RIVM zoekt deelnemers Infectieradar, werkt aan E-healthmonitor 2.0

10 november 2020
RIVM-Infectieradar
Overheid
Nieuws

De website Infectieradar werd op 17 maart gelanceerd om het instituut meer inzicht te geven in de verspreiding van corona onder de bevolking. In juni bleek er een kwetsbaarheid in het systeem te zitten en werd de site offline gehaald. Infectieradar was destijds één van de eerste manieren waarmee het RIVM de verspreiding van het coronavirus in de gaten hield. Deelnemers konden wekelijks doorgeven of zij klachten hadden die kunnen passen bij een coronabesmetting.

Uitbreiding Infectieradar

Het RIVM heeft eerst de bestaande deelnemers gevraagd om weer mee te doen. Nu volgt uitbreiding naar nieuwe deelnemers. Zo kan beter in kaart gebracht worden hoeveel mensen er met milde klachten zijn die op corona kunnen wijzen, maar die nog geen testafspraak gemaakt hebben. 'Door bij te houden of mensen in Nederland klachten hebben die kunnen wijzen op het nieuwe coronavirus kunnen we een opleving of daling van het virus snel oppikken. Zo is Infectieradar een nuttige aanvulling op de andere cijfers die het RIVM voortdurend verzamelt, analyseert en publiceert over het nieuwe coronavirus.'

Infectieradar is een onderzoek van het RIVM en maakt onderdeel uit van Influenzanet. Dit is een Europees samenwerkingsverband tussen het RIVM en verschillende Europese universiteiten en overheden. Het doel van deze samenwerking is om de klachten van infecties, zoals bijvoorbeeld griep of op dit moment het nieuwe coronavirus, bij mensen in Europa in kaart te brengen en te volgen. Infectieradar kan in de toekomst dan ook gebruikt worden om de verspreiding van andere infectieziekten snel op te pikken.

Nieuwe E-healthmonitor

Het RIVM, het Nivel, en het National eHealth Living Lab (NeLL) zijn begin oktober op verzoek van VWS begonnen met de voorbereidingen van een nieuwe E-healthmonitor 2021-2023. De vernieuwde E-healthmonitor moet inzichtelijk blijven maken hoe onder andere huisartsen, specialisten in ziekenhuizen, paramedici en zorgprofessionals werkzaam in de zorg voor ouderen en mensen met een verstandelijke beperking e-health toepassingen inzetten. Ook wordt onderzocht wat zorggebruikers van e-health, zoals het gebruik van gezondheidsapps en digitale consulten, vinden.

Het RIVM rondde in mei een verkenning in opdracht van VWS af naar de benodigde opzet van de E‐healthmonitor 2.0. VWS wil ook de komende jaren de ontwikkelingen op het gebied van e-health monitoren om zo de digitale transitie in de zorg in beeld te brengen. Het RIVM beval in mei onder meer aan niet met te concrete doelen te werken en een consortium op te zetten dat verschillende domeinen van zorg representeert.

Delen verkregen inzichten

De drie samenwerkende partijen hebben goed zicht op de publieke gezondheid en de eerste- en tweedelijnszorg, schrijft het RIVM nu. De ‘E-healthmonitor 2.0’ moet de omvang van de digitale zorg in cijfers weer net zoals de eerdere E-healthmonitors tussen 2013 en 2019. Ook wordt aandacht gegeven aan lokale best practices. Nieuw is nu dat er regelmatig werksessies georganiseerd worden waarin de verkregen inzichten worden gedeeld met betrokken professionals, patiënten, burgers, bestuurders en vertegenwoordigers van het beleid om ze te inspireren tot het gebruik van digitale zorg.

Begin 2020 heeft het RIVM op verzoek van het ministerie van VWS verkend hoe recente ontwikkelingen met een nieuwe E-healthmonitor in kaart kunnen worden gebracht. De bevindingen zijn beschreven in het rapport ‘Verkenning e-healthmonitor: de digitale transitie in de zorg in beeld’. Op basis van deze verkenning werken het Nivel, RIVM en NeLL aan een plan van aanpak voor het opzetten van de E-healthmonitor 2.0, die gedurende de jaren 2021, 2022 en 2023 de digitale transitie in de zorg in beeld zal brengen.

Om ook in 2020 een overzicht te hebben van de stand van zaken van e-health wordt in december dit jaar een factsheet gepubliceerd met recente cijfers en publicaties rondom e-health. Deze cijfers zullen samen met het plan van aanpak voor de E-healthmonitor openbaar worden gemaakt.

Van experiment naar integratie

In 2013 verscheen de eerste E-healthmonitor, waarin jaarlijks de ontwikkeling van e-health in Nederland in kaart werd gebracht. Het betrof een voornamelijk kwantitatief onderzoek door middel van vragenlijsten onder artsen, verpleegkundigen en verzorgenden, patiënten en zorggebruikers. De boodschappen van de E-healthmonitor door de jaren heen illustreren de ontwikkeling van de toepassing van E-health in de zorg: van experimentele nieuwigheid naar een steeds doelgerichtere integratie van E-health in het zorgproces. In 2019 is de E-healthmonitor in deze opzet beëindigd.