Praktijkpilot met digitale gegevensuitwisseling antibioticaresistentie

18 juli 2018
Patient-ziekenhuis
Digitalisering
Nieuws

De eerste twee Medisch Microbiologische Laboratoria (RLM in Dordrecht en CBSL in Hilversum) zijn succesvol aangesloten op het nieuwe gestandaardiseerde systeem van Eenheid van Taal in antibioticaresistentie. Dit project verbetert de gegevensuitwisseling op het gebied van infecties met resistente ziekteverwekkers. In 2020 moeten alle MML’s aangesloten zijn.

Eenheid in Taal ABR is een gezamenlijk project van de NVMM, Nictiz en het RIVM. Nictiz helpt het project bij het vaststellen en het beheren van de labcodes en de berichtdefinities. In de eerste pilotfase worden zes Medisch Microbiologische Laboratoria aangesloten op een centrale berichtenservice. Hiermee worden dagelijks meldingen over antibioticaresistentie naar de surveillancesystemen van het RIVM gestuurd op basis van gestandaardiseerde Labcodes.

Aansluiting meer pilotlaboratoria

Op dit moment versturen de twee laboratoria in Dordrecht en Utrecht op deze manier meldingen over resistente micro-organismen (BRMO). De overige pilotlaboratoria worden de komende maanden ook aangesloten. Om infecties met resistente ziekteverwekkers effectief te kunnen bestrijden, is het nodig om snel inzicht te krijgen in wie waar, wanneer en waarom geïnfecteerd raakt. Ook is inzicht nodig in hoe resistente bacteriën en resistentiegenen zich verspreiden. Verbetering van de informatievoorziening voor surveillance en monitoring van antibioticaresistentie is hiervoor noodzakelijk. Dit bestaat uit gestandaardiseerde labcodes, samenwerkingsafspraken en aanpassingen aan de systemen. In een pilot wordt hiervoor een blauwdruk ontwikkeld. Het streven is dat in 2020 alle Medisch Microbiologische Laboratoria met de gestandaardiseerde codes en afspraken van Eenheid van Taal werken.

ABR-project: betere bewaking infectieveiligheid

Nictiz (expertisecentrum e-health), het RIVM en de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM) schreven afgelopen juni in het vakblad ICT&health over de ontwikkeling van de standaard voor elektronische gegevensuitwisseling voor bepaling van antibioticaresistentie (ABR). Er zouden destijds pilots lopen of gaan opstarten in Utrecht, Dordrecht en Hilversum. Haarlem stond op het punt om aan te sluiten op basis van hun regionale aanpak rondom ABR. Het doel van de samenwerking is om te komen tot nog betere bewaking van de nationale infectieveiligheid, zo stelden de initiatiefnemers.

Verbetering op vlak gegevensuitwisseling

Hoewel Nederland het internationaal goed doet als het gaat om ABR, zijn er in de dagelijkse praktijk opvallende kansen voor verbetering. Die liggen met name op het vlak van de gegevensuitwisseling in de zorgketen, bijvoorbeeld tussen laboratoria onderling of tussen laboratoria en het RIVM. Tot dusver gebeurt dat nog niet digitaal. Daar komt bij dat labgegevens niet uniform vastgelegd en doorgegeven worden. Iedereen heeft zijn eigen ‘standaard’. ABR is vooral in kaart gebracht voor de Nederlandse ziekenhuizen. Daar worden veel antibiotica gebruikt en komt relatief de hoogste resistentie voor. Bovendien wordt in ziekenhuizen veel onderzoek gedaan rond de inzet van antibiotica en is er daardoor naar verhouding veel data beschikbaar.