Hoofdlijnenakkoord huisartsenzorg: meer geld voor ICT, e-health

2 juli 2018
heart-3501018_960_720
Overheid
Nieuws
ICT en e-health moeten vooral ondersteunend zijn. Centraal in het akkoord staat het bieden van de juiste zorg op de juiste plek. Vertrekpunt daarbij is het functioneren van mensen, lichamelijk, psychisch en sociaal. De beste oplossing bieden, betekent volgens minister Bruins niet altijd een medisch (specialistisch) antwoord. “Als het nodig is, kies je voor hoog specialistische zorg, de andere keer is iemand beter geholpen bij de huisarts of de fysiotherapeut. Maar soms ook met begeleiding naar een gezondere leefstijl of naar andere vormen van hulp. Zorg op de juiste plek, door de juiste behandelaar voor die persoon. Huisartsen spelen hier een belangrijke rol in en daarom is het logisch de huisartsenzorg te versterken.”

Meer geld naar ICT, e-health

In totaal komt er 471 miljoen euro beschikbaar om onder meer:
  • Huisartsen meer tijd te geven voor en met de patiënt
  • Voor de zorg in de avond-, nacht- en weekenduren
  • Het versterken van de organisatiegraad van de eerste lijn
  • De zorg voor kwetsbare groepen
  • De ICT-infrastructuur.
Zo kunnen huisartsen(organisaties) en verzekeraars kunnen bijvoorbeeld afspraken maken in de regio over meer inzet van praktijkondersteuners en praktijkmanagers of de inzet van E-health. ook komt er extra geld beschikbaar voor de zorg in achterstandswijken. Daarnaast stelt het ministerie voor de looptijd van het akkoord circa 133 miljoen euro beschikbaar voor:
  • Het versterken van ICT in de huisartspraktijk.
  • Digitale uitwisseling met patiënten.
  • Voor de uitvoering van de nationale onderzoeksagenda.
  • Huisartsengeneeskunde.
Tot slot zullen partijen zich onverminderd blijven inzetten op het terugdringen van regeldruk en de uitdagingen op de arbeidsmarkt.

Hogere uitgaven

Om de gemaakte afspraken te ondersteunen, is de komende jaren extra geld beschikbaar voor de huisartsenzorg. In 2019 en 2020 wordt er 2,5 procent en in de jaren 2021 en 2022 wordt er 3 procent toegevoegd aan de budgettaire kaders huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg. Daarom mogen de uitgaven in een periode van vier jaar 471 miljoen euro (exclusief loon- en prijsbijstelling) hoger liggen ten opzichte van de verwachte uitgaven in 2018. Met het sluiten van hoofdlijnakkoorden wil minister Bruins de kwaliteit van zorg verder verbeteren en tegelijkertijd betaalbaar en toegankelijk houden voor iedereen die zorg nodig heeft. Zonder afspraken en maatregelen stijgen de kosten in de huisartsenzorg de komende jaren met 10 miljard euro. De hoofdlijnakkoorden moeten deze groei beperken en maken 8 miljard euro beschikbaar tot en met 2022. De afspraken zijn gemaakt tussen het ministerie van VWS, de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), InEen, vereniging van organisaties voor eerstelijns zorg, Patiëntenfederatie Nederland en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Betrokken partijen leggen het onderhandelaarsakkoord de komende periode met een positief advies aan hun achterbannen voor.

Akkoord medisch-specialistische zorg

Minister Bruno Bruins (Medische Zorg en Sport) en partijen in de medisch-specialistische zorg hebben begin juni ook een hoofdlijnenakkoord 2019-2022 ondertekend. Onderdeel was de inzet van e-health en andere innovatieve zorgtoepassingen om huidige zorgvormen te vervangen of aan te vullen. In het akkoord is afgesproken dat de kosten minder mogen stijgen dan de vraag naar behandelingen.