Robots in de gezondheidszorg zijn niet beperkt tot het chirurgische da Vinci-systeem. In ziekenhuizen en verzorgingstehuizen worden al robotverpleegkundigen, robots voor het ondersteunen van dementiepatiënten en zelfs massagerobots ingezet. Zij hebben de potentie om onderdeel te worden van de oplossing voor het personeelstekort in de gezondheidszorg en helpen bij de zorg voor een vergrijzende bevolking?
Robots worden net zo gewoon als wasmachines
Robear, een robot die lijkt op een vriendelijke panda, was de eerste die werd ontworpen om verpleegkundigen te helpen bij fysiek zware taken, zoals het verplaatsen van patiënten van bed naar rolstoel of het verschonen van beddengoed. In een video die door de makers is gepubliceerd, is te zien hoe Robear een patiënt voorzichtig, langzaam en moeiteloos met zijn twee armen optilt. Het is geen toeval dat Robear is ontwikkeld in Japan, waar de snel vergrijzende samenleving een demografische tijdbom is. Volgens schattingen zal Japan in 2040 te maken krijgen met een tekort van 570.000 zorgverleners die nodig zijn om voor ouderen te zorgen. Robots zullen naar verwachting dat tekort opvullen. Robear zal daar echter niet bij zijn. Het prototype van de robot, dat in 2015 werd ontwikkeld, is nooit in massa geproduceerd omdat het te traag was en een beperkte mobiliteit had. Uiteindelijk bleek het meer een belemmering dan een hulp te zijn.
Sindsdien zijn er tien jaar verstreken en heeft de robotica aanzienlijke vooruitgang geboekt. Dankzij de vooruitgang op het gebied van kunstmatige intelligentie kunnen robots nu in magazijnen werken en zijn de eerste multifunctionele robots voor thuisgebruik, zoals Rosie uit de tekenfilm The Jetsons, in zicht. Techgiganten zoals Tesla en NVIDIA wedijveren om deze opkomende markt te domineren. Elon Musk voorspelt dat Rosie-achtige robots misschien nog wel een decennium of twee op zich laten wachten, maar dat Tesla tegen 2030 een miljoen Optimus-robots zal produceren. Tegenwoordig zijn video's van Optimus die danst als een mens of Digit die pakketten vervoert in een magazijn zo indrukwekkend dat het lijkt alsof de robotica-revolutie voor de deur staat.
In de gezondheidszorg blijft robotica echter vooral het domein van kleinere bedrijven vanwege strenge regelgeving en hoge veiligheidseisen. Toch zijn er een aantal veelbelovende prototypes en geavanceerde technologieën die vooruitgang boeken.
Chirurgische robots. Een scalpel in een uiterst nauwkeurige hand
Medische robots worden meestal geassocieerd met chirurgische robots, die al bijna 25 jaar op de markt zijn. De bekendste is het da Vinci Surgical System van Intuitive, dat chirurgen assisteert bij urologische, gynaecologische, oncologische en algemene operaties.
Volgens de fabrikant zijn er momenteel wereldwijd 9.000 van deze robots in gebruik, die in totaal meer dan 15 miljoen operaties hebben uitgevoerd. Ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum heeft Intuitive de nieuwste versie gelanceerd, da Vinci 5, met verbeterde instrumenten, 3D-beeldvorming en een AI-systeem dat weefselweerstand simuleert, waardoor chirurgen de tactiele feedback krijgen van het gebruik van een scalpel.
Da Vinci 5 introduceert nog een andere belangrijke functie die een hint geeft naar de toekomst van chirurgische robotica: het kan gegevens over elke ingreep registreren, waardoor het systeem zijn vaardigheden kan verbeteren en uiteindelijk meer autonome, AI-gestuurde bewegingen kan ondersteunen. Gegevens die zijn verzameld uit miljoenen ingrepen, in combinatie met chirurgische resultaten die zijn bijgehouden in elektronische medische dossiers, vormen de volgende grote stap naar semi-autonome operaties.
