Huisartsen hebben bijna 27 uur per dag nodig om hun werk te doen

13 september 2022
Huisarts-patient-computer
Digitalisering
Nieuws

Opgedeeld in taken zou de werkdag van huisartsen er ongeveer zo uitzien: 14,1 uur per dag voor preventieve zorg, 7,2 uur voor patiënten met chronische ziekten, 2,2 uur per dag voor patiënten met spoedgevallen en 3,2 uur per dag voor documentbeheer.

"Er is een enorme kloof tussen de zorg waarvoor we zijn opgeleid en de grenzen van een werkdag in een kliniek", zegt Justin Porter, een assistent-professor geneeskunde aan de Universiteit van Chicago en de co-auteur van het artikel. "We hebben een steeds groter aantal richtlijnen, maar het aantal klinieken is niet evenredig toegenomen."

Beschikbare tijd huisartsen

Het is niet de eerste analyse die discrepanties aan het licht brengt tussen de richtlijnen en de beschikbare tijd van een huisarts. In 2003 schatte een onderzoek van de Duke University dat een huisarts 7,4 uur per dag nodig zou hebben om een ​​gemiddelde populatie van patiënten preventieve behandeling te geven.

Voor andere taken is praktisch geen tijd. Nog zorgwekkender is dat het onmogelijk is om de kwaliteit van de zorg te verbeteren, omdat artsen nu al te maken hebben met tijdgebrek. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zal het tekort aan gezondheidswerkers tegen 2030 oplopen tot 15 miljoen.

De nieuwe studie gaat nog een stap verder en houdt rekening met alle vormen van zorg die door een huisarts worden verleend – preventie, behandeling van acute en chronische aandoeningen – en administratieve taken. Onderzoekers stelden ook vast dat 65 procent van de taken in de eerstelijnsgezondheidszorg door andere personeelsleden zou kunnen worden beheerd. Andere onderzoeken tonen aan dat veel eenvoudige taken kunnen worden geautomatiseerd, zodat een arts zich zou kunnen concentreren op meer gecompliceerde analyses en contact met patiënten.

Digitalisering en AI

Daarnaast kunnen ook digitalisering en AI helpen. Volgens de studie kost administratief werk een zesde van de werkuren van Amerikaanse artsen en verlaagt het hun loopbaantevredenheid, de gemiddelde arts besteedt 8,7 uur per week (16,6% van de werkuren) aan administratie. Als digitale gezondheidstools goed zouden worden ingezet, zouden veel van deze administratieve taken kunnen worden verminderd, waardoor er veel tijd voor artsen vrijkomt.

De tijdsdruk waarmee artsen worden geconfronteerd, heeft zijn gevolgen in de vorm van een burn-out bij de arts en het verlaten van het beroep van geneeskundestudenten. Volgens de onderzoekers verklaren de resultaten waarom we ondanks aanzienlijke vooruitgang in de geneeskunde geen verbeteringen in de zorgresultaten zien. Patiënten klagen vaker over artsen die hen niet genoeg tijd geven of hun toestand controleren. De reden is gebrek aan tijd.

Automatiseren, ondersteunen

De oplossing is om papierwerk te automatiseren, klinische beslissingen te ondersteunen en patiënten de digitale tools te geven waarmee ze hun eigen gezondheid, telezorg en telemonitoring kunnen beheren. Een recent Nederlands voorbeeld is een proef met een digitale huisartsenpost in de regio's Nijmegen en Boxmeer. Gebeurt dit niet, dan wordt het een uitdaging om het hoofd te bieden aan de crisis van het tekort aan zorgprofessionals.

Die uitdaging is al groot, zeker omdat de diverse zorgpartijen elkaar lang niet altijd vertrouwen. Zo hebben de Nederlandse huisartsen verenigd in de LHV onlangs 'nee, tenzij' gezegd tegen het het Integraal Zorgakkoord (IZA), mede wegens gebrek aan vertrouwen dat zorgpartijen zoals verzekeraars de voorgestelde afspraken in het akkoord nakomen. Die afspraken zijn juist bedoeld om artsen meer tijd en middelen te geven voor de behandeling van hun patiënten.

In het IZA sluiten 14 beroeps- en brancheorganisaties een soort regeerakkoord over de zorg voor de komende vier jaar. Het IZA verschijnt in deze vorm voor het eerst. Voorheen werden er hoofdlijnenakkoorden opgesteld voor de verschillende onderdelen van de zorg. De totstandkoming van het 1e integraal zorgakkoord (IZA) is volgens de NZA een belangrijke stap naar passende zorg.

De studie werd geleid door onderzoekers van de Universiteit van Chicago, Johns Hopkins University en Imperial College London. Om de bevindingen van het onderzoek te lezen, klik hier.