Technologie, zoals VR (virtual reality) en mobiele apps, kan de behandeling van forensisch psychiatrische patiënten ondersteunen. Het gaat om mensen met een psychische aandoening die agressief of seksueel grensoverschrijdend gedrag vertonen. Hun behandeling moet de kans verkleinen dat zij hun grensoverschrijdende gedrag herhalen. “Uit mijn proefschrift blijkt dat technologieën als Virtual Reality en mobiele apps veelbelovend zijn en een goede aanvulling kunnen zijn voor de standaardbehandelingen”, schrijft UT (Universiteit Twente) promovenda Hanneke Kip. Haar promotie vond op 26 maart plaats.
Technologie wordt nu vooral ingezet om bestaande onderdelen van de behandeling digitaal aan te bieden, zoals via online modules of beeldbellen. Kip meent dat VR en mobiele apps, op de juiste manier ontwikkeld en geïmplementeerd, echt iets nieuws aan de behandeling kunnen toevoegen dat in standaard gesprekken niet mogelijk is. Zo kan VR zorgen voor meer nadruk op ‘doen en ervaren’ in een realistische omgeving in plaats van ‘denken en praten’ in de behandelkamer. Mobiele apps kunnen gebruikt worden om onderliggende mechanismen van gedrag aan te pakken. Voorbeelden zijn gebrek aan zelfcontrole – een belangrijke voorspeller van crimineel gedrag.
VR biedt uniek inzicht
Uitgebreid behoeftenonderzoek onder forensisch psychiatrisch patiënten en hun zorgverleners toont dat VR unieke mogelijkheden biedt om meer inzicht te krijgen in ‘triggers’ voor crimineel gedrag. Nu wordt vaak geprobeerd om deze triggers in kaart te brengen via gesprekken, maar het herinneren en goed verwoorden kan lastig zijn. Door een patiënt in diverse virtuele scenario’s te plaatsen - een ruzie met een partner in een woonkamer, een druk park met dreigende groepen mensen - zien patiënt en behandelaar direct hoe de patiënt op dit soort lastige situaties reageert. Ook kan de patiënt op een realistische manier oefenen met vaardigheden die hem of haar helpen om te gaan met de lastige situaties.
Kip heeft op basis van haar onderzoek de interactieve ‘Triggers & Helpers’ VR-toepassing ontwikkeld. Unieke hieraan is volgens de UT dat hij volledig aangepast kan worden op de eigenschappen van de patiënt. Ook worden patiënten en behandelaren in elke ontwikkelstap actief betrokken middels meerdere onderzoeksmethodes. Een belangrijke conclusie is dan ook dat voor het ontwikkelen van dit soort nieuwe interventies het essentieel is om de eindgebruikers te betrekken. Zo sluit de technologie aan op hun behoeftes en vaardigheden. De werkzaamheid van de gepersonaliseerde VR-toepassing wordt de komende jaren verder onderzocht.
Interventies automatische processen
Een andere manier om iets nieuws toe te voegen met technologie is volgens Kip het richten van interventies op automatische processen die ten grondslag liggen aan crimineel gedrag. In haar onderzoek heeft de promovenda daarom een mobiele app ontwikkeld, gericht op automatische zelfcontroletraining. In deze app krijgen gebruikers de vraag om hun niet-dominante hand voor alledaagse taken zoals het openen van deuren of het aandoen van licht te gebruiken. Door continu een automatische reactie te onderdrukken, wordt de ‘zelfcontrolespier’ getraind.
Om snel inzicht te krijgen in de werkzame onderdelen, werd de app onderzocht in een studie met 204 studenten. Deze studie liet veelbelovende resultaten zien: zelfcontrole bij de studenten die de app gebruikten, verbeterde wel over tijd, wat niet het geval was bij de groep die zelfcontroletraining ontving via e-mail en een controlegroep die geen interventie gebruikte. Op dit moment wordt onderzocht of en hoe deze app werkt bij psychiatrische patiënten.
Kip heeft haar promotieonderzoek uitgevoerd bij Transfore en was als promovendus werkzaam bij de vakgroep Psychology, Health & Technology. Ze is begeleid door haar promotor prof. dr. Lisette van Gemert-Pijnen en copromotoren dr. Saskia Kelders en dr. Yvonne Bouman. Inmiddels is Hanneke werkzaam als universitair docent bij de Technology, Human and Institutional Behaviour Group van de UT en werkt ze daarnaast één dag per week als onderzoeker bij Transfore.
VR inzetten bij ggz-behandelingen
Op meer gebieden kan technologie zoals VR helpen bij ggz-behandelingen. Behandelend psycholoog en postdoc onderzoeker Elise van der Stouwe (UMCG) gaat met Wim Veling en Marieke Pijnenborg de werking van een VR-toepassing voor meer zelfcompassie-onderzoeken. Meer zelfcompassie lijkt een positieve invloed te hebben op psychische klachten zoals depressie, angst en diverse andere stoornissen. Bij psychologische patiënten kan te veel zelfkritiek ertoe leiden dat behandelingen minder goed aanslaan en het effect daarvan achterblijft. Patiënten met meer zelfcompassie lijken juist weerbaarder zijn, wat het herstel en de werking van psychologische behandelingen ten goede komt. Dit betekent dat innovatieve technieken en interventies, gericht op zelfkritiek en zelfcompassie, van meerwaarde kunnen zijn.