Als eerste ziekenhuis van de Benelux kan bij Erasmus MC een ernstige beentrombose via de betreffende ader worden schoongeveegd. De prop in de beenader wordt niet met een agressief antistollingsmiddel opgelost, maar met een speciale katheter. Op de katheter zit een netje dat het stolsel losmaakt en het been uitveegt. Er zijn inmiddels zes patiënten succesvol behandeld met deze zogeheten ClotTriever.
Beentrombose betekent dat er een bloedprop in een bloedvat in het been zit. Meestal krijgt de patiënt in zo’n geval antistollingsmiddelen, in de volksmond bloedverdunners genoemd. Tevens wordt een steunkous aangemeten die voor langere tijd, vaak wel een jaar, moet worden gedragen. De medicijnen ruimen de trombose niet op maar voorkomen dat trombose ontstaat of dat trombose groter wordt. Het opruimen van de trombose moet in de meeste gevallen dus het lichaam zelf doen.
Diepe veneuze beentrombose
Bij een ernstige acute diepe veneuze beentrombose is die aanpak echter onvoldoende, omdat de bloedprop acuut gevaar oplevert voor de patiënt. Tot nu toe werd het stolsel in die gevallen meestal te lijf gegaan met een krachtig ontstollend middel dat via een katheter naar de prop wordt gebracht. Nadeel: deze middelen zijn erg agressief en kunnen bloedingen veroorzaken. Tien procent van de patiënten kreeg er een bloeding van en twee procent zelfs een hersenbloeding.
Katheter met netje
De nieuwe interventie met de katheter met netje, de ClotTriever, geeft aanzienlijk minder kans op bloedingen. Katheterisatie wordt al vaak ingezet om bijvoorbeeld te dotteren bij hartaandoeningen, maar bij een ernstige beentrombose dus nog niet. Volgens interventieradioloog Adriaan Moelker bespaart de nieuwe methode veel tijd in vergelijking met trombolyse. Trombolyse is een behandeling met een sterk werkende stof (rt-PA of alteplase) die een stolsel in een bloedvat op kan lossen en bijvoorbeeld ook vaker na een herseninfarct wordt ingezet. De inzet van de ClotTriever blijkt bij de behandeling van een hoge trombose in het been echter effectiever.
Bij een trombolyse was het team meerdere dagen bezig met een patiënt. Op de website van Erasmus MC legt Adriaan Moelker uit: ‘Met het nieuwe apparaat hebben we 1,5 tot 2 uur nodig om de trombose te verhelpen. Voorheen waren we 2 tot 3 dagen met een patiënt bezig, omdat we met meerdere controles moesten kijken of de trombolyse effect had. Al die tijd lag de patiënt opgenomen met de katheter in het been en was er het gevaar van een bloeding. Nu kunnen mensen na de behandeling meteen het bed uit, de volgende dag al naar huis en is er minder kans op complicaties.”
CT-scan beentrombose
Tenminste 1 per 12 mensen krijgt een keer een diepe veneuze trombose. Specialisten verwachten dat het aantal diepe veneuze tromboses de komende jaren verder zal toenemen, met name omdat ernstig zieke Covid19 patiënten er extra gevoelig voor zijn. Essentieel is volgens interventieradiolood Adriaan Moelker en vaatchirurg Marie Josee van Tongerlo-van Rijn van het Erasmus MC dat zo’n ernstige trombose tijdig wordt herkend en behandeld. In dat geval is niet alleen het onderbeen rood en dik maar ook het bovenbeen rood. Het is belangrijk dat iemand die zich op de spoedeisende hulp meldt met zo'n hoog doorlopende trombose in het been, met behulp een CT-scan of echo wordt gescreend op het wel of niet aanwezig zijn van een diepe veneuze trombose.”