Amsterdam UMC tevreden over inzet operatierobot

11 december 2019
Amsterdam-Skills-Centre
Tweedelijn
Nieuws

Begin 2018 stonden er 24 robots in 22 Nederlandse ziekenhuizen, zo werd tijdens de bijeenkomst duidelijk. Sindsdien zijn er in een aantal ziekenhuizen robots bijgekomen die chirurgen ondersteunen. Zo zette het Oogziekenhuis Rotterdam afgelopen mei voor het eerst een operatierobot met succes in bij een delicate netvliesoperatie. Steeds meer ziekenhuizen breiden de inzet van operatierobots voor chirurgie geleidelijk uit.

Bij locatie AMC wordt de Da Vinci robot voor bepaalde ingrepen regelmatig ingezet, vooral bij urologische operaties (het verwijderen van de prostaat) en operaties aan de baarmoeder. Vooral voor assistentie bij minimaal invasieve chirurgie (waarbij slechts enkele kleine sneetjes nodig zijn in de buik, waar instrumenten en camera doorheen gaan) biedt de robot volgens chirurgen meerwaarde.

Invoering Da Vinci soepel

Omdat Amsterdam UMC voorop loopt op het gebied van minimaal invasieve ingrepen, kon de aanschaf van een Da Vinci niet uitblijven, aldus het ziekenhuis. De invoering ervan verliep verrassend soepel, menen zowel de chirurgen als de operatieassistenten. Alvleesklierchirurg Marc Besselink stelt: “Dat komt omdat we hier al veel ervaring hebben met minimaal invasieve chirurgie, dus de overgang was voor ons niet heel groot. Het apparaat is intuïtief, wat wil zeggen dat je alle vrijheid hebt om met je handen de operatiebewegingen te maken die je al gewend bent.” Ook is voorafgaand aan de invoering veel met behulp van simulaties geoefend.

Arts-onderzoeker Maurice Zwart presenteerde tijdens de bijeenkomst een studie naar de meerwaarde van operatierobots bij minimaal invasieve ingrepen (laparoscopische chirurgie) aan de alvleesklier. Volgens Zwart gaat opereren met en zonder robot ongeveer even snel, maar de kwaliteit van de robotoperaties was beduidend hoger. Dit verschil zou in de toekomst nóg groter kunnen worden naarmate de ervaring met robotchirurgie groeit.

De bijeenkomst was op 4 december in het Amsterdam Skills Centre, waar structureel robot-operatietrainingen worden gegeven voor urologen en alvleesklierchirurgen uit Nederland en heel Europa. Ingrepen die nu volgens een vast schema wekelijks worden gedaan met de Da Vinci zijn de Whipple (verwijdering van de kop van de alvleesklier en het omliggende weefsel, zoals een deel van de maag en de twaalfvingerige darm), het weghalen van slokdarmtumoren, ingrepen aan de lever en het uitnemen van een nier vanwege een tumor of een transplantatie.

Operatierobot niet altijd meerwaarde

Bij andere ingrepen – die vaak kleiner en eenvoudiger waren – bleek de robot geen meerwaarde te hebben. Die worden nu laparoscopisch gedaan. Over het algemeen zijn de operatieteams zeer goed te spreken over het inzetten van de Da Vinci. De teams ervaren meer rust en overzicht tijdens de ingreep. Door de vierde robotarm zijn bloedingen sneller onder controle te krijgen, wat leidt tot aanzienlijk minder bloedverlies bij de patiënten.

Verder merken de chirurgen dat ze – vanwege de sterk vergrote beelden die de robot op een scherm toont – preciezer te werk kunnen gaan, wat tot minder onbedoelde weefselschade leidt en het zorgvuldiger verwijderen van tumorweefsel dat met het blote oog niet zichtbaar is. Voor de chirurg is het werken met de Da Vinci ook comfortabeler. Aan de operatietafel moet hij of zij soms urenlang over een patiënt heen gebogen staan, met de armen vaak in lastige posities. Op de lange termijn leidt dat tot klachten aan de nek, schouders en rug. Met een operatierobot zit de chirurg rustig in een goede stoel.

Verhouding investering- opbrengst

Uroloog Harrie Beerlage stelde tijdens de bijeenkomst de vraag of dit alles de kosten van een operatierobot waard is (tussen de 1,5 en 2,4 miljoen euro). “Ik werk zelf al 12 jaar met operatierobots en ik zou liefst al mijn operaties met een robot willen doen. Maar de apparaten zijn duur. Dat belemmert de innovatie en de wijde verspreiding ervan.” Nu is er nog maar één bedrijf dat een robot op de markt mag brengen. Het patent loopt echter af en nieuwe aanbieders zullen voor meer concurrentie en dus lagere prijzen zorgen, zo is de hoop.