Onderzoek naar thuisrevalidatie na hartinfarct

31 mei 2021
Thuisrevalidatie-Onderzoek-Brouwers
Onderzoek
Nieuws

Beweegprogramma's vonden tot nu toe altijd plaats in het ziekenhuis, op de afdeling voor fysiotherapie. Patiënten moesten daarvoor drie maanden lang elke week twee tot drie keer naar het ziekenhuis komen. Technologische ontwikkelingen hebben thuisrevalidatie mogelijk gemaakt. Darbij wordt het beweegprogramma thuis, met begeleiding op afstand, gevolgd.

De voordelen voor de patiënt zijn evident. Niet alleen hoeven ze nu minder vaak naar het ziekenhuis te reizen, met het programma voor thuisrevalidatie hebben zij ook direct inzage in hun gegevens en voortgang en daarmee regie over de behandeling, persoonlijke begeleiding en terugvalpreventie.

Is thuisrevalidatie even effectief?

Doel van het onderzoek van Rutger Brouwers was er achter te komen welke therapievorm nu beter is; thuisrevalidatie of in het ziekenhuis. Daarom zette hij de Smartcare-CAD-studie bij het Máxima MC. “Patiënten vallen na intensieve begeleiding helaas vaak terug in hun oude leefpatroon; terwijl het verbeteren van leefstijl het risico op een nieuwe hartaandoening aanzienlijk verkleint. Daarom is er dringend behoefte aan innovatieve revalidatiemethoden, die ervoor zorgen dat méér patiënten deelnemen, en die bijdragen aan het langer vasthouden van de positieve effecten ervan. Met de SmartCare-CAD studie wilden we onderzoeken of thuis trainen onder begeleiding op afstand meer effect heeft dan trainen in het ziekenhuis”, vertelt Brouwers.

Het onderzoek richtte zich alleen op het beweegprogramma bij de fysiotherapie. Door loting werd bepaald welke deelnemers de thuisbehandeling gingen volgen en wie voor de behandeling fysiek naar het ziekenhuis zou komen. De deelnemers die voor thuisrevalidatie in aanmerking kwamen moesten de eerste zes trainingssessies wel in het ziekenhuis, onder begeleiding van een fysiotherapeut, volgen. Daarna trainden ze drie maanden thuis, waarbij ze gebruik maakten van draagbare sensoren.

De revalidatie- en trainingsdoelen werden online bijgehouden op een gepersonaliseerd platform. Daar werden de gegevens over de training van de patiënt geüpload en kon de patiënt zijn voortgang raadplegen en bijsturen. Via een videoconsult had de fysiotherapeut wekelijks contact met de patiënten om de voortgang te bespreken en feedback te geven. Daarna werden ze nog 9 maanden op afstand in de gaten gehouden. Na 1 jaar zijn de twee behandelingen met elkaar vergeleken. In totaal deden 300 hartpatiënten mee aan dit onderzoek.

Beide methoden werken goed

Uit het onderzoek kwam naar voren dat zowel de patiënten die thuis trainden als de patiënten die dat in het ziekenhuis deden, na een jaar meer bewegen, fysiek fitter zijn, een hogere kwaliteit van leven ervaren, minder depressief zijn en in hun dagelijks leven beter kunnen omgaan met hun aandoening. Er waren geen significante verschillen tussen beide groepen. Dat gold ook voor de patiënttevredenheid.

Daarnaast bleek ook dat terugvalpreventie niet nodig is bij patiënten met een laag risico op nieuwe hartproblemen. "Net als bij andere onderzoeken naar telerevalidatie deden vooral relatief jonge mannen met een laag risico op nieuwe hartproblemen mee aan ons onderzoek. Dit verklaart wellicht waarom we ook weinig terugval in lichaamsbeweging zagen. Voor toekomstig onderzoek is het belangrijk na te gaan hoe we ook andere patiëntgroepen, die misschien na verloop van tijd wel minder gaan bewegen, kunnen enthousiasmeren voor telerevalidatie", aldus Brouwers. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het Journal of the American College of Cardiology.

Het toepassen van informatie- en communicatietechnologie in de zorg is veelbelovend. Digitale interventies zijn net zo effectief als reguliere face-to-face contacten. Dankzij ‘zorg op afstand’ neemt het aantal fysieke bezoeken van patiënten in het ziekenhuis af. Vooral voor chronisch zieke patiënten draagt dit bij aan betere zorg met meer eigen regie. Het Vitaliteitscentrum van MMC ontwikkelt multidisciplinaire innovatieve programma’s, ondersteund door technologie, die patiënten stimuleren tot beter zelfmanagement en duurzaam behoud van een gezonde leefstijl.