Robots helpen verpleegkundigen
Hospi, een bezorgrobot ontwikkeld door Panasonic, werkt volgens vergelijkbare principes en vervoert zelfstandig medicijnen en laboratoriummonsters binnen ziekenhuizen. Moxi en Hospi zijn nog uitzonderingen, omdat robots die zorgpersoneel assisteren relatief zeldzaam zijn. De eerste die in een ziekenhuis werd ingezet, was Pepper, die patiënten bij de receptie verwelkomde en hen de weg wees naar specifieke afdelingen. Pepper was programmeerbaar voor veel taken en werkte ook in verzorgingstehuizen, hotellobby's en bedrijfsrecepties. De productie werd echter in 2021 stopgezet vanwege de lage vraag.
Toch zijn er meer machines op komst die geschikt zijn voor ziekenhuizen. Mirokai, een robot die zich voortbeweegt door op een bal te balanceren, zoals een Segway, is ontworpen om maaltijden te bezorgen en patiënten te vermaken. Interessant is dat ondersteuning niet altijd volledige robots vereist. Apogee Ultra, een nieuw lichtgewicht exoskelet voor verpleegkundigen, biedt bijvoorbeeld actieve hefondersteuning tot 36 kg, wat een grote hulp is bij het verplaatsen van patiënten.
Toch hebben robots hun beperkingen en zijn veel taken gewoon te complex voor zelfs de meest geavanceerde machines. Bijvoorbeeld het aantrekken van een ziekenhuisjas bij een patiënt. Uit een onderzoek van Imperial College London bleek dat hoewel een robot deze taak in 90,2% van de pogingen volbracht, dit aanzienlijk meer tijd kostte dan bij een mens. Om veiligheidsredenen werd de test niet uitgevoerd op een levend persoon.
Aan de andere kant is in de robotica bijna alles mogelijk en beginnen robots hun intrede te doen op gebieden die traditioneel voorbehouden waren aan mensen, zoals revalidatie. Het Aescape-systeem scant het lichaam en past massages aan aan individuele voorkeuren, inclusief aanpasbare ‘hand’-temperaturen. Het biedt ook een goedkoper alternatief voor menselijke masseurs.
Robots als stemmingsverbeteraars en buddy’s. Beter dan eenzaamheid
De robotzeehond Paro werd al snel populair in verpleeghuizen voor patiënten met dementie en Alzheimer. Hij bootst een echt dier nauwkeurig na en reageert op aanraking met zacht spinnende geluiden. Wetenschappelijke studies bevestigen de therapeutische voordelen: Paro verbetert de stemming van patiënten, stimuleert sociale interacties en tovert een glimlach op hun gezicht. Het feit dat het een robot is, doet er niet toe; het positieve effect wel.
Jenny, een pluchen robothond, is op dezelfde manier ontworpen voor patiënten met degeneratieve hersenziekten. Paro en Jenny dienen als vervanging voor echte dieren, die om hygiënische redenen vaak niet zijn toegestaan in verzorgingstehuizen.
De vergrijzing, het stijgende aantal patiënten met neurodegeneratieve aandoeningen en een epidemie van eenzaamheid onder senioren zorgen voor een toenemende vraag naar robots zoals Paro en Jenny. Deze robots zijn onmisbare buddy’s voor mensen met een handicap die vanwege cognitieve of mobiliteitsproblemen niet voor een levend huisdier kunnen zorgen. Dankzij AI zijn het niet langer alleen mechanische speelgoedjes, maar multifunctionele helpers die interactieve gesprekken kunnen voeren en emotionele steun kunnen bieden.
Sommigen zien medische robots als een symptoom van een sociale en ethische crisis, waarbij steeds minder mensen bereid zijn om voor patiënten of eenzame senioren te zorgen. Die bezorgdheid is terecht. Maar uiteindelijk moet het gebruik van deze robots worden beoordeeld op basis van één enkele maatstaf: het welzijn van de patiënt. Patiënten omarmen deze robots vaak niet omdat ze een “slechter alternatief” zijn voor menselijke zorg, maar omdat ze vreugde en troost in hun leven brengen.