VWS: instellingen zelf verantwoordelijk voor toegankelijkheid zorgwebsite

14 maart 2018
student-849825_960_720
Databeschikbaarheid
Nieuws

De overheid ziet het niet als zijn taak om in de gaten te houden of elke zorgwebsite voldoet aan eisen op het gebied van digitale toegankelijkheid voor mensen met een visuele of auditieve beperking. Zorginstellingen hebben een eigen verantwoordelijkheid. Dat stelt minister Bruno Bruins (VWS) in een Kamerbrief samen met onderwijsminister Arie Slob. In de brief wordt gereageerd op vragen van Tweede Kamerlid Lisa Westerveld van GroenLinks.

Westerveld wilde van beide bewindslieden weten wat de overheid kan of wil doen aan de mogelijkheden van mensen met een visuele of auditieve beperking om tv-programma's te bekijken en zorgwebsites te bezoeken. Westerveld reageerde onder meer op een studie van Stichting Accessibility afgelopen januari. Daaruit bleek dat digitale toegankelijkheid voor mensen met een functiebeperking nog onvoldoende geregeld in de zorgsector. Die toegankelijkheid is onder meer verplicht vanuit het VN Verdrag voor de rechten van personen met een handicap, door Nederland in 2016 geratificeerd. Vanuit de Wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte ligt er sinds 2017 een verplichting om digitale informatie toegankelijk te maken voor elke Nederlander.

Implementatieplan verbetering digitale toegang

De overheid heeft een implementatieplan geschreven met specifieke aandacht voor de toenemende digitalisering, ook in de zorgsector. 'Zoals onlangs aangegeven in het debat over toegankelijkheid van de samenleving voor gehandicapten (31 januari jl.), gaat de minister van VWS met de zorgsector het gesprek aan om de toegankelijkheid van de communicatie in de zorg te verbeteren,' aldus Bruins in de Kamerbrief. 'Dit zal worden meegenomen in het programma voor het VN Verdrag voor de rechten van de mensen met een beperking (VN Verdrag) dat de minister van VWS in mei van dit jaar aan de Kamer zal sturen.' Bruins benadrukt ook dat het niet de taak is van de overheid om in de gaten of patiënten met een beperking voldoende toegang hebben tot websites van zorginstellingen. Het wegnemen van drempels die mensen kunnen belemmeren in het meedoen in de samenleving, waaronder ontoegankelijke websites, is geen opdracht die met een landelijke druk op de knop in Den Haag kan worden uitgevoerd. De implementatie van het VN Verdrag is een opdracht aan iedereen. En iedereen kan daarin daadwerkelijk een rol nemen. Dat geldt ook in het kader van digitale toegankelijkheid van websites van zorginstellingen.'

Eigen verantwoordelijkheid zorginstellingen

Dat betekent volgens Bruins dat zorginstellingen hierin zelf een verantwoordelijkheid hebben. Zij kunnen bijvoorbeeld een toegankelijkheidsverklaring op een openbaar deel van de website zetten, zodat bezoekers kunnen zien of de desbetreffende instelling voldoende doet aan digitale toegankelijkheid. De minister van VWS heeft echter geen zicht op welke websites al dan niet voldoende toegankelijk zijn en kan dan ook niet in de gaten houden of patiënten met een beperking voldoende toegang hebben tot websites van zorginstellingen.

Besloten delen niet beter toegankelijk

Bruins schrijft verder nog dat besloten delen van patiëntenportalen niet beter toegankelijk zijn dan openbare delen. In het onderzoek van de Stichting Accessibility is alleen het openbare deel van de websites onderzocht, aangezien het besloten deel waar patiënten hun eigen zaken kunnen regelen niet open staat voor anderen. 'Er wordt aangegeven niet de indruk te hebben dat dat veel beter is. Ook voor het besloten deel geldt dat de minister van VWS met de zorgsector het gesprek aan gaat om de toegankelijkheid van de communicatie in de zorg te verbeteren, denk bijvoorbeeld aan patiëntenportalen van zorgaanbieders, e-health-platforms en persoonlijke gezondheidsomgeving.'