Het Delftse Reinier de Graaf ziekenhuis gaat een tweede operatierobot in gebruik nemen. In 2016 werd de eerste operatierobot in gebruik genomen in het ziekenhuis. Sindsdien neemt het aantal robot-geassisteerde operaties jaarlijks toe, onder andere binnen de Urologie, GE-Chirurgie en Gynaecologie.
Met de komst van een tweede operatierobot wordt de inzet van robotchirurgie uitgebreid naar meer specialismen, zoals de Nederlandse Endometriose Kliniek (NEK). Ook krijgen bestaande disciplines meer ruimte om complexe ingrepen uit te voeren. Dit zorgt voor kortere wachttijden en een bredere inzet van deze innovatieve techniek.
Inzet voor opleidingen
Het Delftse ziekenhuis gebruikt de operatierobots ook voor opleidingen. Zo is het Buikwandcentrum een belangrijk trainingscentrum voor buikwandoperaties met behulp van de robot. Onder leiding van chirurg Bob Bloemendaal worden hier chirurgen uit Nederland en het buitenland opgeleid in de nieuwste technieken van minimaal invasieve chirurgie: operaties die worden uitgevoerd via zeer kleine sneetjes in het lichaam.
Deze vorm van opereren zou niet mogelijk zijn zonder een operatierobot, schetst Bloemendaal. Met behulp van de robot kunnen chirurgen patiënten met zeer grote nauwkeurigheid opereren via kleine openingen in het lichaam. “Dat is efficiënter, veiliger en het vermindert de risico’s op complicaties en pijn. Bovendien verloopt het herstel na de operatie vaak veel sneller en liggen patiënten doorgaans korter in het ziekenhuis.”
Doorontwikkeling innovatieve zorg
Met de komst van een tweede operatierobot wil het Reinier de Graaf naar eigen zeggen als ‘Robotcentrum’ de doorontwikkeling van innovatieve zorg in de regio verder versterken. In het Buikwandcentrum biedt de robot vooral uitkomst bij complexe ingrepen, zoals bij littekenbreuken rondom een stoma (parastomale hernia’s). Patiënten komen daarvoor vanuit heel Nederland naar ons Buikwandcentrum.
In 2023 ontving het Buikwandcentrum van Reinier de Graaf een topklinische erkenning van de STZ (Samenwerkende Topklinische Ziekenhuizen, met name vanwege de robot-geassisteerde operaties. Bloemendaal hierover: “Operaties met de robot zijn de toekomst. Met behulp van een tweede operatierobot zouden we niet alleen meer patiënten kunnen helpen, ook zetten we als ziekenhuis een belangrijke stap in de richting van nóg betere en innovatievere zorg voor patiënten met buikwandproblemen.”
Groeiende inzet operatierobots
De afgelopen jaren zijn robots uitgegroeid tot een veelgebruikte vorm van ondersteuning bij operaties. Hoewel er nog geen operatierobots zijn die op eigen kracht een operatie uitvoeren, helpen zij chirurgen wel bij het sneller en nauwkeuriger uitvoeren van ingrepen. Ook kunnen meer chirurgen zo ingrepen uitvoeren die eerst aan een zeer kleine groep specialisten voorbehouden was. Inmiddels worden verouderde robots al weer vervangen door een nieuwe generatie, zoals onlangs in het Isala ziekenhuis.
Operatierobots worden in Nederlandse ziekenhuizen voornamelijk gebruikt bij minimaal invasieve operaties, zoals prostaatverwijderingen, gynaecologische ingrepen en bepaalde vormen van darm- of longkankerchirurgie. De robots, zoals het veelgebruikte Da Vinci-systeem - maar ook systemen zoals van startup Microsure, stelt chirurgen in staat om met grote precisie te werken via kleine incisies. Dit verkleint de kans op complicaties, vermindert bloedverlies en bevordert een sneller herstel voor de patiënt.
Niet autonoom
De operatierobot is geen autonoom systeem: de chirurg bestuurt de robotarmen vanaf een console. Dankzij de vergrote beeldweergave en trillingsvrije instrumenten kunnen chirurgen nauwkeuriger werken, wat vooral belangrijk is bij complexe en moeilijk bereikbare plekken in het lichaam. Operatierobots worden steeds vaker ingezet, maar vanwege de hoge kosten en benodigde expertise is de toepassing nog niet overal standaard.
De inzet van operatierobots kan verder bijdragen aan kortere opnameduur en een sneller herstel, wat indirect de druk op ziekenhuisbedden verlaagt. Toch is de impact op wachttijden beperkt, omdat robotchirurgie complex is en veel training vereist. Niet elke chirurg is opgeleid om ermee te werken. Bovendien zijn de systemen duur en schaars — vaak zijn er maar enkele robots per ziekenhuis beschikbaar.
Personeelsinzet verandert ook: operatieteams moeten anders worden samengesteld en extra scholing volgen. Aan de andere kant kan robotchirurgie fysiek minder belastend zijn voor de chirurg, wat bijdraagt aan duurzame inzetbaarheid. Zo verandert de robot niet alleen het opereren zelf, maar ook de organisatie eromheen.