen is, doe je het goed. Meer heb je niet nodig. Anders is het bij een bloeddrukmeting bijvoorbeeld. Als je daarbij 5% afwijkt- en dat weet je – dan kun je iemands bloeddruk monitoren. Zolang je uiteindelijk wel een concrete waarde meet.”

De 4D’s

Engelen  ziet een aantal andere trends in de maatschappij, met invloed op de gezondheidszorg. "Ik noem dat de 4 D’s: Democratisering, De-lokalisering, Digitalisering en de D van Dollars en Duiten. Democratisering is wat er gebeurde met muziek doordat Apple met de iPod kwam. De-lokalisering zal ook steeds verder gaan, devices worden kleiner en goedkoper. Straks ga je voor 70% van je routinematige onderzoeken en behandelingen niet naar het ziekenhuis of de huisarts, maar naar de Albert Heijn. Dat maakt het waarschijnlijk goedkoper én hopelijk heeft je arts dan meer tijd voor je als je hem écht nodig hebt. Nu zien artsen vaak 20 patiënten per ochtend, het zou mooi zijn als dat er 10 kunnen worden. Met misschien daarnaast wat chats met patiënten. Digitalisering bedoel ik eigenlijk op twee manieren: de technische digitalisering en de digitalisering van het denken: iets is waar of niet waar. En het is waar omdat het op internet staat. Uit onderzoek van Nictiz blijkt dat 66% van de patiënten eerst Dokter Google bezoekt. Vervolgens vinden patiënten een dokter slecht als wat hij zegt niet klopt met wat er via Google te vinden is.”

100%?

“Helaas roepen beleidsmakers om 100% veiligheid en wekken daarmee de indruk dat dit kan. Maar er is altijd wel een hacker slimmer dan het ‘slimste systeem’. Dat blokkeert innovatie. Je kunt niet zomaar iets proberen – en dat is nodig voor innovatie. Natuurlijk moeten we zorgvuldig omgaan met data, maar we moeten naar een nieuwe balans toe tussen werkbaar en noodzakelijk. Wat mij opvalt, is dat mensen die niet ziek zijn er anders in zitten dan mensen met een (chronische) aandoening. Verder heb ik nog wel een aantal ethische vragen. Als we straks ‘alles’ kunnen, gaan we dat dan ook nog wel doen? Wanneer is het genoeg? Mógen we straks nog wel doodgaan en wie bepaalt dat dan? In dat spanningsveld is nog veel discussie nodig. Ook bij de beleidsmakers moet echt iets veranderen in houding en gedrag. Want veel van dit soort ontwikkelingen komen van buiten de zorg op ons af. Vaak met wereldwijde impact.  Dat raakt van techniek tot ethiek en van cultuur tot financiering.  We leven wellicht in een tijd die achteraf historisch genoemd kan worden.” Dit is een artikel uit ICT&health editie 1-2015