Rond De Tafel over de Juiste Zorg op de Juiste plek

do 25 maart 2021 - 15:16
KPN-Rond-de-tafel-22-maart-jan-kimpen
Zorgtransitie
Nieuws

Maandag 22 maart organiseerde ICT&health alweer de vierde Rond De Tafel bijeenkomst. Een gevarieerd gezelschap van gasten bestaande uit zorgprofessionals, beleidsmakers, de overheid en fabrikanten discussieerden onder leiding van Lea Bouwmeester over de Juiste Zorg op de Juiste plek. Daarbij was onder andere aandacht voor de invloed die de coronapandemie had, en heeft, op de versnelling van zorg-op-afstand oplossingen, de rol van technologie en de uitdagingen die nog in het verschiet liggen.

Aan de tafel voor de Juiste Zorg op de Juiste plek onder leiding van Lea zaten Jolanda Keijsers van TNO, Wim van Harten, voorzitter van de RvB van Rijnstate, Mascha Keller, verpleegkundige en CMIO van het Rijnstate, Adriaan Brouwer, programmamanager JZOJP van VWS en Jan Kimpen, Chief Medical Officer van Philips.

Het belangrijkste onderwerp tijdens deze Rond De Tafel was de kwaliteit verhogende potentie van de Juiste Zorg op de Juiste plek aan de orde. Welke winst kan behaald worden door de zorg dichter bij de patiënt te organiseren? Vanuit het perspectief van de patiënt, zo stelde Jolanda Keijsers, zijn daarvoor een aantal zaken van belang. Zorg ervoor dat de interactie met de zorgprofessional goed laagdrempelig is en dat patiënten zich gehoord voelen. Het is belangrijk dat deze zaken in de ondersteunende technologie en ICT goed geregeld worden om de patiënt naar tevredenheid te kunnen bedienen.

Voor patiënten is het belangrijk dat zorgprofessionals met hen meedenken over de digitale ondersteuning. Ook is het belangrijk dat patiënten van meet af aan betrokken worden bij de ontwikkeling van e-health en andere digitale zorgoplossingen. Wanneer e-health oplossingen aansluiten bij de wensen en eisen van een patiënt verhoogt dat de kans op succes.

Coronacrisis verhoogt e-health acceptatie

Verpleegkundige Mascha Keller constateert dat door de coronacrisis het aantal e-health toepassingen die patiënten aangereikt krijgen flink toegenomen is. De pandemie heeft zowel veel sceptische patienten als zorgprofessionals doen inzien dat e-health en zorg-op-afstand wel degelijk een goed alternatief kan zijn voor fysieke face-to-face, zorg. Toch is het ook belangrijk om rekening te blijven houden met met patienten die dat (nog) niet willen of zien zitten. Een goede afstemming over wat patiënten wel en niet willen, en een zorgverlener die de patiënt motiveert kan een deel van hen toch over de streep trekken. Voor zorgprofessionals ligt dat iets anders. Zij accepteren e-health wanneer ze weten wat het is, wat de voordelen zijn en hoe het werkt.

Adriaan Brouwers, programmamanager van JZOJP bij VWS ziet ook dat tijdens de coronacrisis de invloed van zorg thuis en JZOJP meer is doorgedrongen tot patienten en zorgprofessionals. De crisis heeft de acceptatie van JZOJP en e-health versneld en verbeterd. De patiënt waardeert de tijdswinst - niet meer voor elke afspraak naar het ziekenhuis reizen - Daardoor is kan meer en dieper op klachten ingegaan worden. Daarnaast leveren e-health oplossingen ook veel data op. Daar kan en moet nog veel meer kennis uitgehaald worden.

De grenzen van wat mogelijk is met zorg-op-afstand verschuiven. Veel behandelingen kunnen juist beter functioneren wanneer ze dichter bij de patiënt, in wijk of thuis, georganiseerd worden. Maar het is ook belangrijk om te realiseren dat sommige zorg juist centraal geregeld en georganiseerd moet worden.

Ook verpleegkundige Mascha ziet een duidelijke versnelling van zorg die nu thuis geleverd wordt. "Dat wilden we al langer, maar voor corona werd het vaak gezien als een ingewikkeld proces. De dwang van de pandemie heeft veel barrières doen verdwijnen.

