Nederlanders zoeken steeds vaker informatie over gezondheid en leefstijl op internet. In 2018 ging het om twee derde van de Nederlanders van 12 jaar of ouder. Zij gebruiken internet ook steeds vaker om afspraken te maken met medisch specialisten of huisartsen, of om medicijnen te kopen. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het onderzoek ICT-gebruik van huishoudens en personen 2018 van het CBS.
Van de Nederlanders van 12 jaar of ouder
zocht 67 procent in 2018 online naar informatie over gezondheid en leefstijl. In 2012 ging het nog om 49 procent. Men zoekt onder meer naar informatie over ziekten, voeding of beweging. Het percentage vrouwen dat op internet zoekt naar dit soort informatie was hoger (71%) dan het percentage mannen (63%).
Vooral 25- tot 45-jarigen zoeken online zochten naar informatie over gezondheid (80%). Van de Nederlanders in de leeftijdscategorieën van 45 tot 65 jaar en 65 jaar of ouder gaf 70 procent en 52 procent aan online op zoek te zijn geweest naar informatie over gezondheid. Verder geldt dat het aandeel hoogopgeleide Nederlanders dat deze informatie zocht (81 procent) groter is dan het aandeel middelbaar opgeleiden (73%). Onder middelbaar opgeleiden was dat weer hoger dan onder laagopgeleiden (49 procent).
Online afspraak maken
Een kwart van de Nederlanders van 12 jaar of ouder maakte in 2018 gebruik van internet om een afspraak te maken met een huisarts of medisch specialist. In 2012 was dit nog 10 procent. Het zijn vooral Nederlanders van 25 tot 45 jaar die dat doen (33%). In de leeftijdscategorieën van 45 tot 65 jaar en 65 jaar of ouder maakte 26 respectievelijk 18 procent online een afspraak. Van de jongeren van 12 tot 25 jaar deed 20 procent dit.
Het percentage hoogopgeleiden (34%) dat online actief is om afspraken te maken is groter dan het percentage laagopgeleiden (16%), zo stelt het CBS. Middelbaar opgeleiden zaten hier met 26 procent weer tussenin. Er is hier geen verschil tussen mannen en vrouwen.
Vaker medicatie via internet
Nederlanders kopen ook vaker medicijnen online. In 2012 was dit nog geen 3 procent, in 2018 was dit gestegen naar 10 procent. Nederlanders van 25 tot 45 jaar en 45 tot 65 jaar kopen even vaak medicijnen online. Van deze leeftijdsgroepen gaf 12 procent aan medicijnen via internet aangeschaft te hebben. Onder Nederlanders van 12 en 25 jaar en voor 65-plussers ligt dat met respectievelijk 7 procent en 8 procent lager.
NL koploper in EU
Nederland heeft van alle EU-28 landen het hoogste percentage mensen van 16 tot 74 jaar dat informatie opzoekt over gezondheid op internet. In 2018 had 72 procent van de Nederlanders van deze leeftijd dat gedaan, het gemiddelde van de Europese Unie was 52 procent.
Nederland staat op de vierde plaats bij online afspraken maken. In 2018 had 27 procent van de Nederlanders een afspraak online gemaakt, bijvoorbeeld met een specialist van een ziekenhuis of een gezondheidscentrum. Het EU-gemiddelde lag op 17 procent. In Finland was dit aandeel het grootst (44%), gevolgd door Denemarken (41%).
Online medicijnen kopen gebeurt nog niet zo vaak. 9 procent van de EU-burgers doet dit. Nederland staat in Europa op de vijfde plaats met 11 procent. In Duitsland (24%), Zweden (23%) en Denemarken (17%) worden medicijnen vaker online aangeschaft.
Online afspraak steeds makkelijker
Online afspraken maken - of eigen medische informatie opzoeken - wordt
steeds makkelijker. Het aantal ziekenhuizen met een eigen website dat een patiënt- of patiëntenportaal biedt, is volgens kennisinstituut Nictiz in 2018 verdubbeld. Ging het in augustus 2017 nog om één op de drie ziekenhuizen, inmiddels bieden twee op de drie ziekenhuizen inzicht in (bepaalde) medische gegevens. Sinds augustus 2017 zijn er 21 patiëntportalen bijgekomen.
Een patiënt(en)portaal biedt zorggebruikers de mogelijkheid tot inzage in hun gezondheidsgegevens die het ziekenhuis over hen beschikbaar stelt. Deze gegevens kunnen persoonlijke gegevens, onderzoeksresultaten, medicatieoverzicht en behandelinformatie zijn. Via de website
hoeonlineisjeziekenhuis kunnen mensen zien hoe ver het ziekenhuis is waar zij behandeld (gaan) worden.
Ook bij zorginstellingen groeit het aantal cliëntportalen. 33 organisaties uit de ouderenzorg (VVT) en de gehandicaptenzorg (GZ) kwamen er in 2018 als het gaat om toegang tot cliëntinformatie via een cliëntportaal. Dat
bleek uit jaarlijks onderzoek naar het gebruik van Elektronische Cliënten Dossiers (ECD’s) door M&I/Partners.
Kwaliteit online informatie
Online informatie over bijvoorbeeld medicatie is overigens niet altijd even goed. Om hier verbetering in te brengen, ging
afgelopen november het Netwerk Patiënteninformatie van start. Minister Bruno Bruins van medische Zorg & Sport (VWS) stelde bij de lancering dat het nodig is dat patiënten betrouwbare en begrijpelijke medicijninformatie beter kunnen vinden op het internet. Nu is dergelijke informatie online vaak moeilijk vindbaar of onvolledig.
Zeven organisaties hebben een intentieverklaring getekend ter verbetering van online medicatie-informatie en gaan aan de slag om de voornemens naar de praktijk te realiseren. De eerste concrete stap die gezet wordt, is het aan elkaar koppelen van vier websites: van de medicijnautoriteit (CBG), het bijwerkingencentrum (Lareb), de huisartsen (NHG, Thuisarts.nl) en de apothekers (KNMP, Apotheek.nl).