Het ministerie van VWS erkent dat de zeven corona-apps die afgelopen weekeinde getest zijn tijdens een appathon, niet voldoen aan eisen op gebieden zoals privacy. Wel wil VWS door blijven gaan met de zoektocht naar een app, zij het zorgvuldiger dan tot nu toe. Dat liet Ron Roozendaal, directeur informatiebeleid bij VWS, tijdens een technische briefing aan de Tweede Kamer weten.
Ondanks de vanmiddag gehouden technische briefing over de corona-apps blijven er nog veel vragen bestaan bij Tweede Kamerleden. Er waren niet alleen vragen over de zeven geselecteerde apps, maar ook over of het wel zinvol is om een app in te zetten. GroenLinks-Kamerlid Buitenweg vindt dat VWS ook moet kijken naar alternatieven.
Ron Roozendaal, directeur informatiebeleid bij VWS, verwijst in veel gevallen naar een Kamerbrief van VWS-minister De Jonge die vanavond wordt gepubliceerd. Om 19.00 uur vindt er een persconferentie plaats waar mogelijk meer duidelijk wordt. Vandaag is een andere corona-app, voor medisch advies over mogelijke coronagerelateerde klachten, landelijk beschikbaar gesteld.
Hobbelig traject corona-apps
VWS is het ministerie dat verantwoordelijk is voor het huidige, hobbelige traject om tot een goede en goedgekeurde tracking-app te komen. Dat begon twee weken geleden, toen VWS-minister De Jonge en premier Rutte aankondigden dat zij apps willen inzetten om het testbeleid van GGD's te steunen. Volgens de GGD kan de app vooral van pas komen in de 'transitiefase' (na de huidige crisisfase), waarbij de beperkingen voor de bevolking langzaam versoepelt worden. Inzet van de app wordt dan gecombineerd met meer tests.
Roozendaal liet de Kamerleden vanmiddag weten dat hij wel 'diep onder de indruk' was van het werk van de zeven partijen achter de apps die zich tijdens de appathon op 18 en 19 april moesten bewijzen. Zij waren geselecteerd uit eerst een kleine 700 voorstellen en later een shortlist van 63 opties. Zo'n 67 experts op gebieden zoals virologie en epidemiologie, ICT, security en privacy, hebben de shortlist en de zeven geselecteerde apps beoordeeld. Een deel van de experts stapte echter op omdat ze het met de selectie niet eens waren.
Geen oordeel wegens te veel vaagheid
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) liet vervolgens gisteren weten dat het op privacygebied geen oordeel over de corona-apps kon vellen. Er was een gebrek aan informatie vanuit de app-ontwikkelaars en gebrekkige, vage kaders waaraan de apps volgens VWS moeten voldoen. De AP heeft de wettelijke verantwoordelijkheid om eerst goedkeuring te geven en kan een al geselecteerde app alsnog verbieden.
VWS maakt nu pas op de plaats. Eerst wil volgens Roozendaal het met de juiste partijen om tafel. Zo moet men tot goede apps te komen die voldoen aan eisen op gebieden zoals beveiliging en privacy. Ook moet scherper worden waarvoor de app precies is bedoeld vanuit epidemiologisch oogpunt (hoe het virus zich verspreidt) voorafgaand aan een uitrol.
Tot slot wil VWS weten hoe de app effectief kan worden ingezet, zoals in eerdergenoemde transitiefase. Sjaak de Gouw van de GGD meent dat een app kan helpen met het traceren van mogelijk besmette mensen en mensen die met hen in contact zijn gekomen. Hij benadrukt dat het echter niet aan de GGD is om te bepalen hoe de app wordt vormgegeven.