Philips nam dit initiatief vanuit zijn ambitie om ouders wereldwijd te ondersteunen om hun pasgeboren kind ‘de beste start te geven’. Na de eerste maand geeft meer dan de helft van de moeders borstvoeding door het ondervinden van problemen, stelt Philips op basis van TNO-onderzoek. Het is naast het stellen van vragen tijdens het Facebook-spreekuur om voorafgaand aan het spreekuur vragen neer te leggen bij de lactatiekundigen. Deelname aan het live spreekuur op Facebook is gratis. Geïnteresseerden kunnen alvast de Facebook-pagina van het spreekuur bezoeken om op de hoogte te blijven, vragen vooraf te stellen en klikken op ‘geïnteresseerd’ of ‘gaat’.
Afgelopen augustus stapte Philips nog in een soortgelijke samenwerking met de app service Consultatiebureau Plus. De nieuwe online dienst is dag en nacht, zonder afspraak, bereikbaar voor ouders met vragen over de ontwikkeling en opvoeding van hun kindje. Philips is op meer gebieden actief in e-health gebaseerde zorg voor ouders met pasgeboren kinderen en toekomstige ouders, onder meer met het uGrow-platform en diagnostische instrumenten. Ook wordt er samengewerkt met het Duitse OneLife rondom e-health gebaseerde ondersteuning voor moeders en baby’s.
In de eerste twee weken na de geboorte is een significante daling van het aantal borstgevoede zuigelingen. Van de zuigelingen van één maand oud kreeg nog 57% uitsluitend borstvoeding, op 3 maanden was dit 47%. Op de leeftijd van 6 maanden is het percentage dat uitsluitend borstvoeding kreeg 39%, in vergelijking met 18% in 2010. In 2015 lijkt de daling van het aantal borstgevoede zuigelingen in de eerste levensmaanden minder snel te verlopen ten opzichte van alle vorige peilingen.
Aan alle moeders die borstvoeding hadden gegeven werd gevraagd wat de belangrijkste reden was om te starten met borstvoeding. De meerderheid van de moeders (71%) gaf als meest belangrijke reden dat borstvoeding gezonder is. Als tweede belangrijkste reden werd het contact tussen moeder en baby genoemd (15%). Minder vaak genoemde redenen waren ‘borstvoeding is makkelijker’ (2%) en ‘borstvoeding is goedkoper (2%). Tien procent gaf aan een andere reden te hebben dan de antwoordopties, waarbij ‘alle antwoorden’ en ‘borstvoeding is natuurlijk’ het meest werden genoemd.
Afgelopen augustus stapte Philips nog in een soortgelijke samenwerking met de app service Consultatiebureau Plus. De nieuwe online dienst is dag en nacht, zonder afspraak, bereikbaar voor ouders met vragen over de ontwikkeling en opvoeding van hun kindje. Philips is op meer gebieden actief in e-health gebaseerde zorg voor ouders met pasgeboren kinderen en toekomstige ouders, onder meer met het uGrow-platform en diagnostische instrumenten. Ook wordt er samengewerkt met het Duitse OneLife rondom e-health gebaseerde ondersteuning voor moeders en baby’s.
Percentage moeders dat borstvoeding geeft stabiel
Uit het rapport getiteld Peiling melkvoeding van zuigelingen 2015 van TNO blijkt dat 80 procent van de moeders na de geboorte van hun kind startte met borstvoeding. Dit percentage is vergelijkbaar met de jaren 2002 (80%), 2003 (80%) en 2007 (81%), maar hoger dan in 2005 (74%) en 2010 (75%). Hoogopgeleide moeders startten vaker met borstvoeding (90%) dan middenopgeleide (81%) en laagopgeleide moeders (69%).In de eerste twee weken na de geboorte is een significante daling van het aantal borstgevoede zuigelingen. Van de zuigelingen van één maand oud kreeg nog 57% uitsluitend borstvoeding, op 3 maanden was dit 47%. Op de leeftijd van 6 maanden is het percentage dat uitsluitend borstvoeding kreeg 39%, in vergelijking met 18% in 2010. In 2015 lijkt de daling van het aantal borstgevoede zuigelingen in de eerste levensmaanden minder snel te verlopen ten opzichte van alle vorige peilingen.
Aan alle moeders die borstvoeding hadden gegeven werd gevraagd wat de belangrijkste reden was om te starten met borstvoeding. De meerderheid van de moeders (71%) gaf als meest belangrijke reden dat borstvoeding gezonder is. Als tweede belangrijkste reden werd het contact tussen moeder en baby genoemd (15%). Minder vaak genoemde redenen waren ‘borstvoeding is makkelijker’ (2%) en ‘borstvoeding is goedkoper (2%). Tien procent gaf aan een andere reden te hebben dan de antwoordopties, waarbij ‘alle antwoorden’ en ‘borstvoeding is natuurlijk’ het meest werden genoemd.
