Op 5 oktober 2023 buigt de Tweede Kamer zich over de digitale ontwikkelingen in de zorg tijdens een commissiedebat. In een dringende oproep, voorafgaand aan dit debat, hebben de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) de commissieleden van de Tweede Kamer verzocht om meer regie te nemen bij de realisatie van een robuuste zorg-ICT-infrastructuur. Concreet gaat het om de ontwikkeling van een solide basisstructuur voor gegevensuitwisseling en de doorontwikkeling van generieke functies.
De oproep van de brancheorganisaties komt in een tijd waarin digitale transformatie essentieel is voor het overwinnen van de uitdagingen waarmee de zorgsector wordt geconfronteerd. De NVZ, NFU en ZN benadrukken dat digitalisering kan bijdragen aan het verplaatsen van de zorg naar de patiënt, dat het kan helpen bij meer zelfmanagement én dat digitalisering de administratieve lasten voor zorgprofessionals kan verlagen. Het zetten van de juiste digitaliseringsstappen leidt kortom tot het toegankelijk en betaalbaar houden van de zorg.
Infrastructuur voor gegevensuitwisseling
Een van de belangrijkste aandachtspunten in de brief van de brancheorganisaties betreft het ontwikkelen van een gedegen infrastructuur voor het delen van gegevens. In het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn al afspraken gemaakt over het toezicht op gegevensuitwisseling via een landelijk dekkend netwerk van ICT-infrastructuren en -systemen. De minister heeft zich gecommitteerd aan het verbinden van bestaande infrastructuren, zoals Twiin, en het streven naar databeschikbaarheid.
Brancheorganisaties zien onwenselijke vertraging
Hoewel het CumuluZ-initiatief als een belangrijke bijdrage wordt gezien, is er momenteel nog geen concreet plan voor een landelijk dekkende infrastructuur. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is nog bezig met de beleidsmatige uitwerking, waaronder de betrokkenheid van zorgaanbieders en ICT-leveranciers bij landelijke infrastructuurnetwerken. Deze vertraging is onwenselijk en vormt volgens de brancheorganisaties een obstakel voor het realiseren van verbeterde gegevensuitwisseling in de zorg.
De brancheorganisaties dringen er bij het ministerie van VWS op aan om samen met de sector de regie te nemen en de totstandkoming van een landelijk dekkend netwerk van ICT-infrastructuren en systemen te versnellen. Bovendien benadrukken ze de noodzaak van investeringen in deze infrastructuur en het gebruik van noodzakelijke coalitiemiddelen. Hierbij moet worden voorkomen dat de landelijke infrastructuur concurreert met bestaande initiatieven. Het is belangrijk dat zo’n structuur complementair is en componenten van bestaande initiatieven hergebruikt.
Generieke functies en gemeenschappelijke voorzieningen
Naast de infrastructuur voor gegevensuitwisseling benadrukken de brancheorganisaties het belang van generieke functies en gemeenschappelijke voorzieningen als basis voor gegevensuitwisseling in de zorg. Deze voorzieningen omvatten identificatie, authenticatie, autorisatie, adressering, lokalisatie en toestemming.
De organisaties pleiten voor de snelle ontwikkeling en implementatie van deze voorzieningen en roepen de Tweede Kamer op om wet- en regelgeving te introduceren die leveranciers van zorg-ICT verplicht om systemen te openen en aan te sluiten op de gemeenschappelijke voorzieningen. Dit zou moeten bijdragen aan het voorkomen van versnippering in het IT-landschap en de totstandkoming van een duidelijke doelarchitectuur voor de Nederlandse zorgsector.
Digitale transformatie
De digitale transformatie is van essentieel belang om de zorgsector te moderniseren en te voldoen aan de huidige uitdagingen. Het IZA benadrukt expliciet het belang van de patiënt centraal stellen, een brede inzet van digitalisering en het leveren van de juiste zorg op het juiste moment en de juiste plaats (passende zorg).
De brancheorganisaties melden tot slot dat ze klaar staan om het Integraal Zorgakkoord uit te voeren en hopen op de steun van de Tweede Kamer tijdens de komende kabinetsperiode. Ze sluiten hun brief af met de wens voor een succesvol debat en zijn bereid om hun visie op digitalisering op elk moment verder toe te lichten.