De ministerraad heeft op voorstel van minister Tamara van Ark voor Medische Zorg ingestemd met het wetsvoorstel elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz). Het doel van de wet is het stap voor stap verplichten van elektronisch of digitaal uitwisselen van medische gegevens tussen zorgverleners. Het wetsvoorstel heeft eerder al de gang naar de Raad van State afgelegd en gaat nu naar de Tweede Kamer.
In 2018 is de basis gelegd voor de Wegiz. Op verzoek van de zorg beloofde toenmalig minister Bruins van Medische Zorg & Sport regie te pakken om elektronische gegevensuitwisseling te versnellen. Reden was dat de tot dan toe vrijwillige digitalisering van standaard veilige gegevensuitwisseling, onder meer gestimuleerd met subsidieprogramma’s zoals VIPP, niet snel genoeg ging. Daarop besloot VWS om de regie meer in handen te nemen. Dat was voor het eerst na het wegens privacy-redenen afschieten door de Eerste Kamer van de invoering van een landelijke EPD in 2011.
Basis gelegd voor Wegiz
Minister Bruins mikte op 2021 om wat later de Wegiz zou worden in 2021 van kracht te laten worden. Zijn opvolger Van Ark gaf in oktober 2020 aan het wetsvoorstel begin dit jaar aan de Tweede Kamer te willen voorleggen. Dat is eind april geworden. Het voorstel moet ook nog naar de Eerste Kamer.
In de zorg worden nu gegevens nog te vaak op papier, per fax of via dvd’s uitgewisseld, stelt Van Ark. Met alle nadelen van dien. Als gegevens niet goed doorkomen of handmatig moeten worden overgetypt, dan heeft dat gevolgen voor de zorgverlener en de patiënt. Zoals het moeten ondergaan van dubbele onderzoeken of meer kans op vermijdbare fouten.
Minder fouten, meer tijd
“Verpleegkundigen en artsen zijn nu veel tijd kwijt met het overtypen van gegevens en de patiënt moet soms meerdere keren dezelfde situatie uitleggen aan verschillende zorgverleners”, aldus de minister. “Als de gegevensuitwisseling in de zorg op orde is, kunnen vermijdbare fouten worden voorkomen en houden zorgverleners meer tijd over voor de patiënt.”
De afgelopen jaren heeft het zorgveld stappen gezet. Onder meer met het Informatieberaad Zorg en programma’s ter ondersteuning van de standaardisatie van gegevensuitwisseling. Voorbeelden zijn MedMij, Medicatie-Overdracht en Registratie aan de bron. Ook heeft het kabinet versnellingsprogramma’s (VIPP) voor informatie-uitwisseling tussen cliënt en zorgprofessional gestimuleerd. Dit bleek echter onvoldoende om het gebrek aan eenduidige taal, techniek en regie op te lossen.
- Eenheid van taal betekent dat zorgverleners op dezelfde manier medische gegevens gaan vastleggen. Dan gaat het dus om de afspraken over wanneer en hoe welke vaktermen worden gebruikt. Een fysiotherapeut kan bijvoorbeeld met bb 'bovenbeen' bedoelen terwijl een huisarts het heeft over 'bovenbuik'.
- Eenheid van techniek betekent dat ICT-systemen aan dezelfde eisen moeten voldoen om informatie uit te wisselen. De systemen die huisartsen en ziekenhuizen gebruiken, moeten beter met elkaar communiceren. Vergelijkbaar met een wereldstekker die verbinding mogelijk maakt met andersoortige stopcontacten. Zodat zorgverleners, ook al werken ze met verschillende systemen, gegevens over en weer kunnen uitwisselen.
Start met vier gegevensuitwisselingen
De wet moet regelen dat medische gegevens verplicht elektronisch uitgewisseld worden tussen zorgverleners. De complexiteit van de zorg vraagt om een aanpak per zorgproces. Er is begonnen met vier gegevensuitwisselingen. Bij de Basisgegevensset Zorg gaat het bijvoorbeeld om informatie over allergieën of bloeddruk van de patiënt die ziekenhuizen uitwisselen en bij Beelduitwisseling om MRI- of hartscans.
Ook artsen en apothekers delen onderling medische gegevens. In de gegevensuitwisseling Digitaal Receptenverkeer gaat het erom dat patiënten altijd de juiste medicatie voorgeschreven krijgen en ontvangen. Tot slot wordt er gewerkt aan Verpleegkundige Overdracht. Zo moet bijvoorbeeld duidelijk zijn of iemand bij overplaatsing van een ziekenhuis naar een verpleeghuis nog zelfstandig kan traplopen. Om te zorgen dat al deze medische gegevens verplicht digitaal uitgewisseld kunnen gaan worden, dient er dus eenheid van taal en techniek te komen.