Patiënten willen structurele digitale toegangsdeur tot zorg

9 oktober 2020
beeldbellen-dokter-digitaal
Patiënt
Nieuws

Reden voor de organisatie om - in aanvulling op het advies van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) over hoe om te gaan met digitale zorg na de coronacrisis - met een eigen visiedocument over de toekomst van hybride zorg te komen. Zo moet ook voorkomen worden dat de deuren van de zorgprofessional opnieuw dicht gaan. Dat gebeurde namelijk toen premier Rutte in maart de intelligente lockdown aankondigde.

De Patiëntenfederatie kreeg direct telefoontjes met de boodschap: ‘De deuren gaan voor ons dicht’, vertelt Heldoorn in gesprek met ICT&health. “De boodschap was steeds dat de dokter zijn patiënten niet meer in de spreekkamer wilde zien, of dat patiënten niet meer naar de dokter durfden. De patiënt kon of durfde niet meer bij de dokter terecht met zijn klacht of lopende behandelingen konden niet doorgaan. We hebben de 23.000 mensen in ons zorgpanel bevraagd wat dit betekende voor verdringing van reguliere zorg en daar kwam echt wel uit dat de zorg on hold ging.”

Digitale toegangsdeur

De Patiëntenfederatie vindt dan ook dat niet nog een keer sprake mag zijn van een situatie waarin de deur op slot gaat. Dus als je als zorgprofessional fysiek de deur moet sluiten, moet er een digitale toegangsdeur zijn en moet dus de hele zorgverlening een gegarandeerde digitale component hebben.”

Digitaal contact was voor veel patiënten al niet nieuw meer op het moment dat de coronacrisis zich aandiende. “Onze ervaring is dat ze daarin harder willen gaan dan de zorgprofessionals”, vertelt Heldoorn. “Als we ze de mogelijkheden goed uitleggen en vertellen over de ervaringen uit projecten staan ze er echt positief tegenover. Ons idee toen de crisis zich aandiende was dan ook: hier hebben we al jaren aan lopen trekken en nu gebeurt het eindelijk.”

Visie op hybride zorg

De Patiëntenfederatie ontwikkelt daarom nu een visiedocument dat in kaart moet brengen hoe de hybride ziekenhuis- of huisartsenzorg eruit moet zien. Dat begint met als zorgprofessionals inzien dat je met digitale middelen de relatie tussen artsen en patiënten beter kunt ondersteunen, schetst Heldoorn.

“Het e-health-project COPD in Beeld laat heel mooi zien hoe dit effectief kan. Natuurlijk moet de arts je zien om diagnostiek te kunnen plegen, maar daarna heb je als COPD-patiënt baat bij een kort lijntje naar die arts met digitale informatieoverdracht zodat je alleen nog naar het ziekenhuis hoeft als de situatie daarom vraagt. Dan voorkom je ook dat de arts problemen pas signaleert als de patiënt op de SEH belandt. Hopelijk heeft ieder ziekenhuis van dit soort voorbeelden en voor veel meer dan COPD alleen, maar nu is het vaak nog te veel afhankelijk van de individuele inzet van één zorgprofessional.”

Digitaal onvoldoende bestendigd

In de Kamerbrief over digitale zorg van eind september schreven ministers Hugo de Jonge (VWS) en Tamara van Ark (Medische zorg) ook al dat het erop lijkt dat de digitale ontwikkelingen uit het begin van de coronacrisis onvoldoende bestendigd lijken te worden.

Zo blijkt uit onderzoek van het NIVEL dat slechts 28 procent van de huisartsen die met beeldbellen zijn gestart er ook mee wil blijven doorgaan. In de GGZ blijkt dat beeldbellen niet voor elke patiënt geschikt is. De bewindslieden benadrukken dat de keuze voor digitale zorg weliswaar bij de patiënt ligt, maar dat terugkeer naar de ‘oude’ situatie in ieder geval ongewenst is. Een blended of hybride aanpak, een mix van digitaal en fysiek, is nodig.

Lees hier het complete advies van de RVS.

Lees voor het hele interview met Marcel Heldoorn ICT&health 5, dat op 21 oktober uitkomt.