De studie wees uit dat jongeren Instagram associëren met negatieve eigenschappen en een lagere zelfzekerheid. Aangezien Instagram een foto-app is, spiegelen jongeren zich snel aan andere leden in het netwerk wat kan zorgen voor ontevredenheid over het eigen uiterlijk. Ook blijkt dat jongeren hierdoor lijden aan slechtere nachtrust en spanning.
Ook Snapchat scoorde slecht onder jongeren. De messagingdienst zorgde in sommige gevallen zelfs voor pesterijen en geeft jongeren het gevoel niet mee te tellen onder hun gelijken wanneer zij niet betrokken worden bij conversaties. Zowel Instagram als Snapchat zijn volgens de onderzoekers ‘image-focused’, iets waar jongeren bovengemiddeld gevoelig voor zijn.
Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat Google’s YouTube doorgaans als positief door jongeren wordt ervaren. Dit heeft er vooral mee te maken dat de videosite jongeren kan voorzien in middelen tot zelfexpressie en het zoeken naar hulp bij lotgenoten. Tegelijkertijd blijkt YouTube funest voor de nachtrust van jongeren.
Ook bij Facebook en Twitter leven gemengde gevoelens. Beide platformen werden net als YouTube gezien als belangrijk podium voor zelfexpressie, maar tegelijkertijd bieden deze platformen de gelegenheid aan jongeren om online ruzie’s uit te vechten of bijvoorbeeld klasgenoten te pesten. Dit zou dan weer kunnen leiden tot depressieve gevoelens bij jongeren.
Het RSPH onderzoek kunt u hier downloaden.
