Elektroconvulsietherapie (ECT) is een bewezen effectieve behandeling voor mensen die met een ernstige depressie kampen. Die therapie heeft wel wat mogelijke cognitieve bijwerkingen. Daarnaast is ook nog niet helemaal duidelijk welk effect ECT op de hersenen heeft. Daarom startte Jasper Nuninga een onderzoek naar de cognitieve vermogens en hersenstructuur van mensen die ECT ondergaan in verschillende stadia van de behandeling.
Bij elektroconvulsietherapie (ECT), worden bij de patiënt elektrische schokken toegediend in het hoofd. De onduidelijkheid die nog heerst over het effect van cognitieve bijwerkingen van deze behandeling op de cognitieve vermogens van patiënten en de invloed op het brein, maken meer onderzoek hiernaar noodzakelijk. Onderzoek dat Jasper Nuninga voor zijn proefschrift, “Electrically induced neuroplasticity: Exploring the effects of electroconvulsive therapy for depression using high field MRI", uitvoerde.
Onderzoek ECT-behandeling
Voor het onderzoek, en voordat de ECT-behandeling startte, werd de hersenstructuur van deelnemende ernstig depressieve patiënten in kaart gebracht. Van de hersenen werden daarvoor hoge resolutie MRI-scans gemaakt. Die scans zijn uitermate geschikt om kleine hersenstructuren goed in beeld te brengen.
Nadat de patiënten tien ECT-behandelingen ondergaan hadden, werden de hersenen opnieuw met dezelfde MRI-methode gescand. Daarbij constateerde Nuninga dat de zogenoemde gyrus dentatus (DG) van de hippocampus flink gegroeid was. De DG is een kleine structuur en een van de twee zones in het brein waar nieuwe hersencellen kunnen vormen, en de groei duidt erop dat dit proces door de ECT wordt gestimuleerd.
Cognitieve bijwerkingen
Uit aanvullende analyses kon Nuninga concluderen dat de groei van de DG niet ten grondslag lag aan andere oorzaken, zoals zoals ophoping van vocht en toename van nieuwe bloedvaten. De cognitieve bijwerkingen die na 10 ECT-behandelingen geconstateerd werden, waren bij de meeste patiënten na zes maanden weer verdwenen.
Nuninga concludeert in zijn proefschrift dat de resultaten van zijn onderzoek een beter beeld geven van de effecten, en cognitieve bijwerkingen, van elektroconvulsietherapie. Het onderzoek biedt volgens de promovendus voldoende aanknopingspunten voor vervolgonderzoek en mogelijke nieuwe behandelingen zonder bijwerkingen.
Jasper Nuninga studeerde Psychologie aan de Universiteit Leiden en neurowetenschappen aan de universiteit Utrecht. Tijdens zijn promotieonderzoek was hij verbonden aan de afdeling Biomedical Sciences of Cells and Systems van het BCN-BRAIN Instituut van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Inmiddels is hij werkzaam als postdoc bij het UMCG en psycholoog bij FortaGroep.
ECT is een van de mogelijke behandelmethodes voor het bestrijden van een ernstige depressie. Er zijn daarnaast ook ontwikkelingen en behandelmethodes die voor een andere invalshoek kiezen. Een voorbeeld daarvan is de BioCheck methode waarbij onderzocht wordt of hardloopsessies (runningtherapie) kunnen bijdragen aan het herstel van depressie.