Op de website en in de app van Oncoguide is nu de beslisboom Trofoblast geplaatst. Hierin wordt het zorgproces met alle beslismomenten overzichtelijke weergegeven. Hij is bedoeld voor zowel zorgprofessionals als andere geïnteresseerden. De beslisboom is in samenwerking met de Werkgroep Trofoblast Tumoren (WTT) tot stand gekomen en gemodelleerd op basis van de richtlijn Trofoblastziekten.
De beslisboom is een vertaling van de richtlijn in algoritmes en na goedkeuring door de WTT gepubliceerd op de website en in de app van Oncoguide. Daar zijn voor gynaecologie naast die voor Trofoblastziekten ook andere beslisbomen beschikbaar: CIN, cervixcytologie en AIS en VAIN. De app kan via de website gratis, en voor iedereen toegankelijk, gedownload worden.
Trofoblastziekten
Bij Trofoblastziekten vertonen de cellen van de placenta - de trofoblastcellen – abnormaliteiten. De ziekten kunnen alleen tijdens een zwangerschap ontstaan. In sommige gevallen wordt de aandoening echter pas jaren na de zwangerschap vastgesteld. De meest voorkomende trofoblastziekte is mola hydatidosa, ofwel molazwangerschap. Daarbij groeit alleen de placenta door en worden door vochthoping talloze blaasjes ontwikkeld. Er is echter vrijwel nooit een embryo.
Bij 15% van de patiënten met een molazwangerschap ontwikkelt deze zich door tot een persisterende trofoblast. Dat is, naast choriocarcinoom, placental site trofoblastic tumor (PSTT) en epitheloïde trofoblasttumor, een van de vier kankersoorten die tot de trofoblastziekten behoren.Trofoblasziekten zijn, met ongeveer 250 gevallen per jaar, vrij zeldzaam. In ongeveer 50 gevallen betreft het een trofoblasttumor.
Meerwaarde Oncoguide
Oncoguide toont de zorgprofessional, gebaseerd op patiënt- en ziektekenmerken, stap voor stap een route door beslisbomen naar zorgaanbevelingen. Deze beslisbomen op basis van de richtlijn zijn aangevuld met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en predictiemodellen.
Behalve een ondersteunende functie bij de besluitvorming doet Oncoguide ook dienst als hulpmiddel voor 'shared decision making' met de patiënt. Daarnaast kan Oncoguide ook gebruikt worden bij de opleiding. Bijvoorbeeld om arts-assistenten uitleg te geven over de keuzemomenten in een behandelingstraject. Of als naslagwerk om te zien wat een richtlijn bij een specifieke situatie voorschrijft, zonder dat daarvoor de hele richtlijn hoeft te worden doorgelezen.