Nieuwe methode slaaponderzoek voor een betere diagnose en behandeling

30 januari 2018
Sebastiaan-Overeem.1500
Innovatie
Nieuws
Circa 10 procent van de Nederlanders lijdt aan een slaapstoornis die de kwaliteit van hun leven aanzienlijk kan beïnvloeden. Steeds meer mensen melden zich daarom aan bij gespecialiseerde slaapcentra voor diagnose en behandeling. Dankzij innovaties in methodieken waarmee slaaponderzoek wordt verricht, kunnen deze patiënten volgens Sebastiaan Overeem beter worden geholpen.

Minder omslachtige meetmethoden nodig

Om patiënten beter te kunnen diagnosticeren en behandelen zijn gemakkelijker toegankelijke, minder omslachtige en gebruiksvriendelijke meetmethoden nodig. Tot nu worden patiënten opgenomen in een slaapkliniek waar via zogeheten polysomnografisch onderzoek de slaap meten. De patiënt wordt beplakt met allerlei draden om onder meer hersenactiviteit, hartslag, ademhaling en beweging te meten en observeren tijdens de slaap. Overeem: “Het is verre van natuurlijk om ‘volgeplakt met draden’ onder het oog van een camera te slapen. Dit maakt dat we belangrijke aspecten of symptomen soms net niet waarnemen. Bovendien meten we veelal één nacht. Dat maakt het slaaponderzoek als het ware een momentopname.”

Veel meetapparatuur te onnauwkeurig

Volgens Overeem wordt de markt momenteel overspoeld met apparaatjes en apps die claimen slaap te kunnen meten maar zelfs voor gezonde slaap vaak nog veel te onnauwkeurig zijn, laat staan voor slaapstoornissen. “We werken daarom aan manieren om eenvoudiger maar toch optimaal slaap te onderzoeken. Niet alleen in de kliniek maar ook in de thuissituatie. Behalve dat dit prettiger is voor de patiënt, kan thuis gemakkelijker over een lange periode worden gemeten. Dat is belangrijk omdat slaap wordt beïnvloed door de omgeving en slaapproblemen periodiek variëren.”

Nieuwe technologie direct testen

De leerstoel ‘Intelligent systems for sleep disorders’ maakt het mogelijk om nieuwe technologieën te ontwikkelen maar ook direct te testen bij patiënten met slaapstoornissen. Op die manier hoopt Overeem naast een betere diagnose ook het effect van behandeling nauwkeuriger te kunnen meten. “Voor de evaluatie van de behandeling gaan we nu meestal alleen af op het subjectieve oordeel van de patiënt, wat uiteraard belangrijk is maar niet altijd volledig inzicht geeft. Preciezer en langduriger onderzoeken van slaap helpt ons bovendien bij het vergaren van kennis over het ontstaan van de meer dan 80 slaapstoornissen die we op dit moment kennen en over mogelijk nog onbekende ziektebeelden van de slaap.