Transformatiegeld blijft liggen: ziekenhuizen en zorgverzekeraars wijzen naar elkaar

5 juli 2019
hartwacht
Innovatie
Nieuws

Ziekenhuizen en zorgverzekeraars maken slechts beperkt gebruik van de beschikbare gelden om het verplaatsen, voorkomen en vervangen van ziekenhuiszorg te financieren. Dat blijkt uit de Monitor transformatiegelden medisch-specialistische zorg 2019 van de NZa. Het is de bedoeling dat zorgverzekeraars en -aanbieders komen tot voorstellen om de beschikbare 425 miljoen euro te besteden aan onder meer digitale toepassingen om ziekenhuiszorg naar thuis te verplaatsen. Ziekenhuizen en zorgverzekeraars wijzen naar elkaar als schuldige partij.

Van de 70 miljoen euro voor 2019 is pas 1,4 miljoen daadwerkelijk geoormerkt. De NVZ, brancheorganisatie van ziekenhuizen, stelt in een reactie dat zorgverzekeraars op de beschikbare transformatiegelden blijven zitten. De vrees is dat de ambitie om de groei van uitgaven in de medisch-specialistische zorg vanaf 2022 op de nullijn te krijgen zo niet gehaald wordt. Dat is wel afgesproken in het hoofdlijnenakkoord voor de sector. Zorgverzekeraars Nederland geeft weer aan dat zorgverzekeraars nog te weinig voorstellen krijgen van zorgaanbieders om de transformatiegelden volledig in te zetten.

NZa: intensiever toezicht

De NZa roept zorgverzekeraars en zorgaanbieders op om samen de oorzaken te onderzoeken van het gebrekkig gebruik van beschikbare transformatiegelden en te bekijken hoe deze gelden wel besteed kunnen worden. ‘Wij gaan de komende tijd intensiever toe zien op de afspraken die de verschillende partijen maken in het kader van de transformatiegelden en daarbij ook op de transformatiebeweging in zijn geheel. Zorgverzekeraars en ziekenhuizen geven aan dat zij wel afspraken maken in het kader van de juiste zorg op de juiste plek maar dat ze hier niet altijd de transformatiegelden voor inzetten.’

Het Hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg werd in juni 2018 door alle betrokken partijen bekrachtigd. Onderdeel van het akkoord is de inzet van e-health en andere innovatieve zorgtoepassingen om huidige zorgvormen te vervangen of aan te vullen en zo de ambitie van juiste zorg op de juiste plek te realiseren (zorg op maat dichtbij huis in plaats van ziekenhuiszorg, het voorkomen van duurdere zorg). Verder moet er in ziekenhuis-ICT (zoals netwerktechnologie en informatiesystemen) geïnvesteerd worden om op zorgkosten te besparen, meent de NVZ.

Om initiatieven te ondersteunen op het gebied van de juiste zorg op de juiste plek – zoals meerjarenafspraken tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen - zijn in het hoofdlijnenakkoord voor de periode 2019-2022 transformatiegelden beschikbaar gesteld van 425 miljoen euro. Voor 2019 is 70 miljoen euro beschikbaar.

Te weinig inzet transformatiegelden

In de monitor transformatiegelden 2019 kijkt de NZa onder meer naar de financiële omvang van de afspraken over transformatiegelden en het type initiatieven. Hiervoor zijn alle (concept-) contracten opgevraagd die zorgverzekeraars en zorgaanbieders voor 1 april 2019 hebben afgesloten. Ook is het gepubliceerde inkoopbeleid van de betreffende zorgverzekeraars op transformatiegelden in kaart gebracht.

Uit de monitor blijkt dat er per 1 april 2019 nog beperkt definitief is gecontracteerd tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen. Bovendien bevatten slechts 9 van de 303 ontvangen (concept)contracten een concrete afspraak over transformatiegelden. Hiermee is in totaal 1,5 miljoen euro gemoeid. Zes zorgverzekeraars, waaronder de grote vier (Zilveren Kruis, CZ, Menzis, VGZ), verwachtten in totaal nog 49 aanvullende afspraken te maken voor een totaal van 27,5 miljoen euro aan transformatiegelden. Het is nog niet zeker dat dit bedrag ook zal worden benut. Ziekenhuizen gaven eerder bij de NZa aan dat zij minder verwachten te besteden.

Het is volgens de NZa belangrijk dat zorgaanbieders met goede initiatieven komen om duurdere zorg te voorkomen, zorg dichterbij de mensen thuis te organiseren als dat kan - en zorg waar mogelijk te vervangen door andere zorg zoals digitale zorg. Zorgverzekeraars moeten dit op een heldere en consistente manier beoordelen en goede initiatieven vergoeden. Het beschikbare geld is bedoeld om deze beweging te versnellen zodat mensen ook in de toekomst de beschikking houden over goede en betaalbare zorg.

NVZ: zorgverzekeraars zitten op geld

Zorgverzekeraars blijven volgens ziekenhuisbrancheclub NVZ echter op het geld zitten dat beschikbaar is om veranderingen in de organisatie van de zorg te stimuleren. Daardoor komen initiatieven om de juiste zorg op de juiste plek te krijgen te langzaam van de grond. David Jongen, vice-voorzitter van de NVZ, vindt dat het tempo te laag ligt. “De NVZ maakt zich zorgen dat met het achterblijven van deze investeringen de ambitie om de zorguitgaven vanaf 2022 niet meer te laten groeien in gevaar komt. Zorgverzekeraars moeten het slot van de transformatiegelden afhalen.”

Volgens de NVZ ligt het aan de zorgverzekeraars dat er tot nu toe slechts 1,5 miljoen euro aan ziekenhuizen is toegekend. Belangrijkste reden hiervoor zou zijn dat zorgverzekeraars de toekenning van deze verandergelden erg complex maken, met veel administratieve rompslomp, stelt vice-voorzitter Jongen: “Zorgverzekeraars moeten samen met ziekenhuizen hun verantwoordelijkheid pakken: de beperking van de zorguitgaven is alleen haalbaar als nu in volle vaart met de ingrijpende veranderingen in de organisatie van de zorg begonnen wordt.”

ZN: transformatie begint bij aanbieders

Volgens brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland (ZN) ligt het echter aan de ziekenhuizen en andere zorgaanbieders in de medisch specialistische zorg dat de transformatiegelden niet optimaal benut worden. Het is de zorgverzekeraars er vanuit maatschappelijk belang alles aan gelegen de genoemde transformatie te versnellen. Zij vinden dat de vernieuwing van zorg echter begint in de medisch specialistische zorg zelf.

'Hoewel niet voor iedere transformatie geld nodig is en er pas een jaar voorbij is, zien zorgverzekeraars de transformatiegelden als goede stimulans', schrijft ZN op de eigen website. 'Uitgangspunten daarbij zijn dat de voorstellen bijdragen aan de vernieuwing van zorg en een duidelijk effect hebben op zowel kwaliteit als betaalbaarheid. Tot nu toe ervaren zorgverzekeraars dat het voor zorgaanbieders lastig is om tot goed uitgewerkte voorstellen te komen. Zorgverzekeraars zijn hierover in gesprek en blijven actief om zorgaanbieders te faciliteren bij het indienen van voorstellen.'