JZOJP is een beleidskeuze

Voor ziekenhuizen moet het organiseren en de verschuiving van zorg, dichter naar de patiënt, een beleidskeuze zijn, stelt Wim van Harten van Rijnstate. Uiteindelijk, kijkend naar de regio die door Rijnstate bediend wordt, gaan we naar een ziekenhuis met in potentie 450.000 bedden, thuis bij patiënten. Maar we zijn er nog niet. Op dit moment legt het ziekenhuis vaak nog geld toe op e-health projecten omdat verzekeraars nog niet de juiste mindset hebben als het gaat om de kosten en vergoedingen die daarvoor nodig zijn.

Zo is het project waarbij chemotherapie thuis gegeven wordt verliesgevend. "Maar we doen het toch omdat we de voordelen voor zowel patiënt als zorgverleners zien", aldus van Harten. "Verzekeraars hebben wel een plan gemaakt over hoe de zorg van de toekomst er moet gaan uitzien, maar die zijn nog weinig concreet", vervolgt van Harten.

Leverancier Philips ziet een duidelijk onderscheid tussen acute zorg en chronische zorg als het gaat om het organiseren van zorg-op-afstand. Acute zorg hoort, zo stelt Jan Kimpen van Philips, in het ziekenhuis thuis. Chronische zorg leent zich bij uitstek voor de Juiste Zorg op de Juiste plek. Philips, als leverancier van e-health platforms en oplossingen moet vooral een ondersteundende rol spelen. "Ziekenhuizen hebben veel meer kennis, ervaring en inzicht dan wij om te bedenken wat nodig is", aldus Kimpen.

Kwaliteitscontrole e-health

Een probleem dat voor leveranciers als Philips wel een grote uitdaging is, is de schaalbaarheid van e-health oplossingen. Kleine, regionale, initiatieven die vaak niet schaalbaar zijn en daardoor niet interessant (rendabel) voor bedrijven als Philips. Daarom kiest Philips voor een platform-oplossing waar apps en api's samengebracht worden zodat ook voor kleine (lokale) apps, toegang tot de data kunnen krijgen.

Volgens TNO ligt de oorzaak van dit probleem, veel kleine niet-schaalbare, oplossingen bij de inventarisatie voor de ontwikkeling van een app. Daar moet meer aandacht aan besteed worden. Vaak blijkt dat dat een app niet altijd de beste oplossing is. Ook moet kritisch gekeken worden naar de kwaliteit van apps. TNO heeft een oplossing voor de kwaliteitscontrole van e-health-apps, EaSI, maar daar wordt nu nog maar weinig gebruik van gemaakt. Er is nog genoeg werk aan de winkel dus.

Standaardisatie van apps en e-health oplossingen is belangrijk, beaamt Philips. Dat geldt zowel voor het delen en uitwisselen van data als de borging van privacy en veiligheid.

Samenwerken en kleine stappen

Via het programma JZOJP worden veel praktijkvoorbeelden gedeeld zodat zorgprofessionals elkaar en vergelijkbare initiatieven kunnen vinden. Dit voorkomt dat iedereen het wiel zelf gaat uitvinden. Samenwerking is belangrijk, maar alleen als vooraf een bepaald doel gesteld wordt, stelt Brouwer.

"Het probleem van samenwerkingen is vaak dat sommige partijen bang zijn dat iemand de 'baas' wordt. Iedereen wil samenwerken, maar huisartsen zijn vaak huiverig voor macht van ziekenhuizen. Daardoor stokt de samenwerking", voegt Wim van Harten daaraan toe. "En er is nog een beperkende factor. Vaak wordt een mogelijke besparing die met een e-health initiatief behaald kan worden te rooskleurig voorgesteld. Doordat partijen daar vervolgens een voorschot op nemen - door het 'voordeel' direct in de budgetten te verwerken - worden innovaties en samenwerkingen soms in de kiem gesmoord."

VWS stelt dat het belangrijk is om niet te snel te grote stappen te willen zetten. Als voorbeeld noemt Brouwer een ziekenhuis dat bij hen aanklopte omdat men worstelde met digitalisering en e-health. De projectgroep heeft het ziekenhuis geholpen door een stroomschema te maken waarin telkens kleine stappen in de goede richting gezet werden. "Vele kleine stappen maken ook één grote stap", aldus Lea Bouwmeester.

De hele Rond De Tafel sessie van maandag 22 maart is hier integraal te bekijken.