Netwerkorganisatie 'De Nederlandse ggz' en cliënten belangenvereniging MIND hebben een verschillende kijk op de status en kwaliteit van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland nu de coronamaatregelen, deels, versoepeld worden. De organisatie van ggz zorginstellingen stelt dat momenteel de best mogelijke zorg, rekening houdend met de anderhalve meter regels, geleverd wordt. MIND vindt, gebaseerd op een recente enquête, dat het opstarten van face-to-face zorg te langzaam gaat.
Daarmee lijken beide belangenorganisaties min of meer lijnrecht tegenover elkaar te staan. De Nederlandse GGZ is een netwerkorganisatie van 100 geestelijke gezondheidszorginstellingen. De organisatie baseert de stelling dat het opstarten van de ggz zorg in de praktijk beter loopt dan de uitkomsten van de MIND-enquête doen vermoeden op een rapportage van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en cijfers van de Nederlandse ggz en haar leden. Uit de enquête van MIND blijkt dat bij bijna de helft van de GGZ-behandelingen de behandelingsvorm, ofwel face-to-face-ggz, nog niet terug is op het niveau van voor de coronacrisis.
Anderhalve meter GGZ
Uit de rapportage van de IGJ blijkt dat 100% van de geleverde intramurale zorg ook tijdens de coronacrisis in face-to-face vorm doorgegaan is. Binnen de ambulante ggz zorg vond zo’n 70% van de behandelingen in digitale vorm plaats. Dat was, zo stelt het rapport, een noodzakelijke aanpassing om de zorg ook tijdens de coronacrisis op een veilige manier te laten plaatsvinden.
Inmiddels, zo stelt De Nederlandse ggz, zijn aanbieders druk met het vormgeven van de geestelijke gezondheidszorg volgens de richtlijnen van het 'nieuwe normaal'. Het opstarten van face-to-face is een onderdeel daarvan, maar dat is nog niet in alle gevallen mogelijk of wenselijk. Het 'corona-proof' maken van de ggz kost tijd. Daarom zal het ook nog even duren voordat de ggz weer op het niveau van voor de coronacrisis zit.
"Uit onderzoek van de IGJ blijkt dat de ggz-sector, zowel tijdens de lockdown periode als nu de reguliere zorg weer wordt opgestart, zich steeds inzet voor passende zorg voor haar cliënten. Daarbij kan de zorg afwijken van wat gangbaar was vóór de crisis. Wat er qua zorg mogelijk is, hangt samen met de inrichting van de anderhalve meter zorgverlening. Wat wenselijk is, moet in overleg met de cliënt worden bepaald, zoals de richtlijn GGZ en Corona staat beschreven. De Nederlandse ggz deed eerder een oproep aan de leden om het gesprek hierover met de cliënten aan te gaan", aldus de netwerkorganisatie.
Opstarten face-to-face-ggz te langzaam
Het moge duidelijk zijn dat ggz belangenorganisatie MIND anders tegen het weer opstarten van de post-corona ggz aankijkt. Onlangs ondervraagde MIND, voor de derde keer sinds de coronacrisis, haar panel naar de gevolgen van Corona en de effecten op hun leven en de zorg voor hun psychische problemen. Uit een eerdere enquete, aan het begin van de coronacrisis, bleek dat meer dan de helft van de respondenten een duidelijke toename van de klachten ervoer.
Het het MIND onderzoek dat in juni gehouden werd blijkt dat de zorg van huisarts, POH GGZ en ggz-behandelaar nog steeds voor een groot deel digitaal plaats vindt; respectievelijk 45 procent, 45 procent en 42 procent. Een op de drie ondervraagden geeft aan dat de bijeenkomsten van hun dagactiviteitencentrum en inloop-, herstel of zelfregiecentrum helemaal gestopt zijn.
MIND stelt dat de versoepeling van de coronamaatregelen vooralsnog een wisselend effect hebben op psychische klachten. Eenderde van de ondervraagden ondervindt, met name door het terugkerende contact met familie en/of vrienden en de bewegingsvrijheid, positieve gevolgen op hun psychisch welbevinden. Toch geeft ook eenderde van de ondervraagden aan nog steeds last te hebben van toegenomen klachten. Dit komt met name door extra prikkels, de toegenomen druk, angst voor besmetting en ervaart stress over mensen die zich niet aan de regels houden.
Drie op de vijf respondenten vind het belangrijk dat het een-op-een-contact of groepsbehandelingen met hulpverleners weer terugkeert. Daarnaast is een kwart van de ondervraagden ontevreden over het feit dat behandelingen voorlopig digitaal voortgezet worden.
MIND roept naar aanleiding van de uitkomsten van de recente enquete hulpverleners en beleidsmakers op haast te maken met het hervatten van de face-to-face-ggz, en daarover goed te communiceren met cliënten en naasten.