Een oorclipje dat elektrische signalen geeft op een zenuw kan mogelijk soelaas bieden bij de hartritmestoornis boezemfibrilleren. Dat is de belangrijkste conclusie uit een studie, die uitgevoerd is door een onderzoeksteam van Erasmus MC en TU Delft. De baanbrekende bevinding kan een eerste stap zijn in de richting van een bredere klinische toepassing van de oorclipjes.
Boezemfibrilleren is een hartritmestoornis en de hartslag is dan onregelmatig. Meestal gaat het om een te snelle hartslag maar soms ook om een te langzame. Dat is niet gevaarlijk, maar behandeling is vaak wel nodig om schade aan het hart te voorkomen. Inmiddels zijn er meerdere behandelopties voor boezemfibrilleren en daar komt nu mogelijk dus het nieuwe oorclipje bij.
Behandelopties boezemfibrilleren
Er zijn al de nodige mogelijkheden om boezemfibrilleren te lijf te gaan, zoals medicatie, cardioversie, ablatie of het inbrengen van een pacemaker. En nu hebben de wetenschappers (prof. dr. Natasja de Groot, dr. Yannick Taverne, dr. Robert van den Berg (Erasmus MC) en prof. dr. ir. Wouter Serdijn (Rui Guan, TU Delft, Medical Delta PhD-kandidaat) dus een extra behandeloptie ontdekt in de vorm van een oorclipje dat elektrische signalen geeft.
Het blijkt namelijk dat het inzetten van oorclipje in sommige gevallen soelaas kan bieden. Het effect van het oorclipje werd voor het eerst gemeten tijdens tien openhartoperaties. Tijdens die ingrijpende operaties konden de onderzoekers het effect van de stimulering van de nervus vagus door de elektrische stimulatie van de oorclipjes vangen.
Oorclipje stimuleert nervus vagus
De onderzoekers zagen effect van de nervus vagus-stimulatie op diverse eigenschappen van de elektrische geleiding van het hart. Deze zenuw heeft veel vertakkingen in het menselijk lichaam en staat ook in verbinding met het hart. De nervus vagus is onder meer gerelateerd aan sociale vaardigheden zoals oogcontact, spraak, herkennen en het verwerken van stemmen. Deze belangrijke zenuw kan met een oorclipje dat elektrische signalen geeft worden beïnvloed. Bij sommige patiënten waren er gunstige effecten, bij andere patiënten echter ongunstige effecten. Deze tegenstrijdige resultaten verklaren mogelijk waarom de behandeling met het oorclipje niet bij alle patiënten met boezemfibrilleren werkt.
Resultaten oorclipje veelbelovend
In de studie komt uitgebreid naar voren hoe het stimuleren van de nervus vagus in de praktijk werkt. Onderzoeksleider Natasja de Groot (Erasmus MC, TU Delft), Scientific Leader van Medical Delta Cardiac Arrhythmia Lab legt uit op de website van Erasmus MC: “Door de zenuw te stimuleren wordt de hyperactieve toestand van het autonome zenuwstelsel verzwakt. Het kalmeert als het ware het zenuwstelsel, maar de oorclipjes werken niet voor elke patiënt. De bevindingen van de effecten van stimulering van de nervus vagus zijn belangrijke aanknopingspunten, want het bevestigt wat al langer werd vermoed. Het wetenschappelijke bewijs dat we hiermee hebben geleverd, opent de deur naar nieuw onderzoek naar de doorontwikkeling en uiteindelijke invoering van behandelingen van boezemfibrilleren op maat.”
Boezemfibrilleren & facts
Boezemfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis en kan leiden tot andere ernstige hart- en vaatziekten. Van zeker 373.700 mensen in Nederland is volgens de Hartstichting bekend dat ze boezemfibrilleren hebben. Medicatie kan boezemfibrilleren soms onderdrukken en in sommige gevallen helpt een ingreep zoals een ablatieprocedure of een reset via een elektrische schok (cardioversie).
Maar regelmatig komt de ritmestoornis terug. Naast nieuwe behandelingen zoals de innovatieve oorclip, wordt er daarom ook steeds meer onderzoek gedaan naar preventie. Via thuismonitoring wordt bijvoorbeeld geprobeerd om de ziekte in een zeer vroeg stadium op te sporen. Dit kan onder meer met slimme wearables, zoals de Apple Watch, die dankzij steeds betere algoritmen mogelijke afwijkingen in het hartritme op afstand kunnen monitoren. Omdat het van zo’n groot belang is deze ziekte in een zo vroeg mogelijk stadium te herkennen, heeft de Hartstichting eind 2022 nog 2,5 miljoen subsidie gegeven voor onderzoek naar preventie, zodat patiënten mogelijk voor de ernstige gevolgen van deze ziekte kunnen worden gespaard.