Onderzoekers op het gebied van hartfalen gaan werken aan een digitale applicatie die op afstand zelfstandig beslissingen kan nemen, zoals het voorschrijven van medicatie en het geven van medisch advies. Het Maastricht UMC+ en een aantal internationale partners ontvangen in totaal ruim 4,5 miljoen euro aan Europese subsidie om het systeem te ontwikkelen.
Aan het einde van het project, na drieënhalf jaar, moet het eerste prototype operationeel zijn. Projectleider en cardioloog prof. dr. Hans-Peter Brunner-La Rocca is er van overtuigd dat dergelijke vormen van e-health in de toekomst een antwoord kunnen bieden op de steeds verder toenemende zorgvraag- en kosten. Deze maand wordt de huidige versie van een virtuele verpleegkundige, genaamd Molly, structureel geïmplementeerd in de Maastrichtse hartfalenzorg. Molly is een zogeheten zorgavatar en gericht op monitoring van patiënten die daarnaast ook in medische informatie voorziet. Te allen tijde kijkt er momenteel nog een 'echte' verpleegkundige op afstand mee in de data. Maastricht UMC+ liet in mei van dit jaar weten hun avatar Molly naar een hoger niveau te willen tillen. Het ziekenhuis kondigde in oktober 2016 de eerste pilot met Molly aan onder een groep hartpatiënten. De VPA (virtual private assistant) zou het op afstand begeleiden van mensen met chronisch hartfalen effectiever en gebruiksvriendelijker moeten maken. De eerste pilot was vooral gericht op het vroegtijdig signaleren van klachten en het bekijken hoe hartfalen effectiever kan worden behandeld.