Middels een tijdelijke Noodwet wil het kabinet de mogelijkheid scheppen om met behulp van anonieme zendmastdata te gaan bepalen of de maatregelen rondom het coronavirus versoepeld, aangepast of verscherpt moeten worden. De telecomproviders moeten die zendmastdata daarvoor geanonimiseerd aanleveren bij het RIVM. De wet zou maximaal voor een jaar van kracht worden.
Het idee is dat de geanonimiseerde data, samen met de huidige gegevens zoals het bijhouden van de ziekenhuisopnames, een beter beeld kan geven van de verspreiding van het coronavirus. De zogenoemde onherleidbare tellingen kunnen ook gebruikt worden om de verspreiding van het virus te voorspellen. Dat stelt de Rijksoverheid in een publicatie.
Tijdens een van de eerdere persconferenties rondom de coronacrisis gaf Minister de Jonge aan de Telecomwet te willen aanpassen om het gebruik van telecomdata bij het volgen en in kaart brengen van de verspreiding van het coronavirus mogelijk te maken. Dat leidde tot behoorlijk wat discussies. In hoeverre die discussies zullen luwen met het voorstel voor een Noodwet, met de maximale looptijd van een jaar, valt nog te bezien.
Beter inzicht in verspreiding
De betreffende zendmastdata is al in het bezit van de telecomproviders. Die hoeven daar dus geen extra software of iets dergelijks te installeren. Voordat de data bij het RIVM aangeleverd wordt moeten de telecomproviders alle herleidbare informatie, zoals telefoonnummers, uit de data verwijderd. Vervolgens worden de gegevens per gemeente opgeteld. Zo wordt de data ongeschikt gemaakt om individuele personen te kunnen identificeren, maar kan wel sneller ontdekt worden hoe het virus zich tussen gemeenten verspreidt.
De data en de daaruit voortvloeiende inzichten stellen het RIVM vervolgens in staat om bij een eventuele toename van het aantal besmettingen in een gebied sneller te handelen. Door het tijdig waarschuwen van regionale GGD's bijvoorbeeld. Zo kan ook voorkomen worden dat maatregelen te laat bijgesteld of ingevoerd worden. Ook kunnen de maatregelen geografisch gerichter ingezet worden zodat de samenleving minder wordt belast.
Verzamelen van zendmastdata
De Rijksoverheid geeft in de publicatie over de mogelijke Noodwet ook een toelichting op de betreffende data, hoe deze verzameld wordt en wat er gedaan wordt om de privacy van personen te waarborgen.
"Het gaat om een telling, per uur, per gemeente, van het totaalaantal mobiele telefoons dat daar aanwezig is vanuit welke gemeente. Daarbij wordt voor buitenlandse nummers ook een verdeling gemaakt naar herkomst op basis van het telefoonnummer. Deze verdeling gebeurt in acht categorieën, bijvoorbeeld ‘België’, ‘Duitsland’ en ‘Noord-Amerika’. Hiermee kan het risico op verspreiding vanuit en naar die regio’s beter worden ingeschat. Om de privacy van mensen in dunbevolkte gebieden (of in de genoemde buitenlandse categorieën) te waarborgen, worden nergens aantallen onder de 15 gerapporteerd. De aanbieders vernietigen de verzamelde extra gegevens elke dag."
Noodwet voor maximaal één jaar
Zoals reeds aangegeven betreft het verzoek voor het gebruik van de geanonimiseerde zendmastdata een periode van maximaal één jaar; de tijd dat de Noodweg van kracht moet zijn. De data zullen door het RIVM uitsluiten gebruikt worden voor de taak op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg) bij het bestrijden van het coronavirus.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verwerkt de data dagelijks tot rapporten voor het RIVM. Beide partijen (CBS en RIVM) worden verplicht alle data, zodra die niet meer nodig zijn voor de wettelijke taak van het RIVM, te vernietigen.