RVS: dringende herziening beleid zorginnovatie nodig

27 juni 2022
Zorg-op-afstand-monitoring
Overheid
Nieuws

Dat stelt de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) in het advies ‘De kunst van het innoveren. Tijd voor een maatschappelijk perspectief op zorginnovatie’. Secretaris-generaal Marcelis Boereboom van het ministerie van VWS neemt het advies op 27 juni in ontvangst.

Het advies komt vrijwel tegelijkertijd met het rapport ‘Digitalisering in de gezondheidszorg nader beschouwd’, in het kader waarvan de Universiteit Twente in opdracht van VWS een onderzoek uitvoerde. Hierin staat dat Nederland een andere aanpak moet kiezen om de digitalisering in de Nederlandse zorg te bevorderen, met een duidelijker regierol voor de overheid en meer focus op het bevorderen van interoperabiliteit.

Nut zorginnovatie onduidelijk

In de zorg en het sociaal domein is veel innovatiekracht, zo schrijven de opstellers van het RVS-advies. Beleidsmakers faciliteren en stimuleren innovaties. Het ontbreekt echter aan focus, gezamenlijkheid en doorzettingsvermogen bij het verspreiden van vernieuwing. Daarom blijft het onduidelijk hoe alle investeringen in innovatie grote maatschappelijke problemen verminderen en wat burgers er aan hebben.

Reden voor een hernieuwde innovatieaanpak, meent de RVS. Hierbij gaan innovators, zorgprofessionals, zorgorganisaties en hun financiers – zoals zorgverzekeraars en instellingen als ZonMW - samen met burgers gericht vanuit een maatschappelijk perspectief innoveren. Die aanpak houdt in:

  1. Werken vanuit breed gedragen missies;
  2. Meer samenhang in innovatieprogramma’s en -regelingen;
  3. Nieuwe verdienmodellen mogelijk maken;
  4. Een strategie voor het omgaan met verlies en weerstand.

Nieuwe aanpak innovatiebeleid (1&2)

Opgavegericht innoveren betekent gaan voor het publieke belang in plaats van deelbelangen, benadrukt de RVS. Het betekent kiezen en volhouden. Dat betekent soms ook keuzes maken, zoals stoppen met innovaties die niet vanuit de maatschappelijke opgaven starten. De overheid is in staat om te sturen op een focus op deze maatschappelijke opgaven en de uitvoering ervan. Niet alleen door voorwaarden te stellen aan betrokkenen, maar ook door de voortgang te laten zien.

In 2019 stelde het Rijk maatschappelijke missies op voor innovaties op het terrein van gezondheid en zorg. Deze missies zijn echter enkel leidend voor het Missiegedreven Topsectoren en Innovatiebeleid en leven niet bij VWS, de zorgpraktijk (professionals en burgers) en de politiek. Ook ligt in de uitvoering van dit beleid veel nadruk op bedrijfsleven, technologie en wetenschap.

Volgens de RVS dragen deze elementen niet noodzakelijkerwijs bij aan maatschappelijke opgaven en kunnen er zelfs mee in tegenstrijd zijn. In de voorgestelde nieuwe aanpak zijn maatschappelijke missies breder gedragen, en vormen deze het uitgangspunt voor alle betrokkenen en vooral ook voor afstemming tussen – nu verkokerde – ministeries, (programma)directies en systeempartijen.

Nieuwe verdienmodellen en financieringsstromen (3)

Opgavegericht innoveren vraagt daarom om nieuwe verdienmodellen voor zorgaanbieders en andere financieringsstromen. Zo kunnen middelen makkelijker schuiven tussen sectoren en domeinen. Ook kunnen zorgprofessionals en organisaties zo meer ruimte ervaren om werkwijzen aan te passen, te leren en te verbeteren. Wanneer dit niet gebeurt, sterven innovaties na beëindiging van tijdelijke subsidies een zachte dood.

De overheid kan nieuwe verdienmodellen en financieringsstromen op diverse manieren mogelijk maken:

  • Flexibilisering van wettelijke kaders (gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren krijgen meer investeringsmogelijkheden);
  • Inzet op andere vormen van bekostiging en ander type contractafspraken tussen zorgaanbieders en financiers;
  • Minder technische voorwaarden voor innovatiesubsidies.

De overheid zal dan ook de eigen werkwijze moeten vernieuwen en zelf kennis moeten ontwikkelen.

Bredere adoptie zorginnovatie(4)

Tot slot ziet de RVS dat innovatie nu vooral nog iets is van innovators en ‘koplopers’. Het beleid richt zich voornamelijk op deze groepen, bijvoorbeeld door het delen van ‘goede voorbeelden’. Het is van belang om meer aandacht te gaan hebben voor adoptie en brede verspreiding van innovaties in de praktijk en de omgang met verlies, onvermogen en weerstand – en daar ook een beleidsstrategie op te ontwikkelen. ‘Het is noodzakelijk dat niet alleen personen en organisaties in de zorg met innovatieve ideeën, maar ook anderen meewerken vanuit de vraag: hoe kunnen wij bijdragen aan de maatschappelijke opgaven?’