Psychiatrische stoornissen behandelen met VR-therapie

26 oktober 2020
VR-bril-Vrouw2-1
Onderzoek
Nieuws

Het grote voordeel van VR-therapie is dat patiënten hiermee naar een compleet andere wereld 'meegenomen' kunnen worden. Deze zogenoemde computergestuurde VR-omgevingen kunnen echter wel echte psychologische en fysieke reacties oproepen, zoals angst, vreugde of spanning. Omdat de reacties vergelijkbaar zijn met de reacties in de fysieke, echte, wereld, is de VR cognitieve gedragstherapie geschikt voor onderzoek en behandeling van psychiatrische stoornissen.

Onderzoek effecten VR-therapie

Aan het onderzoek naar de effecten van VR cognitieve gedragstherapie namen zowel mensen met een psychotische stoornis als patiënten met met een sociale angststoornis deel. Voor de oefeningen werden meerdere virtuele omgevingen gecreëerd. een dan vooral omgevingen die deze patiënten in werkelijkheid vermijden, zoals een supermarkt, bus of café.

Tijdens het onderzoek kon geconcludeerd worden dat de VR-therapie effect had. Dit betekent dus dat deze therapie een effectieve behandeling kan vormen voor het verminderen van paranoia en sociale angst in het dagelijks leven. Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat mensen met en zonder kwetsbaarheid voor psychose afstand tot andere mensen op vergelijkbare wijze reguleren. Dit werd onderzocht in een virtueel café.

Geraets concludeerde ook dat de deelnemers gezichtsemoties van VR gesimuleerde mensen (avatars) goed kunnen herkennen. Dit biedt nieuwe mogelijkheden voor het onderzoek naar het herkennen van emoties en het trainen van deze vaardigheid.

UMCG en VR

Het UMCG is geen onbekende als het gaat om VR-therapie. Onlangs ontving men nog een subsidie voor het onderzoeken van de meerwaarde van VR bij het verminderen van stress. Eerder dit jaar werd VR-therapie ook al ingezet om zorgmedewerkers die door de coronacrisis overbelast dreigden te raken 'mee te nemen' naar ontspannende virtuele werelden.

Chris Geraets studeerde Psychologie en Biomedische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar promotieonderzoek vond plaats bij de afdeling Psychiatrie en het BCN-BRAIN instituut van het UMCG. Inmiddels is zij werkzaam als postdoc bij de Regional Forensic Psychiatric Clinic in Växjö en de universiteit van Göteborg, Zweden.