Huisartsen willen meer onderzoek naar digitale zorg

2 juli 2020
Doctor working on line in a consultation
Onderzoek
Nieuws

In een brief aan de Tweede Kamer pleiten drie huisartsenorganisaties bij minister van Rijn van Medische Zorg voor meer onderzoek naar digitale zorg (e-health). Daarbij gaat het volgens de NHG, InEen en LHV met name om de door de coronacrisis versnelde doorbraak van e-health in het juiste perspectief te plaatsen en onderzoek te doen naar de effectiviteit van digitalisering in de huisartsenpraktijk.

De ervaringen die huisartsen in de coronatijd opgedaan hebben kunnen behulpzaam zijn bij een eventueel onderzoek. Volgens de huisartsenorganisaties is bij de versnelling van het uitrollen van e-health toepassingen en digitale zorg het een en ander mis gegaan.

Die minder goede ervaringen waren met name te wijten aan de hoge druk waaronder de digitale zorg tot stand moest komen. Maar, zo stellen de de NHG, InEen en LHV, er zijn ook veel positieve ervaringen opgedaan. Zoals de succesvolle inburgering van beeldbellen en e-consulten in veel huisartsenpraktijken.

Eerder onderzoek van Nivel wees uit dat driekwart van de huisartsenpraktijken sinds de coronacrisis meer gebruik is gaan maken van e-health toepassingen. Van de 1443 huisartsenpraktijken die aan het onderzoek meededen zeiden 1083 praktijken dat ze tijdens de coronacrisis nieuwe e-health toepassingen in gebruik genomen hebben

Onderzoek naar digitale zorg

De enorme hoeveelheid aan e-health ervaringen die de afgelopen maanden opgedaan zijn, moeten volgens de drie organisaties beter benut worden. Deze ervaringen kunnen namelijk bijdragen om er achter te komen welke vormen van digitale zorg en e-health toepassingen wel en niet werken, bij welke doelgroepen, klachten en aandoeningen. Alleen zo kunnen huisartsenpraktijken komen tot het leveren van maatwerk.

Dit is dan ook precies de reden waarom de de NHG, InEen en LHV de minister nu oproepen meer onderzoek te doen naar de effectiviteit van digitaal zorg verlenen. Met de resultaten van dat onderzoek kan vervolgens bepaald worden of digitalisering mede een oplossing is voor het personeelstekort en tot meer ruimte, mogelijkheden en draagvlak leidt van en voor zorgprofessionals en patiënten.

Ervaringen uit de praktijk

In de brief worden de ervaringen uit de praktijk onderverdeeld in vier onderwerpen; noodzaak, techniek, type zorg en patiëntgroep.

  • Noodzaak: in de crisisfase hebben huisartsen en hun patiënten geen andere keuze. Patiënten konden tot voor kort niet meer fysiek naar de praktijk komen. Huisartsen wilden wel hun patiënten blijven spreken en in bepaalde gevallen ook kunnen zien. Daarom gingen consulten op afstand, via telefoon, e-mail en beeldbellen. Maar zorg is en blijft gebaat bij persoonlijk contact. Een klinische blik van de dokter blijft nodig en kan niet altijd volledig digitaal.
  • Techniek: huisartsen hebben naast positieve ook negatieve ervaringen met beeldbellen. Het kost meer tijd, de techniek hapert, het netwerk raakt overbelast, de patiënt beschikt zelf niet over technisch toereikende middelen.
  • Type zorg: het maakt verschil of je een controleafspraak hebt bij de huisarts (vaak geschikt voor beeldbellen) of het goede gesprek wilt voeren over wel/niet doorbehandelen. Of als je met nieuwe klachten bij de huisarts komt. Niet elke zorg leent zich even goed voor beeldbellen.
  • Patiëntengroep: we merken dat in de ene praktijk digitale zorg beter aanslaat dan in de andere praktijk. Dit hangt mede af van je patiëntenpopulatie. Er is onderzoek nodig naar de factoren die hierbij een rol spelen en of en hoe we die kunnen beïnvloeden.

De hele brief aan de Tweede Kamer is hier na te lezen (pdf-link)