Drie Nederlandse organisaties werken de komende jaren samen in het eMEN-project, een internationaal initiatief dat de inzet van e-health in de geestelijke gezondheidszorg moet stimuleren. In totaal lijdt 38 procent van de Europese bevolking aan een psychische aandoening, wat tot forse zorgkosten leidt.
Volgens de Arq Psychotrauma Expert Groep, één van de organisaties die namens Nederland meewerkt aan het project, is het doel om de geestelijke gezondheidszorg toegankelijker, kwalitatief beter en meer kosteneffectief te maken door het toepassen van e-mental health-oplossingen.165 miljoen Europeanen lijden aan een psychische aandoening zoals een depressie of een angststoornis. Psychische aandoeningen vertegenwoordigen 20% van de totale ziektelast in de EU. Door onder andere de afnemende economische groei (schulden, marginalisering), toenemende psychische belasting door automatisering, verbeterde toegankelijkheid en de snel toenemende effecten van klimaatverandering blijft de vraag naar geestelijke gezondheidszorg stijgen.
Nederland koploper
Reden dus om te kijken of het toepassen van ehealth in de geestelijke gezondheidszorg soelaas biedt. Arq is samen met de andere twee Nederlandse deelnemers - Vrije Universiteit en Interapy - kartrekker van het project. Reden hiervoor is volgens Arq dat Nederland koploper is in Europa op het gebied van e-health in de geestelijke gezondheidszorg.Behalve de drie Nederlandse organisaties doen zorginstellingen, belangenorganisaties voor GGZ en onderzoeksinstituten uit het Verenigd Koninkrijk, België, Ierland, Frankrijk en Duitsland mee. Ze gaan onderzoek doen naar e-mental health, producten ontwikkelen, beleid vormen en adviseren over de digitale hulp.
Meer ehealth in ggz
eMEN wordt mede gefinancierd door Interreg. Het project loopt van mei 2016 tot en met november 2019 en heeft een budget van 5,36 miljoen euro. Uiteindelijk moet het project ertoe leiden dat in de landen die meedoen, meer ehealth wordt ingezet in de GGZ en dat er best practices worden ontwikkeld op dit gebied.Tijdens het project wordt samen met overheden, dienstverleners, GGZ-professionals, onderzoekers, eindgebruikers, beleidsmakers en ontwikkelaars een EU platform opgezet, worden er 5 eGGZ producten (door)ontwikkeld en getest, beleidsinstrumenten ontwikkeld en thematische seminars en conferenties georganiseerd.
Na afronding van het project in 2019 verwachten de deelnemende partijen dat het gemiddelde gebruik van zogeheten eGGZ-tools in Noordwest Europa zal zijn gestegen met 7 procentpunten, tot 15 procent in totaal.
