Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hebben huisartsen vanwege het coronavirus sinds 12 maart 360.000 patiënten minder dan normaal een doorverwijzing naar het ziekenhuis gegeven. Behandelingen van naar schatting 290.500 mensen die al waren doorverwezen naar het ziekenhuis, zijn niet doorgegaan. Om gezondheidsschade te beperken en wachtlijsten te voorkomen, heeft de zorgautoriteit met verzekeraars en zorgaanbieders afgesproken om de zorg voor niet-coronapatiënten weer op gang te laten komen.
In opdracht van het ministerie van VWS heeft de zorgautoriteit de regie genomen om te zorgen dat de reguliere zorg tijdens de corona-uitbraak zo goed mogelijk doorgang vindt. Zorgaanbieders, zorgprofessionals, zorgverzekeraars, ZorgDomein, het Landelijk Netwerk Acute Zorg en het Landelijke Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) hebben bijgedragen aan het data-overzicht waar bovenstaande cijfers uit afkomstig zijn. Het is volgens de NZa een eerste, actuele indicatie van uitgestelde zorgvraag en doorverwijzingen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus.
Groot aantal uitgestelde doorverwijzingen
Volgens het digitale platform ZorgDomein is er nog altijd sprake van 62 procent minder doorverwijzingen dan normaal in april. Dat betekent het platform voor gegevensuitwisseling en digitale doorverwijzingen dat er wekelijks momenteel 85.000 uitgestelde zorgverwijzingen bij komen. Afgelopen maart zou er op maandbasis sprake zijn van 75 procent minder reguliere doorverwijzingen, ofwel 450.000 per maand.
De 11 Regionale Overleg Acute Zorg (ROAZ) regio’s gaan samen met de zorgverzekeraar en de regionale zorgaanbieders organiseren dat de reguliere zorg in ziekenhuizen gefaseerd weer doorgang kan vinden. Onderlinge afstemming zal daarbij plaatsvinden in het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Vanaf komende week vindt verder overleg plaats met de overige zorgsectoren, zoals thuiszorg, ggz, huisartsenzorg, mondzorg, paramedische zorg en de langdurige zorg.
Eerst meest urgente zorg
Mensen met de meest urgente zorgvragen moeten als eerste in het ziekenhuis terecht kunnen. Het Landelijk Centrum Patiënt Spreiding (LCPS) heeft een lijst opgesteld met diagnoses om de meest urgente gevallen te kunnen vaststellen. Deze lijst moet zorgprofessionals houvast bieden bij het opstarten van de zorg, zegt de NZa.
“Alle betrokkenen zijn ervan doordrongen dat de zorg snel moet opstarten", aldus Marian Kaljouw, voorzitter raad van bestuur van de NZa. "Met het belang van de mensen die zorg nodig hebben voor ogen. Juist daarom moeten we zorgvuldig zijn in onze keuzes. Zodat zorgverleners hun energie kunnen richten op de mensen die dat nu het meest nodig hebben.”
Zorgvuldig monitoren opstarten zorg
De NZa stelt het opstarten van de zorg de komende periode zorgvuldig te monitoren. Als er meer en nieuwe informatie is, brengt de NZa die ook naar buiten. 'Het doel is immers dat zorgaanbieders een goed inzicht hebben in de juiste, actuele feiten. Bij knelpunten die regionaal of bovenregionaal ontstaan zullen wij actie ondernemen om tot oplossingen te komen.'
De toezichthouder zet in in op het voorkomen van landelijke verschillen in de toegang tot zorg voor mensen met een vergelijkbare zorgvraag. Dat vraagt om zorgvuldigheid. De NZa realiseert zich dat er een zwaar beroep wordt gedaan op zorgprofessionals. Het opstarten van de zorg moet dan ook aansluiten bij de draagkracht en de belasting moet verantwoord zijn.
'Uiteraard moet er voldoende capaciteit beschikbaar zijn voor de zorg aan patiënten met het coronavirus. Dat geldt ook voor de overige capaciteit op de intensive care. Ook moet voldoende beschermingsmateriaal beschikbaar zijn. Zorgvernieuwing en gepast gebruik kunnen bijdragen aan de snelheid waarmee opgestart en opgeschaald kan worden. In het kader van leren en ontwikkelen zet de NZa zich in om goede voorbeelden van zorgprofessionals te delen waarmee ziekenhuizen kunnen opstarten en opschalen.'