Online platform over dierproeven al langer beschikbaar

11 juli 2018
color-rat-399706_960_720
Onderzoek
Nieuws

De tweede Kamer stemde op 3 juli unaniem vóór de motie van Tjeerd de Groot (D66) om alle dierproeven openbaar te registreren. Negatieve dierstudies worden nu niet altijd gepubliceerd, waardoor er een overschatting van de resultaten kan ontstaan en soms onnodig dierproeven herhaald worden. Er is echter al een online platform hiervoor, zo stelt het Radboudumc.

Onderzoekers van het UMC Utrecht, het Radboudumc en het Netherlands Heart Institute (NLHI) kwamen op 11 april al met het eerste online platform om dierproeven openbaar te registreren: www.preclinicaltrials.eu. Het doel is om transparantie en het delen van data te stimuleren. Daarnaast kan preregistratie (voor de start van de studie registreren) leiden tot een verbeterde kwaliteit van de studie en een verbeterde rapportage van belangrijke informatie over de opzet van de dierproef. Dierproeven worden gebruikt om de veiligheid en werkzaamheid van nieuwe medicijnen en therapieën te onderzoeken. Dit moet ertoe leiden dat deze op een veilige manier kunnen worden ontwikkeld, voordat patiënten aan eventuele risico’s worden blootgesteld. Het is echter vaak lastig om veelbelovende resultaten uit dierstudies te vertalen naar een werkzaam medicijn voor patiënten. Dit komt deels doordat dierproeven niet altijd goed worden ontworpen, gerapporteerd of geëvalueerd.

Vervanging dierproeven door digitale technologie

Op termijn kunnen dierproeven vervangen worden door de inzet van ‘organs-on-a-chip’-technologie of door combinaties van big data- en AI-technologie waarmee virtuele proeven op mensenpopulaties gehouden kunnen worden. Hier wordt ook in Nederland al hard aan gewerkt, zoals aan het LUMC in Leiden en de TU Twente (in Europees verband). In de tussentijd kan openbaar maken van dierproeven de noodzaak ervan al reduceren. Negatieve dierstudies worden nu niet altijd gepubliceerd, waardoor er een overschatting van de resultaten kan ontstaan. Dit kan er zelfs toe leiden dat dierstudies onnodig worden herhaald. Ook wordt er te weinig aandacht besteed aan het minimaliseren van het risico op bias (onbedoelde vertekening van de resultaten) in dierstudies, door bijvoorbeeld te blinderen en te randomiseren. Dit kan de vertaling naar de mens negatief beïnvloeden. Om die reden wordt in Nijmegen bij ieder dierexperiment vooraf getoetst of er op de juiste wijze wordt gerandomiseerd en geblindeerd.

Hoofddoel is meer transparantie

"Het hoofddoel van ons register is het creëren van transparantie,” zegt Kim Wever, vanuit het Radboudumc betrokken bij het project. “Een groot aantal wetenschappelijke tijdschriften vraagt al om preregistratie, óók voor dierproeven, en www.preclinicaltrials.eu is speciaal voor dierproeven ontworpen. Het maakt niet uit of je studie een kleine pilot is, of een multicenter preclinical trial. Dat kun je in het protocol namelijk aangeven.” Preregistratie levert volgens het Radboudumc een belangrijke bijdrage aan het optimaliseren van dierproeven. Preregistratie is eerder al geadviseerd in een rapport van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Voor studies met mensen is preregistratie al gebruikelijk. Het unanieme oordeel van de Tweede Kamer om dit hoog op de agenda te zetten is een nieuwe stimulans voor onderzoekers en onderzoeksinstituten om na te gaan hoe preregistratie geïmplementeerd kan worden. Met het ontwikkelen van het platform www.preclinicaltrials.eu en de politieke betrokkenheid is Nederland wereldwijd koploper op het gebied van preregistratie van dierproeven. Geregistreerde gebruikers kunnen kosteloos van het platform gebruik maken. Behalve het register doorzoeken, kunnen onderzoekers een eigen protocol registreren. Het formulier hiervoor is ontworpen in samenwerking met onderzoekers van onder andere het Radboudumc, het UMC Utrecht en de universiteit van Sydney - veelal op basis van de werkprotocollen die bij deze instituten voor de aanvraag en registratie van dierstudies worden gebruikt. Dit vereenvoudigt het invullen van het formulier.

Anonieme opslag voor objectiviteit

Om de objectiviteit van het onderzoek te waarborgen, worden onderzoeksgegevens geanonimiseerd opgeslagen, stelt Wever uit: “Het onderzoeksinstituut waar een geregistreerd protocol wordt uitgevoerd is te zien, maar de gegevens van de uitvoerend onderzoeker van de geregistreerde protocollen zijn geanonimiseerd. Alle protocollen zijn zichtbaar en doorzoekbaar met trefwoorden, behalve de protocollen waarbij de embargo optie is aangevinkt: je kunt aangeven dat je protocol pas zichtbaar mag worden na één jaar. Dit kan van belang zijn wanneer er bijvoorbeeld een patent aangevraagd gaat worden op basis van de dierproef.”